Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen, opdat voor leerlingen voor wie tot dusverre aanspraak kan worden gemaakt op vervoer op basis van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, voortaan aanspraak kan worden gemaakt op gemeentelijk leerlingenvervoer;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
Artikel II
[Vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]
Artikel III
[Vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
Artikel IV
[Vervallen per 01-04-2020]
De in deze wet opgenomen wijzigingen zijn voor de eerste maal van toepassing op het vervoer van leerlingen dat in het schooljaar 2002/2003 zal plaatsvinden. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002/2003 en daarop betrekking hebbende geschillen blijven de regelingen zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet van toepassing.
Artikel V
[Vervallen per 01-04-2020]
Artikel VI
[Vervallen per 01-04-2020]
Voor een leerling als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 4, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten ten behoeve van het vervoer naar en van school een voorziening werd verstrekt en op wie artikel V, eerste en tweede lid, niet van toepassing is, blijft, indien de ouders, voogden of verzorgers dat wensen, dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, de leerling dat wenst, zo nodig in afwijking van artikel 4, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs of de gemeentelijke regeling, onderscheidenlijk artikel 4, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs of de gemeentelijke regeling, ten behoeve van het vervoer naar en van de school die deze leerling in het schooljaar 2001/2002 bezocht, aanspraak bestaan op een voorziening die gelijkwaardig is aan die welke voor die leerling gold krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.
Artikel VII
[Vervallen per 01-04-2020]
1 Voor een leerling van een school voor voortgezet onderwijs die voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het tweede lid, blijft ten behoeve van het vervoer naar en van de school die deze leerling in het schooljaar 2001/2002 bezocht, aanspraak bestaan op bekostiging van vervoerskosten krachtens artikel 127 juncto artikel 124a van de Wet op het voortgezet onderwijs, zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel VIII
[Vervallen per 01-04-2020]
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.