Regeling overdracht personele middelen convenant VERDI 2003

Geraadpleegd op 23-05-2025.
Geldend van 29-05-2003 t/m 29-01-2004

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende het verlenen van subsidie aan de samenwerkingsgebieden en aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten ten behoeve van de personele en bestuurslasten die voortvloeien uit het convenant VERDI voor het jaar 2003 (Regeling overdracht personele middelen convenant VERDI 2003)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. samenwerkingsgebied: een samenwerkingsgebied als bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarop artikel 2 van de Kaderwet bestuur in verandering van toepassing is verklaard;

  • c. VNG: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

  • d. fte: full-time equivalent;

  • e. kenniscentrum: het instituut om de kennisuitwisseling tussen de overheden op het gebied van verkeer en vervoer te stimuleren en te faciliteren;

  • g. convenant VERDI: het op 29 maart 1996 gesloten convenant tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ter uitwerking van het hoofdlijnenakkoord inzake de decentralisatie en regionalisering van het verkeer en vervoer.

Artikel 2

De minister verleent:

  • a. aan de samenwerkingsgebieden voor het jaar 2003 een subsidie in het kader van de ontwikkeling van regionaal verkeers- en vervoerbeleid ten behoeve van de personeelskosten die verbonden zijn aan de overdracht van fte's in het kader van het convenant VERDI;

  • b. aan de VNG voor het jaar 2003 een subsidie ten behoeve van de financiering van de personele middelen en de overige lasten die verbonden zijn aan de uitvoering van de taken van het kenniscentrum.

Artikel 3

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 2, onderdeel, a, bedraagt aan het samenwerkingsgebied:

    • a. Regio Twente: € 331.674;

    • b. Knooppunt Arnhem Nijmegen: € 423.321;

    • c. Bestuur Regio Utrecht: € 501.876;

    • d. Regionaal Orgaan Amsterdam: € 1.086.670;

    • e. Stadsgewest Haaglanden: € 693.898;

    • f. Stadsregio Rotterdam: € 955.746;

    • g. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven: € 370.952.

Artikel 4

De minister verleent bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot ter grootte van het bedrag, bedoeld in artikel 3. De minister kan bij de subsidieverlening bepalen dat de subsidie tussentijds wordt aangepast aan de ontwikkelingen van het loon- en prijspeil.

Artikel 5

  • 1 De subsidie-ontvangers, bedoeld in artikel 2, leggen vóór 15 september 2004 aan de minister rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten. De subsidie-ontvangers dienen hierbij tevens een verslag in, waaruit blijkt welke activiteiten zijn uitgevoerd.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde verantwoording geschiedt volgens het controleprotocol dat is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 6

De minister stelt de subsidie ambtshalve vast binnen zes weken nadat de subsidie-ontvanger de in artikel 5 bedoelde rekening en verantwoording heeft afgelegd.

Artikel 7

  • 2 Indien op 31 december 2003 sprake is van een positieve egalisatiereserve, leggen de subsidie-ontvangers vóór 15 september 2005 verantwoording af over de besteding ervan in 2004.

Artikel 8

De Regeling overdracht personele middelen VERDI-convenant wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de verantwoording van de subsidie over het jaar 2002, alsmede de rechtsgedingen die op die subsidie betrekking hebben.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling overdracht personele middelen convenant VERDI 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

Roelf H. de Boer

Bijlage Controleprotocol VERDI 2003

1. Inleiding

1.1. Dit controleprotocol heeft betrekking op de subsidie die de Minister van Verkeer en Waterstaat aan samenwerkingsgebieden en aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten verleent, zoals geregeld in de Regeling overdracht personele middelen convenant VERDI 2003 en de daarop gebaseerde beschikkingen. Het doel van het controleprotocol is het vastleggen van de uit te voeren controlewerkzaamheden (en de wijze van rapportering daarover) tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en de fungerende derdeaccountant.

1.2. De volgende begrippen zijn van toepassing:

a. regeling: Regeling overdracht personele middelen convenant VERDI 2003.

b. derdeaccountant: de accountant van het samenwerkingsgebied of de Vereniging van Nederlandse gemeenten

c. verslagen: verslaglegging omtrent formele overleggen.

1.3. De volgende regelgeving is van toepassing:

a. de regeling en de daarop gebaseerde beschikkingen;

b. de Algemene wet bestuursrecht;

c. de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat.

1.4 In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de uitvoering van de controle over de besteding van de subsidie, alsmede op welke wijze de uitkomsten van de controle dienen te worden gerapporteerd. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van de verantwoording ligt bij het samenwerkingsgebied en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

1.5 Op verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat kan, door de accountants van dit ministerie of andere door de minister aangewezen accountants, een review worden uitgevoerd bij de fungerende derdeaccountant ter toetsing van de naleving van het controleprotocol. Indien een review wordt uitgevoerd zal hierover tevens overleg worden gepleegd met het samenwerkingsgebied of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

2. Uitgangspunten voor de controle

2.1. Als uitgangspunt voor de controle dient de verantwoording, bedoeld in artikel 5 van de regeling. De controle van de verantwoording betreft zowel de getrouwe weergave van de verantwoording als de rechtmatigheid.

2.2. Van de accountant wordt verwacht dat niet alleen de getrouwe weergave wordt gecontroleerd, maar ook dat de naleving van de voorwaarden van de regeling (zoals die gelden ingevolge de regelgeving, genoemd in punt 1.3) wordt getoetst, en voorts dat nagegaan wordt of de prestaties daadwerkelijk zijn verricht en of de uitgaven passen binnen het kader van de subsidieregeling.

2.3. Ten aanzien van de uitvoering van de controle geldt een tolerantie van 1% van het totaalbedrag van de subsidie. Voor de rapportage geldt dat bij de controle geconstateerde en niet gecorrigeerde fouten of onzekerheden groter dan € 1.000,00 dienen te worden gemeld.

3. Specifieke vereisten

3.1. Bij de uitvoering van de controle dient te worden vastgesteld dat:

a. de subsidie en eventuele onttrekking aan de egalisatiereserve besteed zijn aan activiteiten, zoals beschreven in artikel 2 van de regeling en/of uitkomsten van overleg met het ministerie daarover.

b. de verantwoorde kosten volgens de afgelegde rekening en verantwoording in verhouding staan tot de in het activiteitenverslag opgenomen stand van zaken omtrent de uitgevoerde en de in uitvoering zijnde activiteiten.

c. op de kosten van de realisatie de door andere bestuursorganen verstrekte subsidies in mindering zijn gebracht.

d. de rekening en verantwoording voldoen aan het gestelde onder artikel 5 van de regeling.

e. het overschot van de subsidie is toegevoegd aan de egalisatiereserve.

f. de egalisatiereserve en de mutaties daarin inzichtelijk in de financiële verantwoording zijn weergegeven.

4. Model financieel verslag

Een model van het financieel verslag, voor de financiële verantwoording, in het kader van de regeling luidt als volgt:

1. Saldo niet bestede middelen ultimo (jaar t-1): € ...

2. Verleende subsidie (jaar t): € ... +/+

3. Beschikbaar voor (jaar t): € ...

4. Besteding in 2003: € ... -/-

5. Saldo niet bestede middelen ultimo (jaar t): € ...

(te verantwoorden over jaar t+1)

5. Rapportering

5.1. Rapportering geschiedt overeenkomstig onderstaand model accountantsverklaring.

Model Accountantsverklaring

Accountantsverklaring

Wij hebben de bijgevoegde en gewaarmerkte financiële verantwoording van ... gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van ... Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en overigens zoals omschreven in het “Controleprotocol Verdi 2003”. Volgens deze richtlijnen dient de controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de financiële verantwoording zijn toegepast en van belangrijke schattingen die ... daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële verantwoording. Daarbij zijn verslagen van overleggen daarover en de verantwoording betrokken. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording een getrouw beeld geeft over de bestedingen in en overigens in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening en dat de regeling en de bepalingen uit de beschikking tot subsidieverlening zijn nageleefd [behoudens dat niet voldaan is aan .... ]*).

...

(plaats)

...

(datum)

...

(ondertekening)

*) indien van toepassing