De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, in overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 6, tweede lid, 13, vierde lid, 16, eerste en derde lid, 19, tweede lid, 26, tweede lid, 28, tweede en vierde lid, 33, zesde lid, 45, vierde lid, 46, eerste, tweede en derde lid, 50, zesde lid, 52, tweede lid, 54, zevende lid, 62, vierde lid, 64, tweede lid, 66, eerste lid, 67, eerste en tweede lid, 68, tweede lid, en 77, eerste en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de artikelen 127 en 128 van de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de artikelen 93b, derde lid, 97g, derde lid, 130, tweede lid, 130c, tweede lid, van de Werkloosheidswet, artikel XV van de Wet verbetering poortwachter, de artikelen 3.1, tweede lid, 4.13, eerste lid, en 4.19, eerste lid, van het Besluit SUWI en de artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, 5, eerste lid, 9, tweede en vijfde lid, 10 en 11 van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten;
Bijlage VI. behorende bij de artikelen 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI
Planning & control producten van UWV
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die UWV periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
IV
|
fondsennota
|
V
|
VBTB-verslag
|
UWV levert het ontwerp jaarplan met begroting vòòr 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vòòr 1 oktober. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd.
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van UWV. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
|
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
|
|
|
|
|
|
a. voorlopige opgave voorgaand jaar
|
|
|
|
x
|
|
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode
|
|
x
|
x
|
|
|
c. raming lopend jaar
|
|
|
|
x
|
|
d. raming volgend jaar
|
x
|
|
|
x
|
|
e. voorstel herziening premiepercentages
|
|
|
|
x
|
|
f. kerncijfers per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/ werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
|
|
b. prestatie-indicatoren / kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
c. speerpunten Klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
d. speerpunten Handhaving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
4. Ketensamenwerking en regionaal arbeidsmarktbeleid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid (incl. M&O)
|
|
x
|
x
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
|
|
x
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
|
|
b. risicomanagement
|
x
|
x
|
x
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
c. opbouw per wet / andere taken en/of werkzaamheden
|
x
|
x
|
x
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
h. bestuurskosten RvB
|
|
|
x
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting / afrekening
|
x
|
|
x
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV -SZW
|
|
|
x
|
|
|
12. VBTB-informatie
|
|
|
x
|
|
x
|
13. Kwantitatieve informatie
|
|
x
|
x
|
|
|
14. Toezichtsbevindingen
|
|
x
|
x
|
|
|
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
|
|
|
|
|
|
Legenda
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
IIII
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
IV
|
fondsennota
|
V
|
VBTB-verslag
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
UWV verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil UWV bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat UWV daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
UWV doet verslag van de uitvoering van het veranderprogramma waaronder de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ketensamenwerking
UWV geeft in het jaarplan aan hoe invulling wordt gegeven aan de samenwerking met gemeenten en andere partijen, waaronder de regionale samenwerking. In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd door UWV. In de rapportages wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV neemt om de doelstellingen alsnog te realiseren.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
5a). Rechtmatigheid
UWV rapporteert in de tussentijdse verslagen over de voorlopige indicatieve rechtmatigheidscijfers per wet en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop het UWV verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat het UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Dit is nader uitgewerkt in bijlage XXIII bij de Regeling SUWI. Het UWV brengt in het jaarverslag afzonderlijk in beeld op welke wijze de afgesproken taakstellingen zijn gerealiseerd. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)
UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert UWV over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
5e). Overige aspecten van de bedrijfsvoering
UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
UWV doet in de tussentijdse verslagen en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert het UWV over de volgende onderwerpen:
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van UWV en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van de begroting).
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie afwijkt van het toegekende budget wordt dit nader toegelicht.
Bestuurskosten
UWV doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).
9. Overzicht ten behoeve van bevoorschotting / afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt UWV in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en programmakosten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt UWV in de jaarrekening de in paragraaf 10.6.8 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoerings- en programmakosten.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van UWV omvat zowel het UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen.
De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend.
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde programmakosten en uitvoeringskosten
10.1. Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
10.2. Egalisatiereserve
Met ingang van het jaar 2014 is het voor UWV verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen de gerealiseerde uitvoeringskosten en het SZW-budget. De egalisatiereserve wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve wordt aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening. In beginsel vormt UWV naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
10.3. Bestemmingsfonds frictiekosten
Vanwege de urgentie en omvang van de frictiekostenproblematiek, mag UWV tijdelijk, naast de egalisatiereserve, een bestemmingsfonds frictiekosten vormen. Aan het vullen van dit bestemmingsfonds wordt prioriteit gegeven totdat de omvang van het fonds het niveau heeft bereikt dat nodig is om de frictiekostenproblematiek op te lossen. UWV levert daartoe drie keer per jaar (eind maart, 1 juli, 1 november) een actuele meerjarenraming van de frictiekosten, welke door SZW wordt getoetst.
10.4. Balans UWV per 31 december
|
jaar t
|
jaar t-1
|
ACTIVA
|
|
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
|
|
|
PASSIVA
|
|
|
• fondsvermogen
|
|
|
• bestemmingsfondsen
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
10.5. Staat van baten en lasten UWV
Baten
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Premiebaten
|
|
|
Rijksbijdragen
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
|
|
|
LASTEN
|
|
|
Programmakosten
|
|
|
Uitkeringen
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
Overige baten en lasten
|
|
|
|
|
|
Uitvoeringskosten
|
|
|
Personeelskosten
|
|
|
Huisvestingskosten
|
|
|
Automatiseringskosten
|
|
|
Kantoorkosten
|
|
|
Vervoers- en Overige kosten
|
|
|
Af: netto omzet uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
Financiële baten en lasten
|
|
|
Rentebaten
|
|
|
Rentelasten
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
10.6. Toelichting op de staat van baten en lasten UWV
10.6.1. Premiebaten per fonds
|
Premiebaten
|
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Per fonds
|
|
|
Totaal
|
|
|
10.6.2. Rijksbijdragen per fonds
|
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Per fonds sv
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
10.6.3. Lasten wettelijke taken naar wet en fonds
|
Uitkeringen
|
Sociale lasten
|
Overige baten en lasten
|
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Per wet sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Per fonds
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10.6.4. Overige baten en lasten
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Specificatie overige baten
|
|
|
Specificatie overige lasten
|
|
|
10.6.5. Uitvoeringskosten naar wet
|
Regulier
|
Frictie
|
Investeringskosten
|
Wet- en regelgeving
|
Totaal
|
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
Per wet sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10.6.6. Uitvoeringskosten realisatie / begroot (regulier, projecten)
|
Realisatie jaar t
|
Begroting jaar t
|
Regulier (per kostensoort)
|
|
|
Bijzondere baten en lasten
|
|
|
Projectkosten
|
|
|
Frictiekosten
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
10.6.7. Toelichting uitvoeringskosten per kostensoort
10.6.8. Nog te verrekenen rijksbijdragen
|
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
|
Wet of regeling
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Totaal afrekening
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
10.6.9. Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van UWV op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV – SZW
De concept aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De definitieve aansluitingstabel, plus controleverklaring, wordt een week later opgeleverd. De aansluitingstabel UWV – SZW valt onder de accountantscontrole door het UWV. De door UWV te leveren items in de tabel worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
12. VBTB-verslag
Ten behoeve van het SZW-jaarverslag verstrekt UWV jaarlijks VBTB-informatie
Het VBTB-verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar opgeleverd. De door UWV te leveren items in het VBTB-verslag worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
13. Kwantitatieve informatie
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
14. Toezichtbevindingen
Het UWV gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het ministerie van SZW wordt geleverd.
Bijlage VIII. behorende bij de artikelen 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI
Planning & control producten van SVB
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die de SVB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
IV
|
fondsennota
|
V
|
VBTB-verslag
|
De SVB levert het ontwerp jaarplan met begroting vòòr 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vòòr 1 oktober. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden respectievelijk uiterlijk 1 februari, 1 maart en 1 juli opgeleverd
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
|
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
|
|
|
|
|
|
a. voorlopige opgave voorgaand jaar
|
|
|
|
x
|
|
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode
|
|
x
|
x
|
|
|
c. raming lopend jaar
|
|
x
|
|
x
|
|
d. raming volgend jaar
|
x
|
|
|
x
|
|
e. voorstel herziening premiepercentages
|
|
|
|
x
|
|
f. kerncijfers per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
|
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
d. speerpunten handhaving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
4. Ketensamenwerking en geïntegreerde dienstverlening (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid (incl. M&O)
|
|
x
|
x
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
|
x
|
x
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
|
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden
|
x
|
x
|
x
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
h. bestuurskosten RvB
|
|
|
x
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
|
x
|
|
x
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
12. VBTB-informatie
|
|
|
x
|
|
x
|
13. Kwantitatieve informatie per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
14. Toezichtsbevindingen
|
|
x
|
x
|
|
|
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
|
|
|
x
|
|
|
Legenda
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
IV
|
fondsennota
|
V
|
VBTB-verslag
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
• In de januarinota:
• Daarnaast verstrekt de SVB jaarlijks op basis van de CBS-prognoses een gedetailleerde meerjarenraming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de door de SVB uitgevoerde wetten.
• In de februarinota:
• In de juninota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.
b) de meerjaren-volumeprognose ten behoeve van het actualiseren van het costaccounting-lightmodel.
c) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil SVB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat SVB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• (De voorgenomen wijziging in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
De SVB rapporteert over de klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert de SVB in haar jaarverslag over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
De SVB doet verslag van de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ketensamenwerking en geïntegreerde dienstverlening (n.v.t.)
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
5a). Rechtmatigheid
Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het tweede tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten wordt omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert de SVB over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
De SVB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SVB bij dit onderdeel over de fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid, maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.
5e). Overige aspecten van de bedrijfsvoering
SVB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM.
SVB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
SVB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder. SVB rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
De SVB doet in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag verslag van de voortgang van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB specifiek over de volgende onderwerpen:
− Leegstand: fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)
− Overmaat: voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.
− Huisvestingskosten: onderverdeeld naar SV en niet-SV.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van de SVB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
De SVB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang van de baten als gevolg van werk voor derden
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren (indien van toepassing)
• de financiering van vaste activa
Bestuurskosten
De SVB doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI), en van de topinkomens op basis van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt SVB in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt SVB de in paragraaf 10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde SV-fondsen.
De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de staat van baten en lasten met toelichting opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers. Met betrekking tot de premiebaten is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand verschoven kasbasis).
Egalisatiereserve
Met ingang van het jaar 2014 is het voor de SVB verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
In beginsel vormt de SVB naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
Balans SVB per 31 december
|
jaar t
|
jaar t-1
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
|
|
|
• fondsvermogen
|
|
|
• bestemmingsfondsen
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
Staat van baten en lasten SVB
|
jaar t
|
jaar t-1
|
• Baten per wet sv
|
|
|
• Totaal baten per wet sv
|
|
|
• Totaal baten niet-sv
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
|
|
|
• Lasten per wet sv
|
|
|
• Totaal lasten per wet sv
|
|
|
• Lasten niet-sv
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
Toelichting
Baten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)
Baten per wet
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
Rijksbijdragen
|
|
|
|
Premies
|
|
|
|
Overige baten
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Lasten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)
Lasten per wet
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
Uitkeringen (incl. sociale lasten)
|
|
|
|
Overige lasten
|
|
|
|
Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1 (totaal, regulier, speciale projecten)
Uitvoeringskosten
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
Personeel
|
|
|
|
Huisvesting
|
|
|
|
Automatisering
|
|
|
|
Bureaukosten
|
|
|
|
Diensten en diversen
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
Staande organisatie
|
|
Per project
|
|
|
|
Totaal
|
|
Saldo van baten en lasten naar fonds (voor zover van toepassing)
Baten en lasten per fonds
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
Nog te verrekenen rijksbijdragen
|
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
Wet of regeling
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Totaal afrekening
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen SVB en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
12. VBTB-informatie
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW. De door SVB te leveren items in het VBTB-verslag worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan SVB kenbaar gemaakt.
13. Kwantitatieve informatie
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers, de rapportage handhaving SVB en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
14. Toezichtbevindingen
De SVB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het ministerie van SZW wordt geleverd.
Bijlage XI. behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI
Planning & control producten van IB
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die IB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
IV
|
fondsennota (niet van toepassing op IB)
|
V
|
VBTB-verslag (niet van toepassing op IB)
|
Ten aanzien van IB wordt één planningsdocument opgeleverd, te weten het jaarplan met begroting (vòòr 1 oktober). Het jaarplan van IB bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI en de andere taken die het IB ten behoeve van gemeenten op grond van artikel 5.24 van het Besluit SUWI verricht. IB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
|
I
|
II
|
III
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
d. speerpunten handhaving
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
4. Ketensamenwerking
|
x
|
x
|
x
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
a. rechtmatigheid
|
|
|
x
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
x
|
x
|
x
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
6. Governance
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
c. opbouw per wet/andere taken
|
x
|
x
|
x
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
h. bestuurskosten
|
|
|
x
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
|
x
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
12. VBTB-informatie (n.v.t.)
|
|
|
|
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)
|
|
|
|
14. Toezichtbevindingen
|
|
x
|
x
|
Legenda
II
|
jaarplan met begroting
|
III
|
tussentijdse verslag
|
IV
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
(n.v.t.)
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil IB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat IB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het kader van de budgetverantwoordelijkheid van SZW voor IB dient IB zich tevens te verantwoorden over prestatie-indicatoren en prestatiegegevens op het gebied van:
– Werking sectorloket gemeenten en andere ketenpartijen
– Dienstverlening IB, waaronder klanttevredenheid
– Financiën
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Andere taken die IB ten behoeve van de gemeenten verricht en die niet bekostigd worden uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet IB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft IB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
IB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. IB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe. IB dient tevens verslag te doen van de fte-bezetting (vast/tijdelijk/extern) per einddatum van de verslagperiode.
4. Ketensamenwerking
IB doet verslag van de samenwerking met de ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen IB heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat IB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen IB voor zover van belang voor de uitvoering van de taken op grond van de Wet SUWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van IB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt IB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
5a). Rechtmatigheid
De wijze waarop IB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat IB inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Ten aanzien van IB wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. IB wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
IB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI).
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert IB over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd. IB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
5e). Overige onderwerpen bedrijfsvoering
IB rapporteert over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
IB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
IB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft IB inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
IB doet verslag van de voortgang van huisvestingskosten.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van IB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
IB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting, in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en tenminste € 50.000 ten opzichte van dezelfde begrotingspost voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen
Het IB doet jaarlijks verslag van de bestuurskosten van de leden van het Bestuur (artikel 5, vierde lid, Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt IB in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van IB geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow, voor zover deze betrekking hebben op de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening IB bestaat uit de volgende onderdelen:
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
Met ingang van het jaar 2014 is het IB verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten. SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
Bestemmingsfonds voor investeringen
IB beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is IB derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt IB een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
Balans IB per 31 december
|
jaar t
|
jaar t-1
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
|
|
|
• eigen vermogen
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
• bestemmingsfonds
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
Resultatenrekening IB/Saldo van baten en lasten (met toelichting)
|
jaar t Regulier
|
jaar t Projecten
|
jaar t Totaal
|
jaar t-1 Regulier
|
jaar t-1 Projecten
|
jaar t-1 Totaal
|
Rijksbijdrage
|
|
|
|
|
|
|
Incidenteel budget
|
|
|
|
|
|
|
Overige baten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Loonkosten eigen personeel
|
|
|
|
|
|
|
Kosten extern personeel
|
|
|
|
|
|
|
Overige personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afschrijvingskosten
|
|
|
|
|
|
|
Huisvestingskosten
|
|
|
|
|
|
|
Automatiseringskosten
|
|
|
|
|
|
|
Kantoorkosten
|
|
|
|
|
|
|
Vervoerskosten
|
|
|
|
|
|
|
Overige beheerskosten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overig beheer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beleidsbudgetten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overige kosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel
(n.v.t.)
12. VBTB-informatie
(n.v.t.)
13. Kwantitatieve informatie met wet
(n.v.t.)
14. Toezichtbevindingen
IB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
Bijlage XX. behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI
Planning & control producten van BKWI
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BKWI (als organisatieonderdeel van UWV) periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijds verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
Ten aanzien van BKWI wordt één planningsdocument opgeleverd, te weten het jaarplan met begroting (vóór 1 oktober). Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van het Besluit SUWI en de andere taken die BKWI ten behoeve van gemeenten verricht. Ten aanzien van BKWI dient UWV zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
|
I
|
II
|
III
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
d. speerpunten handhaving
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
4. Ketensamenwerking
|
x
|
x
|
x
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
a. Rechtmatigheid
|
|
|
x
|
b. Doelmatigheid
|
x
|
|
x
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
x
|
x
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
x
|
x
|
x
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
6. Governance
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
c. opbouw per wet/andere taken
|
x
|
x
|
x
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
h. bestuurskosten
|
|
|
x
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
|
x
|
|
x
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
12. VBTB-informatie (n.v.t.)
|
|
|
|
13. Kwantitatieve informatie per wet (n.v.t.)
|
|
|
|
14. Toezichtbevindingen
|
|
|
x
|
Legenda
I
|
jaarplan met begroting
|
II
|
tussentijdse verslag
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
(n.v.t.)
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat (volgens de VBTB-systematiek) in op de volgende vragen:
• Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Wijzigingen in de andere taken.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden verantwoord. Indien van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
UWV doet ten aanzien van BKWI verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ketensamenwerking
Voor de elektronische voorzieningen wordt verslag gedaan van de samenwerking tussen ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen door BKWI zijn genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen BKWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering van BKWI. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
5a). Rechtmatigheid
De wijze waarop UWV ten aanzien van BKWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie BKWI. Ten aanzien van BKWI wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur van UWV wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
UWV rapporteert in het jaarverslag over het onderdeel BKWI over het totstandkomingproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel het tussentijdse verslag als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert UWV over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer van BKWI. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd. Het UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
5e). Overige onderwerpen bedrijfsvoering
UWV rapporteert voor het onderdeel BKWI over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen bij BKWI. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft UWV voor de bijdrage van BKWI inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
UWV doet verslag van de voortgang van huisvestingskosten van BKWI.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting door UWV van het organisatieonderdeel BKWI en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op welke wijze risico’s binnen het organisatieonderdeel BKWI zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen (jaarrekening).
Bestuurskosten
BKWI doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI), en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt BKWI in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).
10. Jaarrekening
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken. De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Accountantsverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
Met ingang van het jaar 2014 is het BKWI verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten. SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
Egalisatiereserve en bestemmingsfonds voor investeringen
BKWI beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BKWI derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt BKWI een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
Balans BKWI per 31 december
|
jaar t
|
jaar t-1
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
|
|
|
• eigen vermogen
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
• bestemmingsfonds
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
Resultatenrekening BKWI/Saldo van baten en lasten (inclusief toelichting)
|
jaar t Regulier
|
jaar t Projecten
|
jaar t
Totaal
|
jaar t-1
Regulier
|
jaar t-1
Projecten
|
jaar t-1
Totaal
|
Rijksbijdrage
|
|
|
|
|
|
|
Incidenteel budget
|
|
|
|
|
|
|
Overige baten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Loonkosten eigen personeel
|
|
|
|
|
|
|
Kosten extern personeel
|
|
|
|
|
|
|
Overige personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afschrijvingskosten
|
|
|
|
|
|
|
Huisvestingskosten
|
|
|
|
|
|
|
Automatiseringskosten
|
|
|
|
|
|
|
Kantoorkosten
|
|
|
|
|
|
|
Vervoerskosten
|
|
|
|
|
|
|
Overige beheerskosten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overig beheer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beleidsbudgetten
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overige kosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel
(n.v.t.)
12. VBTB-informatie
(n.v.t.)
13. Kwantitatieve informatie met wet
(n.v.t.)
14. Toezichtbevindingen
BKWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
Bijlage XXII. als bedoeld in artikel 5.10d, vijfde lid, van de Regeling SUWI
CONTROLEVERKLARING van de onafhankelijke accountant
Aan:
Verklaring betreffende de wettelijke jaarrekening c.a.
Ingevolge Artikel 49 lid 3 van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Wet SUWI) hebben wij de volgende elementen die alle deel uitmaken van het jaarverslag 201X van het zbo /de stichting en hierna samen worden aangeduid als de jaarrekening c.a., gecontroleerd:
• De jaarrekening 201X van het zbo /de stichting (jaarverslag 201X, paginanummers xx tot en met xx). Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 201X en de winst-en-verliesrekening over 201X met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen en waarin ook begrepen het overzicht van personele topinkomens over 201X;
• De in de bedrijfsvoeringparagraaf opgenomen rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitvoering over 201X (jaarverslag 201X, pagina xx e.v.);
• De weergave van de uitgaven aan onderwijsvoorzieningen in 201X (jaarverslag 201X, pagina xx). NB: Alleen indien van toepassing.
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur zbo/Stichtingsbestuur/Raad/Directie
De Raad van Bestuur zbo/Stichtingsbestuur/Raad/Directie is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening c.a., alsmede voor het opstellen van de overige onderdelen van het jaarverslag, alle in overeenstemming met de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap. De Raad van Bestuur zbo/Stichtingsbestuur/Raad/Directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening c.a. mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening c.a. op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b, Accountantscontrole. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening c.a. geen afwijkingen van materieel belang bevatten.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de verantwoordingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening c.a. een afwijking van materieel belang bevatten als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening c.a. en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het zbo /de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur zbo/Stichtingsbestuur/ Raad/Directie gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening c.a..
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel geven de in het jaarverslag 201X van het zbo/de stichting opgenomen
• jaarrekening over 201X met de financiële toelichtingen daarbij waarin begrepen het overzicht van personele topinkomens over 201X;
• de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitvoering over 201X; en
• de weergave van de uitgaven in 201X aan onderwijsvoorzieningen. NB: Alleen indien van toepassing.
een getrouw beeld van de uitkomsten van de taakuitvoering van het zbo/de stichting over 201X in overeenstemming met de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap. (NB: Zin vanaf ‘waaronder’ alleen indien van toepassing.)
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Tevens vermelden wij dat de overige delen van het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar zijn met de jaarrekening c.a.
Plaats, datum
Accountant van
Naam accountant en ondertekening met die naam
Inleiding
Doelmatigheid is een begrip dat op verschillende manieren kan worden gedefinieerd.
Een gangbaar onderscheid is die tussen ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ en ‘doelmatigheid van beleid’. Bij ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ staat de samenhang tussen de geleverde prestaties (producten of diensten) – uitgedrukt in kwantiteit én kwaliteit – en de ingezette middelen centraal. De ‘doelmatigheid van beleid’ benadert doelmatigheid op een hoger abstractieniveau, waarbij de relatie tussen beoogde effecten en ingezette middelen centraal staat.
In de context van de Wet SUWI gaat het om de doelmatigheid van de uitvoering van de sociale verzekeringen en wetten in het verstreken boekjaar en de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoen aan eisen van doelmatigheid. De uitwerking van het doelmatigheidsbegrip die in het kader van de Regeling SUWI wordt gegeven heeft betrekking op de doelmatigheid van bedrijfsvoering.
Definitie doelmatigheid
Een organisatie is doelmatig als er een goed evenwicht is tussen de geleverde prestaties (primair in kwantiteit en secundair in kwaliteit) en de door haar ingezette middelen.
In aansluiting op de definitie van doelmatigheid werken UWV, SVB, IB en BKWI hun eigen toetsingskader uit.
Minimumeisen toetsingskader
Het toetsingskader dient aan de volgende minimumeisen te voldoen:
1. het kader gaat in op de maatregelen die de organisatie heeft genomen om de doelmatigheid inzichtelijk te maken;
2. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie verantwoording aflegt over de mate waarin prestaties (producten of diensten) conform de afspraken met de Minister zijn gerealiseerd. Hierbij moet de organisatie aspecten meenemen die een uitspraak doen over het aantal producten, diensten of klanten alsmede over de kwaliteit van de producten of diensten. Kwaliteitsaspecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op klanttevredenheid, het aantal klachten en rechtmatigheid;
3. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de middelen die nodig zijn geweest voor het realiseren van de onderscheiden producten of diensten;
4. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de relatie tussen de gerealiseerde prestaties en de daarbij verbruikte middelen. Hierbij dient de gerealiseerde doelmatigheid te worden afgezet tegen de eventueel bij de begroting van jaar t bepaalde doelstelling m.b.t. te realiseren doelmatigheid ten opzichte van jaar t-1;
5. indien de organisatie niet aan de bovenstaande minimumeisen kan voldoen dient een uitleg te worden gegeven over de reden hiervoor en dient de organisatie aan te geven hoe en wanneer de gedefinieerde eindsituatie zal worden bereikt.
Rol van de accountant
De accountant gaat in de context van de Wet SUWI in zijn verslag van bevindingen in op de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoet aan de eisen van doelmatigheid.
De accountant heeft als taak in zijn verslag van bevindingen te rapporteren over de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de verantwoording over de doelmatigheid.
De accountant stelt in dit verband ook vast of de organisatie een toetsingskader hanteert dat voldoende rekening houdt met de in deze toelichting benoemde minimumeisen.