Met de circulaire van 16 juni 1995 (ZZT/Z 951622) informeerde ik u over mijn beleid
inzake planontwikkelingskosten. In die circulaire is aangegeven in welke gevallen
de kostengevolgen van planontwikkeling in het WTG-tarief van een instelling kunnen
worden verwerkt dan wel voor eigen risico en rekening van de instelling blijven.
De werkingsduur van de circulaire van 16 juni 1995 is verstreken. Aangezien bij het
wijzigen en staken van bouwinitiatieven het nog steeds van belang is dat eenduidig
kan worden vastgesteld hoe moet worden omgegaan met de kostengevolgen van planontwikkeling,
deel ik u mee dat ik het in die circulaire neergelegde beleid voortzet.
Daarbij moet echter rekening worden gehouden met het volgende.
Na het uitbrengen van de circulaire van 16 juni 1995 heeft zich een aantal wijzigingen
voorgedaan, dat op de inhoud van die circulaire van invloed is geweest.
Zo is per 1 januari 1996, tegelijk met de wijziging van de meldingsregeling, de zogeheten
'verkorte procedure' afgeschaft en is per 1 juli 2001, in het kader van de overdracht
van uitvoerende taken van de Minister van VWS aan het College bouw ziekenhuisvoorzieningen,
de verlening van de WZV-vergunning overgegaan van de Minister naar dat College.
Met circulaire Z/PB-2253662 van 25 februari 2002 heb ik onder meer laatstvermelde
wijziging kenbaar gemaakt. Dit betekent voor de circulaire van 16 juni 1995 dat daar
waar de beslissingsbevoegdheid aan de Minister van VWS was voorbehouden, deze met
ingang van 1 juli 2001 is over gegaan naar College bouw ziekenhuisvoorzieningen
Voor informatie over de inhoud van deze circulaire en van de circulaire van 16 juni
1995 kunt u terecht bij de heer A. Hesselmann van de directie Zorgverzekeringen van
mijn departement (070-3407219) en bij de heer T. van Baar van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen
(030-2983100).