Bijlage 2. , bedoeld in artikel 10 van de Regeling bescherming persoonsgegevens V&W
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
...............................(datum)
Dienstonderdeel
MODEL
Besluit, houdende vaststelling van een privacyreglement voor de verwerking van persoonsgegevens
ten behoeve van ......
(citeertitel, bijvoorbeeld Privacy-reglement X)
De Minister van Verkeer en Waterstaat/...
Gelet op de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302);
Besluit:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
In dit reglement wordt verstaan onder:
- a.
wet:
-
Wet bescherming persoonsgegevens;
- b.
verantwoordelijke:
-
de Minister van Verkeer en Waterstaat ...;
- c.
persoonsgegevens:
-
de gegevens verkregen (door middel) van ....;
- d.
bestand:
-
het gestructureerde geheel waarin de persoonsgegevens worden verwerkt;
- e.
betrokkene:
-
natuurlijke persoon ten aanzien van wie gegevens worden verwerkt;
- f.
bewerker:
-
(kan een ander dienstonderdeel zijn, maar ook een externe organisatie, b.v. een ICT-bedrijf).
Artikel 2
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Dit Reglement regelt de taken en bevoegdheden van de verantwoordelijke met betrekking
tot de verwerking van persoonsgegevens verkregen door
Artikel 3
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Het doel van de verwerking van persoonsgegevens is het systematisch vastleggen, opslaan
en ter beschikking stellen van gegevens ten behoeve van:
Artikel 4
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Het bestand bevat uitsluitend gegevens over de volgende categorieën van personen:
Artikel 5
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
De in het bestand opgenomen gegevens worden verkregen van:
Artikel 7
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
-
1 De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens verwijdert de persoonsgegevens
uit de registratie uiterlijk ... (gefixeerde periode te koppelen hetzij aan de opname
van de gegevens, hetzij aan een bepaald voorval), tenzij - ... (eventuele uitzonderingen).
Artikel 8
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Gegevens uit het bestand kunnen binnen de organisatie van de verantwoordelijke uitsluitend
worden verstrekt aan:
-
a. ... (diensthoofd/hoofd van een uitvoerende dienst);
-
b. personen die zijn belast met of leiding geven aan het invoeren, wijzigen en verwijderen
van gegevens;
-
c. ... (diensthoofd/hoofd van een uitvoerende dienst waaraan de gegevens worden verstrekt);
Artikel 9
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 10
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 11
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 12
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Verzoeken om correctie als bedoeld in artikel 36van de wet worden schriftelijk gericht aan de verantwoordelijke en ingediend bij ... onder vermelding
van de gewenste correctie.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
De verantwoordelijke ziet er op toe dat ten aanzien van de technische en organisatorische
beveiliging de maatregelen in acht worden genomen die zijn beschreven in de Minimumeisen
Informatiebeveiliging Verkeer en Waterstaat 2001.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Dit reglement treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin mededeling wordt gedaan van de terinzagelegging van dit reglement.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Dit reglement kan worden aangehaald als ...
Dit reglement zal voor een ieder ter inzage worden gelegd ...
De Minister van Verkeer en Waterstaat/...,
(namens deze:)
Leidraad bij de toepassing van het model-privacyreglement
I. Wie is aan te merken als `de verantwoordelijke'?
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 1 van de Wbp omschrijft de verantwoordelijke als `de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder
ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of te zamen met anderen, het doel van
en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt'.
In de praktijk worden bestanden veelal aangelegd ten behoeve van een wettelijk opgedragen
bestuurstaak. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat in dergelijke gevallen
als de verantwoordelijke wordt aangewezen degene aan wie voor de vervulling van die
taak uitdrukkelijke bevoegdheden zijn toegekend. Op rijksniveau gaat het dus in de
eerste plaats om een minister voor wat betreft zijn ministerie, met inbegrip van de
daaronder ressorterende diensten, instellingen en bedrijven. Daarnaast betreft het
functionarissen of organen, waaraan de wetgever bestuursbevoegdheden heeft geattribueerd
of waaraan krachtens de wet bevoegdheden zijn gedelegeerd.
Met deze aanpak blijven zeggenschap over de registratie en bevoegdheid ten dienste
waarvan deze is aangelegd, in één hand. De concrete uitoefening van beide kan via
de gebruikelijke mandaatsverhoudingen verlopen. Zo zal op verzoeken om inzage of correctie
(zie artikelen 11 en 12 concept-model) niet steeds door de minister zelf behoeven
te worden beslist.
Zie ook onder punt III.
II. Wat is het doel van de verwerking van persoonsgegevens?
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Artikel 7 Wbp dwingt de verantwoordelijke tot specificatie van de doelstelling.
De formulering van de doelstelling is cruciaal, omdat de wet het doel van de verwerking
aanmerkt als toetsingscriterium bij de beantwoording van de vraag over wie welke gegevens
mogen worden opgenomen, en of de verwerking van de gegevens en de verstrekkingen aan
derden toelaatbaar zijn.
Een effectieve bescherming van de persoonlijke levenssfeer vereist het trekken van
nauwkeurige grenzen bij de doelomschrijving . Gestreefd dient te worden naar een stringente formulering. In de praktijk wordt
een bestand veelal aangelegd ten behoeve van een bepaalde rechtsverhouding tussen
de houder en de geregistreerde. Bij dergelijke registraties ligt het voor de hand
bij de doelomschrijving aan te sluiten op datgene dat uit de onderliggende relatie
voortvloeit. Dit is in overeenstemming met de persoonlijke levenssfeer, omdat de gegevens
die de geregistreerde van zijn kant beschikbaar stelt, ook zijn verstrekt in het kader
van die onderliggende relatie. In de praktijk zijn er ook bestanden waaraan niet een
duidelijke relatie met de geregistreerden ten grondslag ligt. Te denken valt aan registraties
ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek.
Ingevolge artikel 8 van de WBP mag men slechts tot het verwerken van persoonsgegevens overgaan bij indien:
-
a. de betrokkene voor de verwerking zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend;
-
b. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij
de betrokkene partij is, of voor het nemen van precontractuele maatregelen n.a.v.
een verzoek van de betrokkene en die noodzakelijk zijn voor het sluiten van een overeenkomst;
-
c. de gegevensverwerking noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen waaraan
de verantwoordelijke onderworpen is;
-
d. de gegevensverwerking noodzakelijk is ter vrijwaring van een vitaal belang van de
betrokkene;
-
e. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke
taak door het desbetreffende bestuursorgaan dan wel het bestuursorgaan waaraan de
gegevens worden verstrekt, of
-
f. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor d behartiging van het gerechtvaardigde
belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt,
tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het
bijzonder het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.
Valt de verwerking van persoonsgegevens niet onder een van deze criteria, dan is een
dergelijke verwerking onrechtmatig en mag deze niet worden uitgevoerd.
III. Wie stelt het privacyreglement vast?
[Regeling vervallen per 11-04-2014]
Het ligt in de rede dat het reglement vastgesteld wordt door de verantwoordelijke
voor de verwerkingen, maar voor de goede orde nog het volgende. Indien de minister
de verantwoordelijke is, behoeft deze niet steeds het reglement zelf vast te stellen.
Gelet op de mandaatregeling voor Verkeer en Waterstaat kan voor die registraties die
niet van zodanige betekenis zijn dat het reglement door de minister zelf moet worden
ondertekend, het reglement in mandaat worden afgedaan. Ondertekening in mandaat is
in een dergelijk geval alleen toegestaan door de Secretaris-Generaal en de plaatsvervangend
Secretaris-Generaal of door het hoofd van de betrokken dienst en diens plaatsvervanger.