Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand

Geraadpleegd op 02-12-2024.
Geldend van 22-04-2021 t/m heden

Besluit van 4 december 2002 tot vaststelling van de Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand (Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie, van 25 november 2002, nr. 5196780/802;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 (Stb. 1988, 205);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

De voorzitter van de raad van advies ontvangt voor zijn werkzaamheden en onkosten een vaste maandelijkse vergoeding welke is gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 0,079, berekend over het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 3

De overige leden van de raad van advies ontvangen voor hun werkzaamheden en onkosten een vaste maandelijkse vergoeding welke is gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 0,041, berekend over het maximum van schaal 17 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 4

Het bestuur kan op grond van artikel 8 van de Wet op de rechtsbijstand voor de voorbereiding of uitvoering van bepaalde werkzaamheden commissies instellen. De leden van deze onder het bestuur ressorterende commissies ontvangen per dagdeel dat wordt deelgenomen aan een vergadering een vergoeding van € 140.

Artikel 5

De voorzitter en de leden van de raad van advies en de onder het bestuur ressorterende commissies hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in het binnenland en buitenland overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 6

De vacatiegeldenregeling Raden voor Rechtsbijstand van 27 januari 1994, kenmerk 423317/894, wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de datum van plaatsing in het Staatsblad en werkt terug tot 1 januari 2002.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 december 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de negende januari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner