Vrijstellingsregeling Dierentuinenbesluit

[Regeling vervallen per 12-10-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 02-04-2003 t/m 11-10-2006

Vrijstellingsregeling Dierentuinenbesluit

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 12-10-2006]

Van het verbod van artikel 3 van het Dierentuinenbesluit wordt vrijstelling verleend aan:

  • a. inrichtingen die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

    • er worden naast ten hoogste 10 wilde diersoorten, in hoofdzaak diersoorten, genoemd in de bijlage bij het Besluit aanwijzing productie dieren, gehouden;

    • de dieren worden niet tijdelijk of langdurig opgevangen ten behoeve van de verzorging of de verpleging.

  • b. inrichtingen die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

    • er worden ten hoogste 10 wilde diersoorten gehouden;

    • de dieren worden niet tijdelijk of langdurig opgevangen ten behoeve van de verzorging of de verpleging;

    • het tentoonstellen van de dieren aan het publiek is van ondergeschikt belang voor de inrichting.

  • c. inrichtingen waar de dieren tijdelijk en ten hoogste 12 maanden worden opgevangen ten behoeve van de verzorging of verpleging van de dieren en waar de dieren na het verstrijken van de periode van 12 maanden weer in vrijheid worden gesteld of elders worden ondergebracht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 12-10-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 12-10-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling Dierentuinenbesluit

’s-Gravenhage, 28 maart 2003

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B.J. Odink

Naar boven