Bijlage 2. Controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Van de accountant wordt verwacht, dat hij het onderzoek naar de getrouwheid van de
in de verantwoording en de opgave van de telgegevens opgenomen gegevens uitvoert,
met een grote mate van nauwkeurigheid. Uitgangspunt is een controletolerantie van
2% bij een betrouwbaarheid van 95%.
1. Aandachtspunten voor de controle van de verantwoording
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De definitie van nieuwkomer in de zin van de WIN is opgenomen in artikel 1, eerste
lid, onderdeel a, van de WIN. Let wel: sinds 1 april 2001 is die definitie gewijzigd
tengevolge van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000. Daarmee is de doelgroep
van de WIN uitgebreid met degenen die worden toegelaten wegens de algehele situatie
in hun land van herkomst, voorheen de v.v.t.v.'ers. Diegenen die op 1 april 2001 in
het bezit waren van een geldig v.v.t.v.-document kregen met ingang van deze datum
een nieuw vreemdelingendocument, doorgaans een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.
Ook voor deze groep zijn derhalve vanaf 1 april 2001 beschikkingen afgegeven en zijn
lasten voor inburgering gemaakt. Voor de goede orde: de voormalige v.v.t.v.'ers zijn
als categorie inburgeraars niet te onderscheiden van de overige inburgeraars. Een
beschikking voor een inburgeringsprogramma is zowel de vaststelling van een inburgeringsprogramma
op grond van artikel 5, eerste lid, van de WIN als het besluit het vaststellen van
een inburgeringsprogramma achterwege te laten, op grond van artikel 5, tweede lid,
van de WIN.
De gemeente kan uitsluitend lasten in verband met educatieve programma's in de verantwoording
opnemen voor zover deze onderwijsactiviteiten bij ROC's zijn ingekocht en voor zover
voor die actieviteiten een overeenkomst is gesloten met het bevoegd gezag van de instelling.
De overeenkomsten moeten voldoen aan de in artikel 2.3.4, tweede lid, van de WEB gestelde
eisen.
De rijksbijdrage inburgering moet door de gemeenten in eerste instantie worden ingezet
voor de inburgering van nieuwkomers. Daarbij bestaat de mogelijkheid van verschuiving
van gelden tussen de educatieve programma's en de welzijnscomponent. Bovendien mag,
in het geval dat een gemeente in 2001 lagere lasten heeft voor de inburgering, de
gemeente tot een bepaald maximum de middelen inzetten voor de reguliere educatie (zie
onder A) en/of voor welzijn minderheden als bedoeld in artikel 2, onder k, van de
Welzijnswet 1994 (zie onder B). Middelen die niet zijn besteed aan inburgering, reguliere
educatie of welzijn minderheden moeten worden gereserveerd voor de inburgering van
nieuwkomers in latere jaren.
De rijksbijdrage voor inburgering mag deels worden aangewend voor reguliere educatie
(zie onder 1.3). Omgekeerd mag de rijksbijdrage voor de educatie (verstrekt op grond
van artikel 2.3.1, eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs) worden ingezet
voor inburgering. Zie ook de voorlichtingspublicatie in Uitleg OcenW-Regelingen van
14 maart 2001, nr. 7.
In beide gevallen geldt dat de overheveling alleen is toegestaan als de middelen in
dat jaar daadwerkelijk worden besteed aan de 'nieuwe bestemming'. De overgehevelde
middelen mogen niet bij de 'nieuwe bestemming' worden gereserveerd voor latere jaren.
Ook moet in beide gevallen zowel in de verantwoording van de rijksbijdrage inburgering
nieuwkomers als in de verantwoording educatie de overheveling zichtbaar worden. Dat
wil zeggen: indien inburgeringsmiddelen zijn besteed aan reguliere educatie moeten
deze middelen in de verantwoording inburgering nieuwkomers worden opgenomen als lasten
en in de verantwoording van de rijksbijdrage educatie als baten. In het omgekeerde
geval dat de rijksbijdrage voor reguliere educatie deels is aangewend voor de inburgering
van nieuwkomers, moeten deze middelen in de verantwoording educatie worden opgenomen
als lasten en in de verantwoording inburgering als baten. Vastgesteld moet worden
dat de lasten voor inburgering zijn gemaakt voor activiteiten waarvoor niet tevens
lasten zijn opgenomen in de verantwoording educatie. Vastgesteld moet worden dat het
totaal van de lasten voor educatieve programma's en educatie niet hoger is dan de
lasten die voortvloeien uit overeenkomsten die de gemeente heeft afgesloten met ROC's
over te verrichten educatie-activiteiten.
2. Aandachtspunten voor de controle van de telgegevens (gele overzichtsformulier)
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Ingevolge artikel 4 van het Bekostigingsbesluit verstrekt de gemeente gegevens aan
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het aantal nieuwkomers
waarvoor in het jaar 2001 door de gemeente beschikkingen omtrent een inburgeringsprogramma
zijn afgegeven en het aantal verklaringen omtrent afgelegde toetsen. Deze gegevens
worden door de gemeente verstrekt op het ter beschikking gestelde gele formulier,
waarna zij door de accountant gecontroleerd worden. Alle door de accountant geconstateerde
fouten moeten worden gecorrigeerd op het gele formulier. Alle geconstateerde fouten
moeten tevens worden gespecificeerd in de accountantsverklaring (voor het model zie
bijlage 3).
Het gele formulieren wordt door de accountant gewaarmerkt en bij de accountantsverklaring
inzake de financi le verantwoording gevoegd.
De in de opgave verwerkte beschikkingen moeten aan de volgende eisen voldoen:
-
afschriften van de beschikkingen zijn bij de gemeente aanwezig;
-
de beschikkingen zijn in 2001 afgegeven; de datum van de beschikking is hierbij bepalend;
-
de beschikkingen zijn afgegeven aan nieuwkomers in de zin van de WIN.
Ook de beschikkingen die vanaf 1 april 2001 zijn afgegeven aan de voormalige v.v.t.v.'ers
die op 1 april 2001 van rechtswege onder de doelgroep van de WIN zijn komen te vallen,
mogen worden meegeteld.
Het betreft de verklaringen die op grond van artikel 7.4.15, tweede lid, van de WEB
worden uitgereikt door de instellingen aan nieuwkomers ten bewijze dat de toets is
afgelegd. Een afschrift van deze verklaring zendt de instelling aan de gemeente.
De in de opgave verwerkte verklaringen moeten aan de volgende eisen voldoen:
-
afschriften van de verklaringen zijn bij de gemeente aanwezig;
-
de verklaringen zijn in 2001 afgegeven; de datum van de verklaring is hierbij bepalend;
-
de verklaringen zijn afgegeven aan nieuwkomers voor wie een beschikking omtrent een
inburgeringsprogramma is afgegeven;
-
op de verklaringen zijn de resultaten van de toets, bedoeld in artikel 7.4.13 van
de WEB, vermeld.