Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
basisgegevens: gegevens die in een al dan niet door de minister gedefinieerde vorm beschikbaar zijn
bij het UWV en de SVB;
-
BIDN: het Bureau Informatiediensten Nederland, genoemd in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI;
-
melding: de melding, bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de Participatiewet, artikel 16a, tweede lid, van de IOAW of artikel 16a, tweede lid, van de IOAZ;
-
minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
-
TW: de Toeslagenwet;
-
Wajong:
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;
-
WIA:
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Artikel 1.2. Vaststelling zetels
Artikel 1.3. Aanwijzing van een de gemeenten vertegenwoordigende rechtspersoon
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 1.4. Voorafgaande instemming besluiten UWV en SVB
Besluiten van het UWV en de SVB,
-
a. tot het verwerven en vervreemden van eigendom van registergoederen die afzonderlijk
een bedrag van € 250.000,– niet te boven gaan;
-
b. tot het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur of verhuur van registergoederen
die afzonderlijk een bedrag op jaarbasis van € 1.000.000,– niet te boven gaan;
behoeven niet de voorafgaande instemming van de minister, bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de Wet SUWI.
Artikel 1.5. Gegevensverwerking in verband met verrichten andere werkzaamheden
-
1 De verwerking van gegevens door het UWV en de SVB bij de uitvoering van andere werkzaamheden,
bedoeld in artikel 73a, eerste lid, van de Wet SUWI, vindt uitsluitend plaats indien:
-
a. de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die andere dan wettelijke taken;
-
b. de gegevens systematisch worden verwerkt; en
-
c. de gegevens, en de wijze van verwerking daarvan, zijn omschreven in de overeenkomst
op grond waarvan de andere dan wettelijke taken worden verricht.
Artikel 1.6. Kostentoerekening in verband met verrichten andere werkzaamheden
Het UWV en de SVB brengen voor het verrichten van andere werkzaamheden, bedoeld in
artikel 5, eerste lid, van de Wet SUWI, zodanige prijzen in rekening aan de opdrachtgever dat valt aan te nemen dat, gerekend
over het desbetreffende jaar, alle directe en indirecte aan die andere taken toe te
rekenen lasten door de te verwachten baten zijn gedekt.
Artikel 1.7. Secretariaat landelijke cliëntenraad
De minister wijst een rechtspersoon aan waar het secretariaat van de landelijke cliëntenraad,
bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet SUWI, wordt ondergebracht.
Artikel 1.8. Centrumgemeente
De centrumgemeenten, bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, van het Besluit SUWI zijn:
-
– Alkmaar (arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord);
-
– Almere (arbeidsmarktregio Flevoland);
-
– Amersfoort (arbeidsmarktregio Amersfoort);
-
– Amsterdam (arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam);
-
– Apeldoorn (arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe);
-
– Arnhem (arbeidsmarktregio Midden-Gelderland);
-
– Breda (arbeidsmarktregio West-Brabant);
-
– Den Bosch (arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant);
-
– Den Haag (arbeidsmarktregio Haaglanden);
-
– Doetinchem (arbeidsmarktregio Achterhoek);
-
– Dordrecht (arbeidsmarktregio Drechtsteden);
-
– Ede (arbeidsmarktregio Foodvalley);
-
– Eindhoven (arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant);
-
– Emmen (arbeidsmarktregio Drenthe);
-
– Enschede (arbeidsmarktregio Twente);
-
– Goes (arbeidsmarktregio Zeeland);
-
– Gorinchem (arbeidsmarktregio Gorinchem);
-
– Gouda (arbeidsmarktregio Midden-Holland);
-
– Groningen (arbeidsmarktregio Groningen);
-
– Haarlem (arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond);
-
– Heerlen (arbeidsmarktregio Zuid-Limburg);
-
– Helmond (arbeidsmarktregio Helmond-De Peel);
-
– Hilversum (arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek);
-
– Leeuwarden (arbeidsmarktregio Friesland);
-
– Leiden (arbeidsmarktregio Holland Rijnland);
-
– Nijmegen (arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen);
-
– Roermond (arbeidsmarktregio Midden-Limburg);
-
– Rotterdam (arbeidsmarktregio Rijnmond);
-
– Tiel (arbeidsmarktregio Rivierenland);
-
– Tilburg (arbeidsmarktregio Midden-Brabant);
-
– Utrecht (arbeidsmarktregio Midden-Utrecht);
-
– Venlo (arbeidsmarktregio Noord-Limburg);
-
– Zaanstad (arbeidsmarktregio Zaanstreek/Waterland);
-
– Zoetermeer (arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal);
-
– Zwolle (arbeidsmarktregio Zwolle).
Hoofdstuk 2. Landelijke cliëntenraad
Artikel 2.1. Middelen landelijke cliëntenraad
-
1 De minister stelt jaarlijks voor 1 december de omvang van de middelen van de landelijke
cliëntenraad als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet SUWI, vast aan de hand van een jaarplan met begroting.
Artikel 2.2. Jaarplan, begroting, voorschotten, jaarverslag, jaarrekening en controleverklaring
-
1 Elk jaar wordt ten behoeve van het beschikbaar stellen van de middelen voor de landelijke
cliëntenraad voor 1 juli van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar een beknopt
concept jaarplan met een globale begroting en voor 1 oktober van dat jaar een jaarplan
met begroting en een voorstel voor de hoogte van de twee voorschotten, ingediend.
Hoofdstuk 3. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
§ 3.1. Melding arbeidsongeschiktheid aan pensioenuitvoerder
Artikel 3.1. Melding arbeidsongeschiktheid aan pensioenuitvoerder
-
1 De melding, bedoeld in artikel 37 van de Pensioenwet en artikel 45 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, van de arbeidsongeschiktheid van deelnemers, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, door het UWV aan een pensioenuitvoerder, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet
en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, betreft de verwerking
van gegevens over de aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsuitkering, waarbij:
-
a. een pensioenuitvoerder een bestand van deelnemers en gewezen deelnemers verstrekt
aan het UWV;
-
b. het UWV de gegevens van de deelnemers en de gewezen deelnemers in verband brengt met
gegevens van personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV hebben aangevraagd;
-
c. het UWV de gegevens van deelnemers en gewezen deelnemers naar aanleiding van een aanvraag
voor een uitkering op grond van de in de aanhef genoemde arbeidsongeschiktheidsverzekeringswetten
verstrekt aan een pensioenuitvoerder.
Artikel 3.2. Nadere voorwaarden
-
3 Het UWV overlegt over de inrichting van de elektronische voorziening, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, met een vertegenwoordiging van de pensioenuitvoerders.
§ 3.1a. Gegevensverstrekking ten behoeve van basisregistratie personen
Artikel 3.3. Toegang tot adresgegevens polisadministratie ten behoeve van basisregistratie
personen
-
2 De adresgegevens, bedoeld in het eerste lid, die door het UWV worden verstrekt betreffen
de in Bijlage I bij het Besluit SUWI onder Straatadres Nederland tot en met Straatadres buitenland genoemde gegevens.
-
3 Het UWV verstrekt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, op de door het college van
burgemeester en wethouders bij het verzoek aangegeven wijze of verwerkt die gegevens
in het kader van de gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI.
-
4 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders verwerken de adresgegevens,
bedoeld in eerste en tweede lid, in het kader van de gezamenlijke elektronische voorzieningen
SUWI op de wijze, bedoeld in artikel 6.2, 6.3 en 6.4.
-
6 Het UWV verstrekt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, zonder gebruikmaking van
de gezamenlijke elektronische voorzieningen, maximaal vier maal in een kalenderjaar
aan het zelfde college van burgemeester en wethouders.
§ 3.1b. Gegevensverstrekking aan uitvoerders van private aanvullingsregelingen
Artikel 3.3a. Kosten gegevensverstrekking door het UWV
Indien het UWV gegevens verstrekt aan derden als bedoeld in artikel 73, tweede lid, van de Wet SUWI, brengt het UWV deze derden ter zake van deze gegevenslevering kosten in rekening
volgens door het UWV vastgestelde en voor aanvang van het kalenderjaar gepubliceerde
tarieven. Het UWV kan bij de vaststelling van tarieven rekening houden met kosten
voor ontwikkeling van systemen voor de verstrekking van gegevens, kosten voor aansluiting
van ontvangers van de gegevens op systemen van het UWV en kosten per verstrekking.
§ 3.2. Verzekerdenadministratie UWV
Artikel 3.4. Nadere begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
-
a. arbeidsverhouding: de rechtsbetrekking tussen een werkgever en een natuurlijk persoon,
krachtens welke deze persoon verplicht is, arbeid te verrichten voor die werkgever;
-
b. jaaropgave: de jaaropgave, bedoeld in artikel 8 van het Loonadministratiebesluit;
-
c. melding sociale verzekeringen: de melding sociale verzekeringen, bedoeld in de artikelen 1 en 4 van het Besluit melding sociale verzekeringen;
-
d. uitkeringsgerechtigde: verzekerde die recht heeft op een uitkering of arbeidsondersteuning
krachtens de Ziektewet, de WW, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wajong, TW of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;
-
e. uitkeringsverhouding: de rechtsbetrekking ter zake van een recht op uitkering of
arbeidsondersteuning krachtens de Ziektewet, de WW, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wajong, de TW of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, tussen een uitkeringsgerechtigde en het UWV;
-
f. verzekerde:
-
g. verzekerdenadministratie: een systeem, dan wel een geheel van systemen of delen daarvan,
door middel waarvan de in deze regeling gedefinieerde gegevens van verzekerden op
systematische wijze worden vastgelegd om te kunnen worden geraadpleegd, uitgewisseld
en samengevoegd en in onderling verband te kunnen worden gebracht, dat door het UWV
wordt beheerd als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Wet SUWI, zoals die bepaling luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding
van artikel 5 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;
-
h. verzekeringsverhouding: de rechtsbetrekking ter zake van een wettelijke verzekering
als bedoeld in artikel 30 van de Wet SUWI, dan wel op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, tussen een verzekerde en het UWV waarbij hij geregistreerd is als verzekerde;
-
i. code SZ: een aanduiding waarmee de wet, op grond waarvan de verzekerings- of uitkeringsverhouding
bestaat, wordt aangegeven;
-
j. overwerk: arbeid verricht buiten de voor de betrokkene vastgestelde dagelijkse werktijd,
voorzover daardoor deze werktijd wordt overschreden;
-
k. feestdag: Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede
Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.
Artikel 3.5. Vastleggen van gegevens
-
1 Ten behoeve van de uitvoering van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de wettelijke regelingen, bedoeld in artikel 30 van de Wet SUWI, worden in de verzekerdenadministratie ten aanzien van elke verzekerde ten minste
de volgende gegevens door het UWV vastgelegd:
-
a. persoonsgegeven: burgerservicenummer;
-
b. werkgeversgegeven: aansluitingsnummer;
-
c. gegevens van de arbeidsverhouding:
-
d. gegevens van de verzekeringsverhouding:
-
1º. datum aanvang verzekeringsverhouding;
-
2º. datum einde verzekeringsverhouding;
-
3º. code SZ verzekeringsverhouding;
-
e. gegevens van de uitkeringsverhouding:
-
1º. datum aanvang uitkeringsverhouding;
-
2º. datum einde uitkeringsverhouding;
-
3º. code SZ uitkeringsverhouding.
Artikel 3.6. Onderling verband gegevens in verzekerdenadministratie
Artikel 3.7. Bewaren van gegevens
-
1 Het UWV houdt de gegevens bedoeld in artikel 3.5, onderdelen a tot en met e, gedurende ten minste vijf kalenderjaren na het jaar waarin deze gegevens zijn opgenomen,
beschikbaar ten behoeve van raadplegingen.
-
2 Vanaf het moment dat een verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt of voor het bereiken
van die leeftijd overlijdt, worden de hem betreffende, in de verzekerdenadministratie
opgenomen gegevens, gedurende vijf jaren te rekenen vanaf dat moment door het UWV
bewaard.
Artikel 3.8. Vulling en onderhoud van de verzekerdenadministratie
-
3 De in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, bedoelde berichten en gegevensstromen
worden bewaard voor een periode van ten minste 5 jaren na afloop van het kalenderjaar
waarin de gegevens in de verzekerdenadministratie zijn verwerkt.
Artikel 3.9. Verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie
Artikel 3.10. Verificatie van gegevens
Artikel 3.11. Gemeenschappelijke verwijsindex
-
2 Van de verzekerde, met wie het UWV een verzekeringsverhouding of een uitkeringsverhouding
heeft, worden in de gemeenschappelijk verwijsindex, zodanig dat zij direct te raadplegen
zijn, ten minste de volgende verwijsgegevens opgenomen:
-
a. het burgerservicenummer;
-
b. de aard van de verhouding, waarbij de aard van de uitkeringsverhouding wordt aangeduid
met de code SZ-wet;
-
c. gegevens over het UWV-onderdeel en de locatie waar de verhouding is geadministreerd;
-
d. de begindatum van de verhouding;
-
e. de einddatum van de verhouding;
-
f. het dossiernummer, behorend bij de verhouding.
§ 3.3. Facultatieve gegevensaanlevering
Artikel 3.12. Verwerking van gegevens
§ 3.4. Gegevensverstrekking doelgroepregistratie arbeidsbeperkten
§ 3.5. Tijdelijke gerichte bevordering gebruik Wajong
§ 3.6. Hosting CompetentNL
Artikel 3.15. Hosting CompetentNL
-
1 Met het oog op het koppelen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en in het onderwijs,
stelt het UWV een geüniformeerde set van beschrijvingen van vaardigheden, kennisgebieden
en talenbeheersing beschikbaar aan bedrijven en instellingen, ten behoeve van de ontwikkeling
van toepassingen.
-
2 Het UWV stelt de set publiek en centraal beschikbaar op een portaal, in de vorm van
Linked Open Data via een aparte gateway. Het UWV beheert het portaal en de bijbehorende
centrale servicedesk, en biedt gebruiksondersteuning aan bedrijven en instellingen.
Hoofdstuk 4. Re-integratie
§ 4.1. Persoonsgebonden re-integratieovereenkomst en persoonsgebonden re-integratiebudget
Artikel 4.1. Hoogte persoonsgebonden reïntegratiebudget
De subsidie, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Invoering en financiering Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen, en de door het UWV aan het re-integratiebedrijf of de arbodienst maximaal te vergoeden
kosten van de uitvoering van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst, bedoeld
in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Invoering en financiering Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen bedragen ten hoogste € 3630,– per cliënt.
§ 4.2. Budgetten WW
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4.2. Budget ex artikel 130 WW
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4.3. Budget ex artikel 130c WW 2003
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4.4. Budget ex artikel 93b WW 2003
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4.5. Budget ex artikel 130c WW 2004
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4.5a. Budget ex artikel 130c WW 2005
[Vervallen per 01-01-2006]
§ 4.3. Maximering subsidies
§ 4.4. Individuele re-integratieovereenkomst
[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht.]
Artikel 4.6. Voorwaarden individuele re-integratieovereenkomst
Het UWV en de overheidswerkgever stellen regels omtrent voorwaarden waaraan een re-integratiebedrijf,
deskundige persoon of arbodienst moet voldoen, alvorens met dat bedrijf, die persoon
of die dienst een individuele re-integratieovereenkomst wordt gesloten.
Die regels hebben in elk geval betrekking op:
-
1°. uitsluitingsgronden;
-
2°. kwaliteitseisen;
-
3°. ervaringseisen.
Artikel 4.7. Inhoud plan
[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht.]
-
1 Het UWV en de overheidswerkgever kunnen uitsluitend een individuele re-integratieovereenkomst
sluiten indien de aanvraag vergezeld gaat van een door of namens de aanvrager, bedoeld
in artikel 4.2, eerste lid, danwel artikel 4.2a, eerste lid, van het Besluit SUWI, opgesteld plan waarin in elk geval zijn opgenomen:
-
1°. het opleidingsniveau en het burgerservicenummer van de aanvrager;
-
2°. een beschrijving van de werkzaamheden die op grond van de individuele re-integratieovereenkomst
zullen worden verricht;
-
3°. de verwachte begin- en einddatum van de werkzaamheden die op grond van de individuele
re-integratieovereenkomst zullen worden verricht;
-
4°. de beroepsactiviteiten die de aanvrager naar verwachting na afloop van die periode
kan vervullen;
-
5°. een opgave van de kosten van de werkzaamheden die op grond van de individuele re-integratieovereenkomst
zullen worden verricht.
Artikel 4.8. Inhoud van de individuele re-integratieovereenkomst
[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht.]
In de individuele re-integratieovereenkomst wordt in elk geval geregeld:
-
a. dat een door het UWV of de overheidswerkgever te bepalen deel van de kosten van de
door het re-integratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst verrichte werkzaamheden
slechts door het UWV of de overheidswerkgever wordt vergoed indien de persoon, ten
behoeve van wie een individuele re-integratieovereenkomst is gesloten, binnen drie
maanden nadat de werkzaamheden bedoeld in dit contract zijn geëindigd het verrichten
van arbeid duurzaam heeft hervat, waarbij het UWV of de overheidswerkgever voor personen
verschillende definities van duurzame werkhervatting mag hanteren;
-
b. dat het re-integratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst op door het UWV
of de overheidswerkgever te bepalen tijdstippen bij het UWV of de overheidswerkgever
een rapportage indient waarin een beschrijving is opgenomen van de werkzaamheden die
zijn verricht ten behoeve van de inschakeling in het arbeidsproces van de persoon.
In de rapportage wordt een prognose voor de resterende periode van het traject beschreven;
-
c. dat de overeenkomst door beide partijen slechts wegens gewichtige redenen tussentijds
door opzegging kan worden beëindigd.
Hoofdstuk 5. Financiering, verantwoording en informatievoorziening
Artikel 5.1. Toerekening uitvoeringskosten UWV en SVB
[Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 5.2. Indiening ontwerpen van jaarplan met begroting door UWV en SVB
[Vervallen per 01-10-2025]
Artikel 5.3. Tijdstip aanbieding jaarplan met begroting door UWV, SVB en BIDN en voorlegging
aan Staten-Generaal
-
2 De jaarplannen met begrotingen van het UWV , de SVB, en het BIDN bevatten in elk geval
een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende
bijlagen VI, VIII en XI.
-
3 Het jaarplan van het UWV bestaat uit twee afzonderlijke delen, waarvan één deel uitsluitend
betrekking heeft op het in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel en het andere deel op het UWV met uitzondering van
het bedoelde organisatieonderdeel.
Artikel 5.4. Meerjarenbeleidsplan van UWV en SVB
[Vervallen per 01-01-2014]
Artikel 5.5. Jaarplan van RWI
[Vervallen per 24-09-2010]
Artikel 5.6. Begroting van RWI
[Vervallen per 24-09-2010]
Artikel 5.7. Raming van inkomsten en uitgaven van RWI
[Vervallen per 24-09-2010]
Artikel 5.8. Raming van investeringsuitgaven van RWI
[Vervallen per 24-09-2010]
Artikel 5.9. De toelichting op de begroting
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 5.10. Jaarverslag, tussentijdse verslagen en jaarrekening RWI
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 5.10a. Jaarverslag, tussentijdse verslagen en jaarrekening van UWV, SVB en
BIDN
[Toekomstige wijziging(en) voorzien met ingang van: 01-01-2027. Zie het wijzigingenoverzicht.]
-
2 De in de jaarrekening van het UWV en de SVB op te nemen egalisatiereserve, bedoeld
in artikel 52 van de Wet SUWI, heeft slechts betrekking op de uitvoeringskosten. De egalisatiereserve bedraagt
ten hoogste 5 procent van het over de voorgaande 3 jaar toegekende budget voor de
uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet SUWI en bedraagt niet minder dan nul. Dotatie en onttrekking aan en vrijval van de egalisatiereserve
wordt afzonderlijk vermeld en toegelicht in de jaarrekening.
-
4 Het jaarverslag, de tussentijdse verslagen en de jaarrekening van het UWV bestaan
uit twee afzonderlijke delen, waarvan één deel uitsluitend betrekking heeft op het
in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel en het andere deel op het UWV met uitzondering van
het bedoelde organisatieonderdeel.
-
5 De delen van het jaarverslag en de tussentijdse verslagen die betrekking hebben op
het in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel bevatten in elk geval een omschrijving van de onderwerpen
die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage XX. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
-
6 Het jaarverslag, de jaarrekening en de tussentijdse verslagen van het BIDN bevatten
in ieder geval een omschrijving van de onderwerpen, die zijn opgenomen in bijlage XI. Het BIDN vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, waarbij het tweede lid van overeenkomstige toepassing is.
§ 5.1b. Accountantscontrole
Artikel 5.10c. Het onderzoek
-
6 De accountant stelt de controlebevindingen vast van de uitvoering van de in de artikelen 30, eerste lid, onderdeel a, 32d, eerste en tweede lid, en 34, eerste lid, onderdelen a en d, van de Wet SUWI genoemde taken, voor zover het gaat om de uitvoering van wettelijke regelingen waarin
uitkeringen of voorzieningen worden toegekend en waarvan de kosten ten laste komen
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, of de fondsen, bedoeld in
artikel 1, onderdelen f, g, j tot en met n en w, van de Wfsv.
-
7 De omvangsbasis wordt voor elk van de taken, bedoeld in het zesde lid, op overeenkomstige
wijze als voor de omvangsbasis voor de jaarrekening als geheel bepaald. Bij het bepalen
van de omvang van de controle op het niveau van een wet houdt de accountant rekening
met de volgende toleranties in verhouding tot de gehanteerde omvangsbasis:
-
a. wet ≤ € 50 miljoen: tolerantie = 10%;
-
b. wet > € 50 miljoen en < € 500 miljoen: tolerantie = € 5 miljoen;
-
c. wet ≥ € 500 miljoen: tolerantie = 1%.
Artikel 5.10d. De verklaring
-
3 De accountant toetst de hoogste van de drie financiële foutpercentages en drie onzekerheidspercentages,
bedoeld in het tweede lid, aan de in onderstaande tabel opgenomen toleranties en baseert
daarop de strekking van zijn verklaring.
|
Goedkeuringstoleranties
|
Goedkeurende verklaring
|
Verklaring met beperking
|
Verklaring met oordeelonthouding
|
Afkeurende verklaring
|
|
Financiële fouten in de verantwoording
|
≤ 1%
|
> 1% en ≤ 3%
|
|
> 3%
|
|
Onzekerheden in de controle
|
≤ 3%
|
> 3% en ≤ 10%
|
> 10%
|
|
-
4 Bij de bepaling van de strekking van de uiteindelijke controleverklaring weegt de
accountant het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheidsrapportage
in de bedrijfsvoeringsparagraaf, waaronder de getrouwheid van de rapportage over het
gevoerde beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Voor de getrouwheid van de rechtmatigheidsrapportage geldt geen kwantitatieve goedkeuringstolerantie.
Artikel 5.10e. Het verslag van bevindingen
-
1 Het UWV, de SVB, en het BIDN dragen er zorg voor dat de minister door middel van het
verslag van bevindingen inzicht wordt geboden in de belangrijkste uitkomsten van de
controlewerkzaamheden van de accountant, in elk geval met betrekking tot:
-
a. fouten en onzekerheden voor de bepaling van de strekking van de controleverklaring;
-
b. overige fouten en onzekerheden die niet worden gehanteerd voor de bepaling van de
strekking van de controleverklaring;
-
c. de doelmatigheid van het beheer en de organisatie, zoals omschreven in de bij deze
regeling behorende bijlage XXIII;
-
d. het jaarverslag, voor wat betreft de prestatie-indicatoren en kengetallen;
-
e. het jaarverslag, voor wat betreft de bedrijfsvoeringsparagraaf.
-
2 De accountant hanteert bij zijn controlewerkzaamheden als toetsingskader voor de onderdelen,
genoemd in het eerste lid:
bij a. de getrouwheid;
bij b. de getrouwheid;
bij c. de ordelijke en controleerbare totstandkoming;
bij d. de ordelijke, controleerbare en deugdelijke totstandkoming voor wat betreft
de prestatie-indicatoren;
bij e. de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de bedrijfsvoeringsparagraaf
en de getrouwheid voor wat betreft de rechtmatigheidsrapportage in de bedrijfsvoeringsparagraaf.
-
3 De accountant onderzoekt de rechtmatige uitvoering van de regelingen, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de Wet SUWI, en vermeldt de uitkomsten van dit onderzoek in het verslag van bevindingen.
[Vervalt op 01-01-2027. Zie het wijzigingenoverzicht.]
Artikel 5.10f. Begripsbepalingen
[Vervalt op 01-01-2027. Zie het wijzigingenoverzicht.]
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.10g. Kassiersverslag UWV
[Vervalt op 01-01-2027. Zie het wijzigingenoverzicht.]
-
2 Op het kassiersverslag zijn de artikelen 5.10b, 5.10c, eerste tot en met derde en vijfde lid, 5.10d, eerste tot en met vierde lid en 5.10e, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, onderdelen a en b, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van 'jaarrekening'
moet worden gelezen 'kassiersverslag' en in plaats van 'baten en lasten' moet worden
gelezen 'ontvangsten en uitgaven'.
§ 5.2. Informatievoorziening
§ 5.2.1. Informatieverstrekking UWV en SVB aan de minister en de Nederlandse Arbeidsinspectie
Artikel 5.11. Basisgegevens
-
2 Het UWV en de SVB dragen er zorg voor dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid,
voorzover zij zijn verwerkt voor de uitvoering van de aan het UWV en de SVB opgedragen
taken, tenminste vijf jaar worden bewaard nadat de taak ten aanzien van de geregistreerde
persoon is geëindigd.
Artikel 5.12. Periodieke informatieverstrekking
-
2 Het UWV en de SVB verstrekken ten behoeve van het jaarverslag van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid de informatie, bedoeld in de bij deze regeling behorende
bijlagen VI, en VIII op het in deze bijlagen bepaalde tijdstip.
Artikel 5.13. Jaarlijkse informatieverstrekking voor de Rijksbegroting
[Vervallen per 01-01-2014]
Artikel 5.14. Informatieverstrekking aan derden
-
4 Op verzoek van de minister verstrekt het UWV gegevens en informatie aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor zover deze gegevens noodzakelijk
zijn voor statistische doeleinden ten behoeve van de coördinatie van het overheidspersoneelsbeleid
of aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor zover deze gegevens noodzakelijk
zijn voor statistische doeleinden ten behoeve van de coördinatie van het onderwijspersoneelsbeleid.
Het UWV levert periodiek volgens bijlage IX, de in bijlage IX genoemde bestanden.
-
5 Het UWV en de SVB plegen overleg met de personen of instanties, bedoeld in het eerste,
tweede, derde en vierde lid, over de inhoud, de vorm, de wijze en het tijdstip waarop
de informatieverstrekking, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, plaatsvindt.
-
6 De minister en de Nederlandse Arbeidsinspectie dragen er zorg voor, dat de personen
en instanties, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, van het UWV en
de SVB niet meer gegevens en informatie krijgen dan noodzakelijk is voor de uitvoering
van het onderzoek dan wel voor de taak ten behoeve waarvan bedoelde personen of instanties
de gegevens en informatie ontvangen en overleggen met het UWV en de SVB over de wijze
waarop dit kan worden bereikt.
Artikel 5.15. Openbaarmaking onderzoeksrapporten en statistische rapportages
-
1 Het UWV en de SVB brengen rapporten over onderzoek dat door of in opdracht van de
uitvoeringsorganisatie is uitgevoerd, ter kennis van de minister. De rapporten over
onderzoeken, waarvan de minister niet reeds op de hoogte was of kon zijn, worden uiterlijk
twee weken voor openbaarmaking aan de minister verstrekt.
Artikel 5.16. Kwaliteit van de informatievoorziening
-
1 Het UWV en de SVB dragen zorg voor een deugdelijke administratie en organisatie, waaronder
begrepen dusdanige procedures en voorzieningen dat er, mede gelet op de stand van
de kennis op het terrein van de kwaliteitszorg, voldoende waarborgen aanwezig zijn
voor:
-
a. het kunnen voldoen aan de informatieverplichtingen, bedoeld in § 5.2.1;
-
b. tijdige verstrekking van gegevens en informatie;
-
c. voldoende actualiteit;
-
d. het voldoen aan het normenkader voor de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatie
zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage XVII (‘Normenkader betrouwbaarheid niet-financiële informatie’);
-
e. continuïteit van de verstrekking en opslag van gegevens en informatie.
Artikel 5.17. Stukken Raad van bestuur en Raad van advies
[Vervallen per 28-02-2008]
Artikel 5.17a. Melding van belangrijke voornemens tot uitbesteding
-
1 Het UWV, de SVB en stellen de minister en de Nederlandse Arbeidsinspectie zo spoedig
mogelijk in kennis van hun voornemens tot het door één of meer andere rechtspersonen
of natuurlijke personen laten verrichten van werkzaamheden op het terrein van facilitaire
dienstverlening of personeelsbeleid, indien het zwaarwegend karakter ervan daartoe
naar hun oordeel aanleiding geeft.
Artikel 5.18. Wijziging informatieverstrekking
De minister wijzigt de bepalingen in deze paragraaf en de daarbij behorende bijlagen
slechts na overleg met het UWV en de SVB.
§ 5.2.2. Informatieverstrekking aan de RWI
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 5.19. Informatieverstrekking door UWV, SVB en colleges van burgemeester en
wethouders
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 5.20. Nadere bepalingen voor informatieverstrekking
[Vervallen per 01-07-2012]
§ 5.2.3. Kennisgeving besluiten UWV en SVB aan de IWI
[Vervallen per 01-01-2019]
Artikel 5.21. Aanwijzing voor te leggen besluiten UWV en SVB
[Vervallen per 01-01-2019]
§ 5.2.4. Samenwerkende bestuursorganen en personen
Artikel 5.21b. Naamgeving werkgeversservicepunt
Het gezamenlijk aanspreekpunt, bedoeld in artikel 2.5, derde lid, van het Besluit SUWI gebruikt ten minste de naam ‘werkgeversservicepunt’ in combinatie met de naam van
de arbeidsmarktregio.
Artikel 5.21c. Verslaglegging resultaten uitvoeringsplan
De verslaglegging van het uitvoeringsplan, bedoeld in artikel 2.6, zesde lid, van het Besluit SUWI bevat ten minste de behaalde resultaten, bedoeld in artikel 2.6, derde lid, onder
c, van het Besluit SUWI, van afzonderlijke gemeenten en UWV.
§ 5.3. Rapportage gegevensverwerking
Artikel 5.22. Verantwoording gegevensverwerking
-
1 Het UWV, de SVB en het BIDN rapporteren vóór 15 maart van elk jaar over de opzet en
werking van het stelsel van maatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van
een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking.
Hoofdstuk 6. Eenmalige uitvraag van gegevens, elektronische voorzieningen en BIDN
§ 6.1. Eenmalige uitvraag van gegevens en elektronische voorzieningen
Artikel 6.1. Eenmalige uitvraag van gegevens
Artikel 6.2. Gegevensregister SUWI
Artikel 6.3. Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI
In bijlage I (‘Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI’) bij
deze regeling is het Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI
opgenomen, bedoeld in artikel 5.21, vierde lid, van het Besluit SUWI.
Artikel 6.4. Beveiliging elektronische voorzieningen SUWI
-
1 Het UWV, de SVB, de colleges van burgemeester en wethouders, het BIDN en op de gezamenlijke
elektronische voorzieningen SUWI aangesloten niet SUWI-partijen dragen zorg voor de
beveiliging van de gegevensuitwisselingen die plaatsvinden in het kader van de gezamenlijke
elektronische voorzieningen SUWI, tegen inbreuk op de beschikbaarheid, integriteit
en vertrouwelijkheid, overeenkomstig hetgeen over de voor het stelsel van maatregelen
en procedures te hanteren normen wordt bepaald in bijlage I (‘Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen SUWI’).
-
2 Het UWV, de SVB, de colleges van burgemeester en wethouders, het BIDN en op de gezamenlijke
elektronische voorzieningen SUWI aangesloten niet- SUWI- partijen geven ieder in een
beveiligingsplan aan op welke wijze zij invulling geven aan het eerste lid.
Artikel 6.6. Bureau Informatiediensten Nederland
-
2 De Stichting Bureau Informatiediensten Nederland informeert de minister telkens schriftelijk
over elke uitbreiding van andere taken dan de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI.
Hoofdstuk 7. Overgangsbepalingen en afwijkingen van de Wet SUWI en van het Besluit
Inlichtingenbureau gemeenten i.v.m. invoering
Artikel 7.2. Afwijking van hoofdstuk 3 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.3. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 4 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.3a. Overgangsbepaling aanvragen Toeslagenwet
[Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 7.4. Overgangsbepaling gebiedsindeling CWI's
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.5. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 7 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.6. Overgangsbepaling i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI en het Besluit Inlichtingenbureau
gemeenten m.b.t. begrotingen, budgetvaststelling, jaarplannen en meerjarenbeleidsplannen
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.7. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.8. Overige bepalingen i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.9. Overgangsbepaling i.v.m. hoofdstuk 9 Wet SUWI
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.10. Overgangsbepaling re-integratieverantwoordelijkheid werkgever in het
tweede spoor
-
1 Indien op 1 januari 2002 een dienstbetrekking bestaat met een werknemer, wiens eerste
dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte is gelegen voor
die datum en ten aanzien van wie het Landelijk instituut sociale verzekeringen op
die dag een taak heeft op grond van artikel 8, eerste lid, en artikel 10 van de Wet REA, zoals die artikelen luidden op de dag voorafgaand aan 1 januari 2002, heeft in afwijking
van artikel 8 en 10 van de Wet REA, het UWV de taak tot bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces van die
werknemer op grond artikel 10 van die wet.
-
2 Indien de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte
van een werknemer is gelegen voor 1 januari 2003, is artikel 8, eerste lid, van de Wet REA, indien vaststaat dat in het bedrijf van de werkgever geen passende arbeid voorhanden
is, voor de werkgever niet van toepassing en is artikel 10 van de Wet REA van toepassing, tenzij de werkgever het UWV schriftelijk meldt, dat hij de taak op
grond van artikel 8 van de Wet REA zal verrichten ten aanzien van zo'n werknemer.
Artikel 7.11. Overgang lopende reïntegratietrajecten Anw'ers en niet-uitkeringsgerechtigden
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.12. Afwijkende bepaling overgang verantwoordelijkheid arbeidsgehandicapten
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 7.13. Overgangsbepaling m.b.t. de landelijke cliëntenraad
[Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 7.14. Overgangsrecht accountantscontrole
[Vervallen per 01-07-2012]
Artikel 7.15 . Vergoeding leden ontslagcommissie CWI i.v.m. overgang ontslagbescherming
[Vervallen per 01-01-2006]
Hoofdstuk 8. Slotbepalingen
Artikel 8.1. Intrekking ministeriële regelingen
[Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 8.2. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling SUWI.
I
Aanvraag Abw/IOAW
II
Aanvraag WW/TW
III
Basisgegevens CWI
IV
Informatieproducten van de CWI
V
Basisgegevens UWV
VI
Informatieproducten van het UWV
VII
Basisgegevens SVB
VIII
Informatieproducten van de SVB
IX
Informatieproducten ten behoeve van BZK
X
Informatieproducten ten behoeve van de RWI
XI
Informatieproducten van het IB
XII
Gegevensregister SUWI 1.0
XIII
Stelselontwerp Suwinet 1.0
XIV
Beveiliging Suwinet 1.0
XV
Aansluitvoorwaarden gemeenten op IB 1.0
XVI
Ontwerp elektronische voorzieningen IB 1.0
XVII
Aansluitingsschema gemeenten op IB
XVIII
Ingroeischema Abw/IOAW-intake
Bijlage I. bedoeld in artikel 6.3 van de Regeling SUWI
Stelselontwerp & Beveiliging Kaders en uitgangspunten aangaande de Gezamenlijke elektronische
Voorzieningen Suwi (GeVS)
Definities op het gebied van beveiliging en gegevensbescherming als vervat in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en voorliggende bijlage zijn gelijklopend.
Inleiding
Bij de uitvoering van de wettelijke taken (het primaire proces) binnen het domein
Werk en Inkomen zijn meerdere uitvoeringsorganisaties betrokken (UWV, SVB en gemeenten
c.q. de SUWI-partijen. Het Inlichtingenbureau treedt op als bewerker voor gemeenten).
Uitvoeringsorganisaties die elk een deel van de dienstverlening in het kader van Werk
en Inkomen uitvoeren en daartoe elk hun eigen, vanuit GeVS perspectief, decentrale,
e(lektronische)-voorzieningen hebben ingericht.
Vanuit de optiek van de klant is het gewenst dat deze het domein ervaart als één efficiënt
werkend geheel. Belangrijk leidend principe om dit te bewerkstelligen is eenmalige
gegevensuitvraag (de klant hoeft zijn gegevens niet te verstrekken aan een van de
SUWI partijen als deze gegevens al eerder door hem of haar aan deze of een andere
SUWI- en/of overheidspartij zijn verstrekt). Uitwerking van dit principe leidt in
de regel tot het éénmalig vastleggen en meervoudig gebruiken van voor de dienstverlening
in de SUWI-keten noodzakelijke persoons (gerelateerde) gegevens.
In artikel 5.21 Besluit SUWI wordt in principe de centrale voorziening SUWI, (welke zorg draagt voor gegevensuitwisseling
tussen gegevensaanbieders en –afnemers, §1.1) aangewezen als het hulpmiddel om aan
het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik binnen het domein Werk
en Inkomen tegemoet te komen. Daarnaast kan het principe van eenmalige gegevensvastlegging
en meervoudig gebruik vorm worden gegeven met behulp van massaal (bulk) gegevenstransport
Wil men binnen de SUWI-keten individuele (nominatieve) klantgegevens uitwisselen met
als doel gezamenlijke digitale klantdossiervorming dan zal men in gezamenlijk overleg1 de ICT-inspanningen binnen en buiten het domein (voor zover deze het domein raken)
op elkaar moeten afstemmen. De beheerder (van de centrale voorziening) heeft in deze
een beherende en coördinerende rol.
Voorliggende bijlage richt zich, vanuit ketenperspectief, op het realiseren van de
gewenste samenhang in de ICT-inspanningen van de diverse SUWI-partijen om te komen
tot gezamenlijke digitale dossiervorming op nominaal c.q individueel klantniveau.
Op hoofdlijnen wordt daartoe aangegeven wat minimaal op keten niveau ingeregeld moet
zijn om het samenstel van e-voorzieningen, relevant voor de uitoefening van de wettelijke
taken binnen het SUWI-domein, als één samenhangend en betrouwbaar geheel te laten
werken. In gezamenlijk overleg zorgen de SUWI-partijen voor de uitwerking van de hoofdlijnen
in werkafspraken. De werkafspraken worden namens de SUWI-partijen door de beheerder
van de centrale voorziening voor bekrachtiging voorgelegd aan het ketenoverleg. Na
bekrachtiging zijn de werkafspraken bindend.
Deze bijlage vervangt de bijlagen Stelselontwerp en Beveiliging Suwi-net. Vigerend
beleid dat door de SUWI-partijen gezamenlijk is geformuleerd (op basis en naar aanleiding
van de voorgaande bijlagen) blijft zijn geldigheid behouden voorzover in lijn met
de richting en de uitgangspunten zoals in deze bijlage neergelegd. Het stelselontwerp
omvat het totaal aan e-voorzieningen, verantwoordelijkheden, afspraken, uitgangspunten
en ketenproducten die nodig zijn om in het kader van digitale (nominatieve) dossiervorming
op efficiënte wijze gegevens met elkaar uit te wisselen binnen het domein van Werk
en Inkomen. Als zodanig komt het tegemoet aan de realisatie van het principe van eenmalige
gegevensuitvraag binnen het SUWI-domein.
1.1 (e-)Voorzieningen
Het stelsel van voorzieningen omvat enerzijds (linker kolom) gegevens (bestanden)
die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein.
Deze gegevens kunnen zich zowel bij één van de SUWI-partijen bevinden als bij andere,
niet SUWI, overheidsorganisaties (Gemeenschappelijk overheidsbreed). Anderzijds (rechter
kolom) omvat het stelsel voorzieningen die de gegevens uit de gegevensbestanden presenteren
aan de daartoe geautoriseerde professional bij de diverse SUWI-partijen, bij op de
GeVS aangesloten geautoriseerde derden en/of bij de geautoriseerde klant/burger.
Het e-gegevenstransport wordt, voor zover dit tussen en over organisaties binnen het
stelsel plaatsvindt, gefaciliteerd door een centrale voorziening (in het midden) die,
op basis van gezamenlijke afspraken tussen alle op deze voorziening aangesloten partijen,
gegevens bij diverse gegevensbestanden opvraagt, normaliseert (technisch), valideert
(technisch), routeert en vervolgens voor presentatie beschikbaar stelt. De centrale
voorziening als zodanig verzorgt de transportfunctie tussen de gegevens- en presentatievoorzieningen
binnen het stelsel.
Model
1.2 Verantwoordelijkheden
De eigenaar van een gegevensbestand (de registerhouder; de leverende partij / linker
kolom stelselontwerp) heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid / is aanspreekbaar
voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van zijn bestand en de gegevens
die in zijn bestand zitten. Hij bepaalt, in afstemming met de ontvangende partijen,
uiteindelijk ook wanneer en op welke tijden zijn gegevens beschikbaar zijn.
De leverende (linker kolom stelselontwerp) en ontvangende partij (rechter kolom stelselontwerp)
bepalen, voor zover dit niet al is voorgeschreven bij het Besluit en/of de Regeling SUWI, onderling welke de gegevens zijn die bij een bepaalde uitwisseling
horen (inclusief toets op proportionaliteit) en de mate waarin deze gegevens beschikbaar
dienen te zijn. De leverende partij is als bestandseigenaar ‘verantwoordelijke’ (en
aanspreekbaar) ex art 1 WBP2 en dient aan alle door de Wet bescherming persoonsgegevens gestelde eisen te voldoen.
De beheerder onderhoudt en (door)ontwikkelt op aanwijzing van de gezamenlijke SUWI-partijen
de GeVS.
De beheerder van de centrale voorziening draagt, op basis van wat door afnemer en
leverancier is afgesproken, zorg voor (publieke) weergave van de gegevenslevering
in het SGR (§ 1.4) en het daadwerkelijke gegevenstransport (van deur tot deur).
Op de GeVS aangesloten partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken van
afspraken die leiden tot één samenhangend en betrouwbaar samenstel van gezamenlijke
voorzieningen. De beheerder van de centrale voorziening is operationeel verantwoordelijk
voor de coördinatie van het tot stand komen van de gezamenlijke afspraken en de inrichting
van een gemeenschappelijke faciliteit voor (logische)toegangsbeveiliging.
Ontvangende partijen zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop de gegevens (kwantiteit,
samenhang, structuur) uiteindelijk op hun schermen worden gepresenteerd. Na ontvangst
van de gegevens (en bij verdere verwerking van deze gegevens) zijn ze ook zelfstandig
verantwoordelijk / aanspreekbaar voor toepassing en naleving van de wettelijke regels
welke gelden rondom privacy en beveiliging (zie §2.3).
Bij een redelijk vermoeden van onjuistheid van een gegeven afkomstig uit een wettelijke
basisregistratie zijn de afnemers in de regel verplicht daarvan melding te doen bij
de registerhouder. Daar waar nog geen sprake is van een wettelijke basisregistratie
worden gezamenlijke afspraken gemaakt over terugmelding door ontvangers.
1.3 Afspraken
Artikel 62 lid 2 van de wet SUWI stelt dat de SUWI-partijen gezamenlijk zorg dragen voor de instandhouding van de
GeVS.
In concreto betekent dit dat de SUWI-partijen onderling en gezamenlijk, met de beheerder
van de centrale voorziening, afspraken maken op de verschillende deelgebieden van
informatie-uitwisseling binnen de SUWI-keten. De beheerder van de centrale voorziening
faciliteert de tot stand koming van de gezamenlijke afspraken, ziet toe op de samenhang
en actualiteit van de afspraken en op niet strijdigheid daarvan met gemeenschappelijke,
overheidsbrede, afspraken. Indien voldaan is aan de gestelde eisen worden de gemaakte
afspraken, namens de SUWI-partijen, door de beheerde van de centrale voorziening voor
akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg. Uiteindelijk vinden de afspraken hun weerslag
in diverse concrete producten, bijvoorbeeld de Keten Service Level Agreement, het
SUWI-Gegevens Register, de SUWI-Ketenarchitectuur en de Verantwoordingsrichtlijn Privacy
& Beveiliging GeVS.
1.4 Uitgangspunten & keten producten
Naleving van de principes van de Elektronische Overheid; de SUWI-Ketenarchitectuur
Principes van de elektronische overheid zoals eenmalige uitvraag / meervoudig gebruik
van gegevens, een service gerichte architectuur, één loket voor burger en bedrijf,
gebruik van open source en open standaarden, webrichtlijnen etc. zijn richtinggevend
aan de SUWI-ICT inspanningen. Deze principes zijn grotendeels neergeslagen in de Nederlandse
Overheids Referentie Architectuur (NORA). De NORA geldt daarom als het ICT denk- en
ontwikkelkader binnen het SUWI-domein en is mede richtinggevend voor de SUWI-Ketenarchitectuur.
Transparantie van gegevensleveringen en éénduidigheid in gegevensdefinities en technische
standaarden; het SUWI-gegevensregister (SGR)
Op hoofdlijnen bevat het SGR enerzijds een Conceptueel Gegevensmodel (object en gegevensdefinities
van met de centrale voorziening uitgewisselde gegevens) en de technische standaarden.
Anderzijds bevat het SGR een Berichtenregister. Het Berichtenregister geeft weer ten
behoeve van welke wettelijke taak (doelbinding) welke gegevenssoorten (proportionaliteit)
door wie (verantwoordelijke) aan wie (verwerker) met de centrale voorziening worden
uitgewisseld.
Het SGR wordt aangepast wanneer tot daadwerkelijke levering wordt overgegaan. Het
berichtenregister is publiek.
De daadwerkelijke gegevenslevering vindt vervolgens plaats op basis van de gegevens-definitie
in het Conceptueel Gegevensmodel. Het SGR is als zodanig het referentiekader voor
systeembouwers.
Eén structuur voor steeds verbeterende wederzijdse dienstverlening; Keten Service
Level Agreement (de Keten-SLA )
De Keten-SLA is een gezamenlijke overeenkomst tussen op de centrale voorziening SUWI
aangesloten gegevensleveranciers (sectoraal en bovensectoraal) de SUWI-partijen onderling
èn tussen de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening over wederzijdse
dienstverlening (zoals de snelheid en beschikbaarheid van (bestands)gegevens) en specifieke
diensten (zoals de logische toegangsbeveiliging). Ook wordt in de Keten-SLA aandacht
besteed aan de wijze waarop partijen de kwaliteit van de gegevens borgen. Dit uit
zich bijvoorbeeld in een terugmeld procedure voor het geval bij een geleverd gegeven
een redelijk vermoeden van onjuistheid bestaat, en een correctieprocedure voor betrokkenen
.
De Keten SLA sluit enerzijds aan bij de SUWI wet- en regelgeving en de wederzijdse
afspraken die in de bestaande SLA’s tussen verschillende op de centrale voorziening
aangesloten partijen zijn vastgelegd en stelt anderzijds eisen aan de onderhouds-
en beheercontracten die de verschillende ketenpartners met hun ICT-leveranciers hebben
afgesloten.
De keten-SLA gaat uit van wederzijdse resultaatverplichtingen. De SUWI-partijen en
de beheerder van de centrale voorziening rapporteren aan elkaar over wijzigingen,
incidenten en calamiteiten (c.q. over de effectiviteit en naleving van de afgesproken
maatregelen). De beheerder van de centrale voorziening rapporteert over de behaalde
resultaten aan het ketenoverleg. Daar worden, waar nodig, onderling de te nemen verbetermaatregelen
benoemd.
Het ketenoverleg stelt het Keten SLA vast. Wijzigingen worden periodiek door beheerder
van de centrale voorziening , in overleg met ketenpartijen, ter goedkeuring voorgelegd
aan het ketenoverleg.
2 Privacy & Beveiliging
Dit onderdeel geeft, binnen de kaders van de wettelijke voorschriften, invulling aan
de gezamenlijke governance van privacy en beveiliging. Hierbij is van belang:
-
– Beschikbaarheid en Integriteit: het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksoverheid
(VIR)
-
– Voor best practices: Code voor Informatiebeveiliging. Vertrouwelijkheid: Wet bescherming Persoonsgegevens (WBP).
-
– Voor het niveau van vertrouwelijkheid: Achtergronden en Verkenningen (AV) 23 van het
CBP.
Het geeft kaders voor de te stellen betrouwbaarheidseisen aan de voor gegevensuitwisseling
benodigde gegevensbestanden (technisch), de centrale voorziening zelf, de gegevensuitwisseling
die daarmee wordt gerealiseerd en aan de presentatievoorzieningen die de gegevens
presenteren aan klant en professional.
Betrouwbaarheid is beschreven in termen van Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid3.
2.1 Beschikbaarheid en Integriteit
In de Keten-SLA (§ 1.4) worden concrete (wederzijdse) prestatie afspraken gemaakt
over ICT-beheer. Deze afspraken borgen dat het benodigde samenstel van GeVS-voorzieningen
zodanig is ingericht dat deze beschikbaar en integer zijn op het moment dat de diverse
SUWI-partijen ze nodig hebben.
2.2 Vertrouwelijkheid
Vertrouwelijkheid houdt in dat de (persoons) gegevens uitsluitend beschikbaar zijn
voor het uitvoeren van wettelijke taken (doelbinding) en dat de toegang tot en kennisname
van de beschikbare informatie daarbij is beperkt tot een gedefinieerde groep van gerechtigden.
Naast in de Keten-SLA gemaakte afspraken over beschikbaarheid en integriteit van de
voorzieningen en het bieden van transparantie over doelbinding, proportionaliteit
en eigenaarschap bij gegevensuitwisselingen met de centrale voorziening middels het
SGR (§ 1.4) stelt deze bijlage in het kader van Vertrouwelijkheid bij de gegevensuitwisseling
tevens eisen aan de (logische) toegangsbeveiliging. Deze zijn:
-
– Leverende en ontvangende partij bepalen onderling welke de gegevens zijn die bij een
bepaalde uitwisseling horen (op basis van ondermeer doelbinding en proportionaliteit).
-
– Toegangsbeveiliging wordt gerealiseerd door gebruikers te voorzien van een rol (taak
beheerder van de centrale voorziening), en rollen te verbinden aan autorisaties (taak
ontvanger). Een autorisatie is medewerker-gebonden en geeft toegang tot vooraf vastgestelde
(§ 1.2) klant gegevens die mogen worden geraadpleegd op basis van de toegekende rol.
Op deze wijze wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.
-
– Beheerder van de centrale voorziening faciliteert het invoeren van autorisaties voor
afgesproken rollen en houdt een logging bij van de geautoriseerde inkijk op gegevens
van de diverse bestandseigenaren bij diverse ontvangende partijen (wie raadpleegt
wanneer welke gegevenssoorten).
-
– Log-informatie wordt door beheerder van de centrale voorziening maandelijks geanonimiseerd
beschikbaar gesteld aan de leverende en ontvangende partijen die het betreft.
-
– Partijen kunnen zo detecteren of er sprake is van oneigenlijk gebruik. Als dat zo
blijkt te zijn kan meer specifieke en niet anonieme informatie worden verstrekt door
de beheerder van de centrale voorziening.
2.3 Uitgangspunt & ketenproduct
Eén gezamenlijk, transparant en uniform niveau van betrouwbaarheid in termen van Beschikbaarheid,
Integriteit en Vertrouwelijkheid; de Verantwoordingsrichtlijn Privacy& Beveiliging
GeVS
De Verantwoordingsrichtlijn (privacy en beveiliging van de GeVS) is een gezamenlijk
product van de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening welke, op
basis van de wettelijke voorschriften rondom privacy en beveiliging, vorm en inhoud
is gegeven. Het bevat de normen, criteria en vormvereisten op basis waarvan het oordeel
dan wel de verklaring van getrouwheid (ex. art 5.22 regeling SUWI) over de privacy en beveiliging van de GeVS in de Jaarverslagen van
de op de GeVS aangesloten ontvangende partijen en de beheerder van de centrale voorziening
wordt onderbouwd. In het Jaarverslag wordt daartoe een aparte, als zodanig herkenbare,
paragraaf gewijd aan de privacy en beveiliging van de GeVS waarin, waar nodig, verbetermaatregelen
worden benoemd.
Bij wijziging wordt de Verantwoordingsrichtlijn voor akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg,
gehoord de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Bijlage II. bedoeld in artikel 6.1 van de Regeling SUWI eenmalige gegevensuitvraag
| |
Status 31 december 2008
|
Uiterlijk 31 december 2009
|
Uiterlijk 31 december 2010
|
Uiterlijk 31 december 2011
|
|
BRP
|
|
|
X
|
|
|
Gegevens genoemd in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen voor zover van toepassing.
|
|
|
|
|
|
UWV
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende inschrijving.
|
X
|
|
|
|
|
• Datum inschrijving UWV
• Inschrijfreden UWV
• Datum einde inschrijving UWV
• Datum einde geldigheidstermijn inschrijving UWV
• Reden einde inschrijving UWV
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende werkervaring.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang arbeidsverhouding
• Datum einde arbeidsverhouding
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende beschikbaarheid voor arbeid.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang beschikbaar voor arbeid
• Datum einde beschikbaar voor arbeid
• Aantal uren per week beschikbaar voor arbeid
• Datum aanvang vrijstelling arbeidsplicht
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende dienstverlening.
|
|
|
|
X
|
|
• Code soort dienst activiteit
• Datum aanvang dienst activiteit
• Datum einde dienst activiteit
• Code soort dienst
• Datum aanvang dienst
• Datum einde dienst
• Omschrijving werkinstrument
• Datum aanvang dienst instrument
• Datum einde dienstinstrument
• Datum aanvang dienstverleningspad
• Datum einde dienstverleningspad
• Code reden einde dienstverleningspad
• Code fase indeling
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende opleiding.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang volgen opleiding
• Datum einde volgen opleiding
• Code status opleiding
• Indicatie diploma
• Aantal jaren succesvol afgerond
• Aantal uren opleiding
• Code tijdsbeslag opleiding
• Omschrijving opleidingsnaam
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende vacature.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum verwijzing naar vacature
• Indicatie plaatsing
• Code soort rijbewijs
|
|
|
|
|
|
Gegevens m.b.t. inkomensverhoudingen (afkomstig uit Polis).
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang inkomstenopgave
• Datum einde inkomstenopgave
• Aantal SV-dagen inkomstenopgave
• Aantal verloonde uren inkomstenopgave
• Bedrag brutoloon SV
• Datum aanvang inkomstenverhouding
• Datum einde inkomstenverhouding
• Code soort inkomstenverhouding
• Code aard inkomstenverhouding
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende verzekering (afkomstig uit Polis).
|
|
|
|
X
|
|
• Indicatie verzekerd wao/wia
• Datum aanvang verzekerd wao/wia
• Datum einde verzekerd wao/wia
• Indicatie verzekerd ww
• Datum aanvang verzekerd ww
• Datum einde verzekerd ww
• Indicatie verzekerd zw
• Datum aanvang verzekerd zw
• Datum einde verzekerd zw
|
|
|
|
|
|
Uitkeringsgegevens.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang uitkeringsperiode
• Datum einde uitkeringsperiode
• Wettelijke regeling (code szwet)
• Datum aanvang aanvulling op uitkering
• Datum einde aanvulling op uitkering
• Waarde bedrag uitkering
• Code uitkeringsperiode
• Datum aanvang bruto uitkeringsbedrag
• Datum einde bruto uitkeringsbedrag
• Datum einde loongerelateerde uitkering WW
• Datum einde vervolguitkering WW
• Datum eerste werkloosheidsdag
• Omschrijving reden werkloosheid
• Datum aanvang uitkeringsverhouding
• Datum einde maximale uitkeringsduur
• Omschrijving reden einde uitkeringsverhouding
• Datum einde uitkeringsverhouding
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende maatregelen.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvang maatregel mbt uitkering
• Datum einde maatregel mbt uitkering
• Percentage korting uitkering
• Code reden maatregel mbt uitkering
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende arbeidsverleden.
|
|
|
|
X
|
|
• Code basis arbeidsverleden
• Jaar SV-dagen arbeidsverleden
• Aantal SV-dagen arbeidsverleden
• Aantal SV-dagen periode arbeidsverleden
• Indicatie zorgforfait
• Indicatie mantelzorgforfait
• Werkgever/handelsnaam organisatie
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende uitkeringsstatus.
|
|
|
|
X
|
|
• Code beslissing op aanvraag
• Datum aanvraag uitkering
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende re-integratie.
|
|
|
|
X
|
|
• Code soort instrument
• Datum aanvang inzet instrument
• Datum einde inzet instrument
• Code resultaat inzet instrument
• Datum aanvang trajectplan
• Datum einde trajectplan
|
|
|
|
|
|
SVB
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende kinderbijslag.
|
X
|
|
|
|
|
• Indicatie thuis-/uitwonend
• Indicatie recht kinderbijslag
• Landencode ISO
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende de Algemene nabestaandenwet.
|
X
|
|
|
|
|
• Ingangsdatum Anw
• Brutobedrag Anw
|
|
|
|
|
|
Gegevens over de Algemene ouderdomswet.
|
X
|
|
|
|
|
• Ingangsdatum Aow
• Einddatum Aow
• Indicatie toeslag Aow
• Percentage Aow
• Netto bedrag Aow
• Bruto bedrag Aow
|
|
|
|
|
|
gegevens betreffende aanvullende inkomensvoorziening ouderen als bedoeld in de Participatiewet.
|
|
|
|
X
|
|
• Begindatum uitkering
• Einddatum uitkering.
• Datum aanvang maatregel
• Datum einde maatregel
• Reden maatregel
• Huisvesting.
• Leefvorm.
• Soort normbedrag
• Normbedrag.
• Reden beëindiging bijstand.
• Datum besluit vordering
|
|
|
|
|
|
• Reden vordering
• Bedrag aanvang vordering
• Bedrag saldo vordering
• Status vordering
• Code aanleiding uitkering.
• Code soort overige inkomsten
• Code beslissing op aanvraag
• Datum aanvraag uitkering
• Datum beslissing op aanvraag
|
|
|
|
|
|
Gemeenten
|
|
|
|
|
|
gegevens betreffende Participatiewet.
|
X
|
|
|
|
|
• Begindatum uitkering
• Einddatum uitkering
• Datum aanvang maatregel
• Datum einde maatregel
• Reden maatregel
• Huisvesting
• Leefvorm
• Soort normbedrag
• Normbedrag
|
|
|
|
|
|
• Reden beëindiging bijstand
• Datum betaalbaarstelling bijzondere bijstand
• Soort kosten bijzondere bijstand
• Datum besluit vordering
• Reden vordering
• Bedrag aanvang vordering
• Bedrag saldo vordering
• Status vordering
|
|
|
|
|
|
• Code aanleiding uitkering.
|
|
|
|
X
|
|
• Code soort overige inkomsten
|
|
|
|
X
|
|
• Code classificatie BBZ
|
|
|
|
X
|
|
• Code munteenheid
|
|
|
|
X
|
|
Gegevens betreffende IOAW.
|
|
|
|
|
|
• Datum ingang uitkering
• Datum beëindiging uitkering
|
X
|
|
|
|
|
• Reden beëindiging
• Bedrag grondslag
• Datum besluit vordering
• Reden vordering
• Bedrag aanvang vordering
• Bedrag saldo vordering
• Status vordering
|
|
|
|
X
|
|
Gegevens betreffende IOAZ.
|
|
|
|
|
|
• Datum ingang uitkering
• Datum beëindiging uitkering.
|
X
|
|
|
|
|
• Reden beëindiging
• Bedrag grondslag
• Datum besluit vordering
• Reden vordering
• Bedrag aanvang vordering
• Bedrag saldo vordering
• Status vordering
|
|
|
|
X
|
|
Gegevens betreffende re-integratie gemeenten.
|
|
|
|
X
|
|
• Code doelgroep re-integratie
• Datum aanbod trajectplan
• Datum aanvang trajectplan
• Datum einde trajectplan
• Code reden einde trajectplan
• Loonkostensubsidie/financiering trajecplan
• Datum aanvang lks
• Datum einde lks
• Indicatie vrijstelling arbeidsplicht
• Participatieplaats
• Datum aanvang pp
• Datum einde pp
• Re-integratiepositie begin traject
• Re-integratiepositie einde traject
|
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende Uitkeringsstatus.
|
|
|
|
X
|
|
• Datum aanvraag uitkering
• Code beslissing op aanvraag
• Datum beslissing op aanvraag uitkering
|
|
|
|
|
|
RDW
|
|
X
|
|
|
|
Gegevens betreffende de aansprakelijkheid.
|
|
|
|
|
|
• Datum registratie aansprakelijkheid
• Datum einde aansprakelijkheid
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende de status van het voertuig.
|
|
|
|
|
|
• Code status voertuig
• Datum aanvang status voertuig
• Datum einde status voertuig
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
Gegevens betreffende het voertuig.
|
|
|
|
|
|
• Code soort voertuig
• Code classificatie voertuig
• Kenteken voertuig
• Type voertuig
• Hoofdkleur voertuig
• Nevenkleur voertuig
• Datum eerste inschrijving voertuig nationaal
• Datum eerste inschrijving voertuig internationaal
|
|
|
|
|
|
• Merk voertuig
|
|
|
|
X
|
|
DUO
|
|
|
|
X
|
|
Gegevens betreffende opleiding en diploma.
• Onderwijsdeelname
– datum in- en uitschrijving
– leerjaar
– inschrijvingsvorm
• Opleidingaanbod
– alternatieve naam opleiding
– onderwijsvorm
• Opleiding (met oa)
– naam opleiding (kort en lang)
– studiecontractvorm
– opleidingcode
• Opleidingsniveau
• Studie gebied (omschrijving)
• Studie inhoud (omschrijving)
• Studie uitstroom (omschrijving)
• Beroepspraktijkovereenkomst
– datum afsluiting overeenkomst
– datum begin en einde vorming
– omvang beroepspraktijkvorming
• Vak (omschrijving)
• Vakresultaat
– datum uitslag
– indicatie certificaat
• Uitstroomniveau (omschrijving)
• Opleidingresultaat
• Examenuitslag
– code uitslag
– datum uitslag
– examenjaar
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
Gegevens met betrekking tot het recht op studiefinanciering. ¹
|
|
|
|
|
¹ Gegevenssoort moet nog nader worden gespecificeerd.
Bijlage III. bedoeld in artikel 6.5 van de Regeling SUWI
Aansluitprotocol GeVS
Aansluitvoorwaarden en aansluitprocedures niet-suwipartijen op de gezamenlijke elektronische
voorzieningen suwi en ontsluiten nieuwe bronnen
1. Inleiding
Middels de wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (Stb. 2007, 555) wordt
in artikel 62, tweede lid, van de Wet SUWI de basis gelegd voor het gebruik van de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen
SUWI (GevS)5 door niet-Suwipartijen voor de verwerking van gegevens. Het gebruik van de elektronische
voorzieningen voor gegevensuitwisseling met derden, niet SUWI-partijen is nader uitgewerkt
in het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI. Artikel 6.5 van de regeling bepaalt dat in bijlage III
bij deze regeling regels kunnen zijn opgenomen over de overeenkomst, als bedoeld in
artikel 5.23, eerste lid, van het Besluit SUWI.
Uitgangspunt bij aansluiting niet-Suwipartijen is dat het gesloten verstrekkingregime
SUWI gehandhaafd blijft. Kernvoorwaarde voor het gebruik van de gezamenlijke voorzieningen
voor gegevensuitwisselingen met niet-Suwipartijen is dat het verstrekken en verkrijgen
van de gegevens wettelijk is toegestaan. In beginsel heeft het aansluiten van niet-Suwipartijen
betrekking op bestuursorganen. De voorwaarden kunnen echter ook betrekking hebben
op andere organen met een wettelijke taak en gelden voor het ontsluiten van nieuwe
bronnen via de GeVS. Voor het gebruik van de GeVS door niet-Suwipartijen kunnen extra
inspanningen worden verricht en kosten gemaakt door de beheerder. Deze kosten kunnen
in rekening worden gebracht bij de niet-Suwipartij (de aanvrager)..
Gemeenten vallen onder het Aansluitprotocol en worden als niet-Suwipartij beschouwd
indien:
Het protocol is niet van toepassing op gegevensuitwisselingen tussen gemeenten, UWV
en SVB en andere organisaties wanneer deze niet via de GeVS verlopen. Verder is geregeld
dat een rechtspersoon gemeenten kan vertegenwoordigen bij het sluiten van een overeenkomst,
zoals bedoeld in het Aansluitprotocol.
Aansluiting op de GeVS vindt plaats in een aantal stappen. Zo wordt vastgesteld welke
gegevens, door wie en voor welke taken mogen worden verwerkt en aan welke technische
voorwaarden dat gebruik gekoppeld is. Deze bijlage beschrijft de volgende stappen:
Paragraaf 2. Voorwaarden van aansluiting;
Paragraaf 3. De aansluitstappen;
Paragraaf 4. Standaardovereenkomst.
2. De Voorwaarden
Aansluiting op de GeVS, moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
-
– Er dient een wettelijke grondslag aanwezig te zijn, waaruit volgt voor welk doel partijen
welke gegevens mogen uitwisselen;
-
– De aanvragende niet-Suwipartijen conformeren zich aan de Suwi-beleidskaders, vastgelegd
in bijlage I, genaamd ‘Stelselontwerp en beveiliging GeVS’ bij de Regeling SUWI;
-
– De aansluiting van niet-Suwipartijen en de ontsluiting van nieuwe bronnen wordt bevestigd
in een overeenkomst.
3. De aansluitstappen
De eerste stap is een overleg tussen aanvrager en leverancier over een beoogde gegevensuitwisseling.
Als door de aanvrager en de leverancier besloten wordt voor de betreffende gegevensuitwisseling
van de GeVS gebruik te maken worden de volgende stappen gevolgd.
De tweede stap omvat het formele verzoek van de aanvrager om van de GeVS gebruik te
mogen maken. Een dergelijk verzoek kan ook afkomstig zijn van een of meerdere Suwipartijen,
die wensen dat een derde partij aansluit als afnemer of leverancier.
Dit verzoek is gericht aan de beheerder van GeVS. De beheerder informeert de beoogde
gegevens leverende partij(en) en – voorzover dit niet de verantwoordelijke in de zin
van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) voor die gegevensverwerking zijn – de
verantwoordelijke over de aanvraag. Deze stap wordt afgerond met een toets op de wettelijke
grondslag, uitgevoerd door de gegevens leverende partij(en). Daarbij wordt niet getoetst
of dat orgaan aan de vereisten voldoet om de betreffende wettelijke taak uit te voeren.
Dat is al getoetst door het bestuursorgaan dat de wettelijke taak aan het orgaan heeft
toebedeeld. Wordt geconstateerd dat er een wettelijke basis voor de gegevenslevering
aanwezig is, dan wordt de volgende stap gezet. De aanvraag wordt afgewezen indien
de wettelijke basis ontbreekt.
De derde stap is het beleggen van een bijeenkomst door de beheerder met alle betrokken
partijen, uitmondend in een helder beschreven informatieanalyse, waarin is opgenomen
welke gegevens, voor welke taak en welke processen worden gevraagd en op grond van
welke wet- en regelgeving dit mogelijk is. Hierop wordt de technische invulling en
de gegevensvulling van de beoogde aansluiting c.q. ontsluiting gebaseerd. Op basis
hiervan wordt de inhoud van de te sluiten overeenkomst bepaald. Hierin wordt ten minste
aangegeven welke rollen en autorisaties benodigd zijn en hoe aan de voorwaarden, genoemd
in hoofdstuk 2 van dit protocol, zal worden voldaan.
De vierde stap is de beoordeling of de beoogde ontsluiting van nieuwe bronnen c.q.
de aanvraag tot gebruik van de GeVS tot overeenstemming leidt. Indien overeenstemming
is bereikt wordt de overeenkomst gesloten. Het SUWI Gegevensregister wordt geactualiseerd
op basis van de gesloten overeenkomst. Elk besluit wordt gemeld aan de Minister van
SZW.
Stap vijf betreft de daadwerkelijke aansluiting c.q. ontsluiting en het gebruik middels
de GeVS.
4. Standaardovereenkomst
Op grond van het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI dient er een overeenkomst te worden gesloten tussen de aanvrager en de leverancier
van gegevens. Onderstaand wordt het bepaalde in artikel 5.23 Besluit SUWI uitgewerkt.
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de contractpartijen, zijnde de betrokken
verantwoordelijken en de aanvrager, alsook de beheerder van de GeVS.
SUWI-partijen kunnen zowel leverancier als afnemer zijn.
In deze overeenkomst spreken de contractpartijen de volgende zaken af:
-
a. hoe aan de eisen van hoofdstuk 2 van dit Aansluitprotocol wordt voldaan;
-
b. op welke wijze het dienstverleningniveau als responsetijden, hersteltijden, mate van
beschikbaarheid en integriteit van de techniek, (KetenSLA) wordt geregeld;
-
c. welke rollen en autorisaties benodigd zijn;
-
d. op welke wijze de eisen voortvloeiend uit de Wet bescherming persoonsgegevens worden nageleefd;
-
e. hoe wordt omgegaan met wijzigingen. Het betreft wijzigingen ten gevolge van politieke
besluitvorming, wijzigingen in gehanteerde standaarden en/of wijzigingen in verband
met releasebeleid van de beheerder;
-
f. op welke wijze de verantwoording wordt geregeld. Uitgangspunt is het vigerende verantwoordingsregime
van de aanvrager. Afspraken over verantwoording aan de registerhouder(s), van wiens
gegevens gebruik wordt gemaakt, alsook met de beheerder kunnen in de overeenkomst
worden opgenomen;
-
g. dat doorlevering van gegevens is niet toegestaan;
-
h. dat het beoogde gegevensverkeer in het SUWI Gegevensregister wordt beschreven;
-
i. hoe met nieuwe deze eisen en wensen wordt omgegaan. Uitgangspunt is dat deze in de
overeenkomst worden opgenomen; Indien gegevensleveranciers al (algemene) leveringsvoorwaarden
hanteren, kunnen deze onderdeel uitmaken van de overeenkomst.
Bijlage IV. behorende bij artikel 3.13 van de Regeling SUWI
In deze bijlage zijn de gegevens uit de doelgroepregistratie arbeidsbeperkten en de
polisadministratie gespecificeerd die het UWV periodiek aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties dient te verstrekken op grond van artikel 3.13 van de Regeling SUWI.
Het betreft de volgende gegevens:
-
a. het burgerservicenummer van de desbetreffende arbeidsbeperkten die werkzaam zijn in
de sector overheid;
-
b. de aanduiding of de arbeidsbeperkte, bedoeld in onderdeel a, een arbeidsbeperkte is
als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, onderdeel a, onderdeel b, onderscheidenlijk onderdeel c,
van de Wfsv, of dat hij een arbeidsbeperkte is op grond van artikel 38f, vijfde lid, van de Wfsv;
-
c. het totaal aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten werkzaam bij de desbetreffende
overheidswerkgever;
-
d. naam inhoudingsplichtige overheidswerkgever en het loonheffingennummer van de desbetreffende
overheidswerkgever.
Bijlage V
[Vervallen per 28-02-2008]
Bijlage VI. behorende bij de artikelen 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI
Planning & control producten van UWV
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die UWV periodiek aan SZW
dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
IV
|
fondsennota
|
|
V
|
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
UWV levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de
uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode
(tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister
aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie
van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk
1 juli opgeleverd.
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van UWV.
Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten
van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een
nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
| |
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
|
|
|
|
|
|
|
a. voorlopige opgave voorgaand jaar
|
|
|
|
x
|
|
|
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode
|
|
x
|
x
|
|
|
|
c. raming lopend jaar
|
|
|
|
x
|
|
|
d. raming volgend jaar
|
|
|
|
x
|
|
|
e. voorstel herziening premiepercentages
|
|
|
|
x
|
|
|
f. kerncijfers per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/ werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. prestatie-indicatoren / kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. speerpunten Klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. speerpunten Handhaving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
4. Ketensamenwerking en regionaal arbeidsmarktbeleid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid (incl. M&O)
|
|
x
|
x
|
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
|
x
|
x
|
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
|
|
|
b. risicomanagement
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. opbouw per wet / andere taken en/of werkzaamheden
|
|
x
|
x
|
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting / afrekening
|
x
|
|
x
|
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV -SZW
|
|
|
x
|
|
|
|
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
|
|
x
|
|
x
|
|
13. Kwantitatieve informatie
|
|
x
|
x
|
|
|
|
14. Toezichtsbevindingen
|
|
x
|
x
|
|
|
|
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
|
|
|
|
|
|
Legenda
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
IIII
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
IV
|
fondsennota
|
|
V
|
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
UWV verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen
afzonderlijk:
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
-
• Wat wil UWV bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
-
• Wat gaat UWV daarvoor doen (activiteiten)?
-
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken
van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
-
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om
de nieuwe maatregelen in te voeren;
-
• (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten
van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
-
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering
van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire
ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren
en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren
worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord.
Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het
behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden
gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid
en klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze
waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten
die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid.
Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan
op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens
worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt
geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
UWV doet verslag van de uitvoering van het veranderprogramma waaronder de invoering
van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en
de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en
licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ketensamenwerking
UWV geeft in het jaarplan aan hoe invulling wordt gegeven aan de samenwerking met
gemeenten en andere partijen, waaronder de regionale samenwerking. In de tussentijdse
verslagen en het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd door UWV. In de
rapportages wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en
wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt
verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV neemt om de doelstellingen alsnog
te realiseren.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen
binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen
beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag legt UWV, mede gebaseerd
op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf
bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid),
doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige
aspecten van de bedrijfsvoering.
5a). Rechtmatigheid
UWV rapporteert in de tussentijdse verslagen over de voorlopige indicatieve rechtmatigheidscijfers
per wet en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid
is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten
onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op
de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden
in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop UWV verantwoording dient af
te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de
wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader
uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het
beheer en de organisatie. Dit is nader uitgewerkt in bijlage XXIII bij de Regeling SUWI. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij
hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)
UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening
(inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert UWV over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel
beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen
en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording
over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid
draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden,
worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming
zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar
wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd,
opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die
kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben
op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid
tot aanzienlijke risico’s.
5e). Overige aspecten van de bedrijfsvoering
UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder
in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en
de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde
ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang
van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen
en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare
en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform
artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
UWV doet in de tussentijdse verslagen en in het jaarverslag verslag van de voortgang
van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert UWV over de volgende onderwerpen:
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke
inrichting van UWV en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s
en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
-
• uitleg belangrijke posten
-
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer
dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van de begroting).
-
• opvallende ontwikkelingen
-
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
-
• (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst
naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie
afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.
8. Investeringen per categorie
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
9. Overzicht ten behoeve van bevoorschotting / afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt UWV in het jaarplan met begroting een overzicht
op van de uitvoeringskosten en programmakosten welke ten laste komen van een rijksbijdrage.
Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt.
Voor de afrekening neemt UWV in de jaarrekening de in paragraaf 10.6.8 opgenomen tabel
op die ziet op afrekening van de uitvoerings- en programmakosten.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van UWV omvat zowel UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde
fondsen.
De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van
titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te
geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten
worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend.
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
-
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
-
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico
van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
-
• de financiering van vaste activa
-
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde programmakosten en uitvoeringskosten
10.1. Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen
in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf
mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording
betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening
te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
10.2. Egalisatiereserve
UWV vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
-
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
-
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud
bedrijfsmiddelen)
-
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
-
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
In beginsel vormt UWV naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen.
Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
10.3. Bestemmingsfonds frictiekosten
Vanwege de urgentie en omvang van de frictiekostenproblematiek, heeft UWV tijdelijk,
naast de egalisatiereserve, een bestemmingsfonds frictiekosten gevormd. UWV levert
jaarlijks in december een actuele meerjarenraming van de onttrekkingen aan de reserves.
10.4. Balans UWV per 31 december
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
|
ACTIVA
|
|
|
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
| |
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
| |
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
| |
|
|
|
PASSIVA
|
|
|
|
• fondsvermogen
|
|
|
|
• bestemmingsfondsen
|
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
| |
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
-
* Verloopstaat immateriële vaste activa
-
* Verloopstaat materiële vaste activa
-
* Verloopstaat financiële vaste activa
-
* Verloopstaat fondsvermogen
-
* Verloopstaat voorzieningen
-
* Verloopstaat langlopende schulden
10.5. Staat van baten en lasten UWV
|
BATEN
|
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Premiebaten
|
|
|
|
Rijksbijdragen
|
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
| |
|
|
|
LASTEN
|
|
|
|
Programmakosten
|
|
|
|
Uitkeringen
|
|
|
|
Sociale lasten
|
|
|
|
Overige baten en lasten
|
|
|
| |
|
|
|
Uitvoeringskosten
|
|
|
|
Personeelskosten
|
|
|
|
Huisvestingskosten
|
|
|
|
Automatiseringskosten
|
|
|
|
Kantoorkosten
|
|
|
|
Vervoers- en Overige kosten
|
|
|
|
Af: netto omzet uitvoeringskosten
|
|
|
| |
|
|
|
Financiële baten en lasten
|
|
|
|
Rentebaten
|
|
|
|
Rentelasten
|
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
| |
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
10.6. Toelichting op de staat van baten en lasten UWV
10.6.1. Premiebaten per fonds
| |
Premiebaten
|
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Per fonds
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
| |
|
|
10.6.2. Rijksbijdragen per fonds
| |
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Per fonds sv
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
10.6.3. Lasten wettelijke taken naar wet en fonds
| |
Uitkeringen
|
Sociale lasten
|
Overige baten en lasten
|
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Per wet sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Per fonds
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de toepassing van deze tabel wordt onder wet mede verstaan de basisdienstverlening,
bedoeld in artikel 5.40a, eerste lid, van de Regeling Wfsv.
10.6.4. Overige baten en lasten
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Specificatie overige baten
|
|
|
|
Specificatie overige lasten
|
|
|
10.6.5. Uitvoeringskosten naar wet
| |
Regulier
|
Frictie
|
|
Investeringskosten
|
Wet- en regelgeving
|
Totaal
|
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
jaar t
|
jaar t-1
|
|
Per wet sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal sv
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10.6.6. Uitvoeringskosten realisatie / begroot (regulier, projecten) 6
| |
Realisatie jaar t
|
Begroting jaar t
|
|
Regulier (per kostensoort)
|
|
|
|
Bijzondere baten en lasten
|
|
|
|
Projectkosten
|
|
|
|
Frictiekosten
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
10.6.7. Toelichting uitvoeringskosten per kostensoort
10.6.8. Nog te verrekenen rijksbijdragen
| |
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
|
Wet of regeling
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Totaal afrekening
|
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel
opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, door SZW per
brief vastgesteld.
10.6.9. WNT verantwoording
UWV doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens
(WNT).
10.6.10. Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van UWV op grond
van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen
zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV – SZW
De concept aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV naar het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De definitieve aansluitingstabel,
plus controleverklaring, wordt een week later opgeleverd. De aansluitingstabel UWV
– SZW valt onder de accountantscontrole door UWV. De door UWV te leveren items in
de tabel worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, schriftelijk door het
Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
UWV verstrekt jaarlijks verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW-jaarverslag.
Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar opgeleverd.
De door UWV te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV
kenbaar gemaakt.
13. Kwantitatieve informatie
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse
kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken
gemaakt.
14. Toezichtbevindingen
UWV gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van
de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding
daarvan genomen maatregelen.
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln.
De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van
de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs.
148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen
over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces
van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie
van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie
van SZW geleverd.
Bijlage VII
[Vervallen per 28-02-2008]
Bijlage VIII. behorende bij de artikelen 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI
Planning & control producten van de SVB
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die de SVB periodiek aan
SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
IV
|
fondsennota
|
|
V
|
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
De SVB levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over
de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode
(tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister
aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie
van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden respectievelijk uiterlijk
1 februari, 1 maart en 1 juli opgeleverd
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB.
Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd
ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten
van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een
nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
| |
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
|
|
|
|
|
|
|
a. voorlopige opgave voorgaand jaar
|
|
|
|
x
|
|
|
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode
|
|
x
|
x
|
|
|
|
c. raming lopend jaar
|
|
x
|
|
x
|
|
|
d. raming volgend jaar
|
x
|
|
|
x
|
|
|
e. voorstel herziening premiepercentages
|
|
|
|
x
|
|
|
f. kerncijfers per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
|
x
|
x
|
x
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. speerpunten handhaving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
4. Ketensamenwerking (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid (incl. M&O)
|
|
x
|
x
|
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
|
x
|
x
|
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
|
|
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
|
x
|
|
x
|
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
|
|
x
|
|
x
|
|
13. Kwantitatieve informatie per wet
|
|
x
|
x
|
|
|
|
14. Toezichtsbevindingen
|
|
x
|
x
|
|
|
|
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
|
|
|
x
|
|
|
Legenda
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
IV
|
fondsennota
|
|
V
|
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
|
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting
De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot de door haar beheerde fondsen
afzonderlijk:
-
• In de januarinota:
-
• Daarnaast verstrekt de SVB jaarlijks op basis van de CBS-prognoses een gedetailleerde
meerjarenraming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de door
de SVB uitgevoerde wetten.
-
• In de februarinota:
-
• In de juninota:
-
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van
volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.
-
b) de meerjaren-volumeprognose ten behoeve van het actualiseren van het costaccounting-lightmodel.
-
c) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen
herziening van de premiepercentages.
-
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
-
• Wat wil de SVB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
-
• Wat gaat de SVB daarvoor doen?
-
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken
van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
-
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om
de nieuwe maatregelen in te voeren;
-
• (De voorgenomen wijziging in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van
taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
-
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering
van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire
ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren
en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren
worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord.
Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan
het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet
worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
De SVB rapporteert over de klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert de SVB in haar
jaarverslag over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt
zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te
handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid.
Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt specifiek ingegaan op
de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden
opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht
de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
De SVB doet verslag van de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt
ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt
hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ketensamenwerking (n.v.t.)
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de
bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management
van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de
SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De
bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid
(waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie,
financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
5a). Rechtmatigheid
Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het tweede tussentijdsverslag
over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag
over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen
in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de
fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten
wordt omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten.
De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in
het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden
dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van
het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit van activiteiten die zijn
ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt
gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt
geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren.
Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening
(inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert de SVB over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel
beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen
en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording
over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid
draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden,
worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming
zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar
wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd,
opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
De SVB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als
die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben
op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid
tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SVB bij dit onderdeel over de
fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid,
maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.
5e). Overige aspecten van de bedrijfsvoering
De SVB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM.
De SVB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder
in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en
de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
De SVB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde
ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang
van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
De SVB rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van
maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere,
beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van
Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
De SVB doet in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag verslag van de voortgang
van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB over de volgende onderwerpen:
-
− Leegstand: fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO
(conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)
-
− Overmaat: voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.
-
− Huisvestingskosten: onderverdeeld naar SV en niet-SV.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke
inrichting van de SVB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
De SVB gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste
risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
-
• uitleg belangrijke posten
-
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer
dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
-
• opvallende ontwikkelingen
-
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
-
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
-
• omvang van de baten als gevolg van werk voor derden
-
• de financiering van vaste activa
-
• (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst
naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie
afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.
8. Investeringen per categorie
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt de SVB in het jaarplan met begroting een
overzicht op van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten welke ten laste komen van
een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen
aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt de SVB in de jaarrekening de in paragraaf
10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de
geadministreerde SV-fondsen.
De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met
de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening
is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te
geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten
worden in de staat van baten en lasten met toelichting opgenomen, ongeacht of er budget
voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan,
tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
-
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
-
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico
van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
-
• de financiering van vaste activa
-
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen
in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf
mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording
betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening
te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers. Met betrekking tot de premiebaten
is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand
verschoven kasbasis).
Egalisatiereserve
De SVB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
-
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
-
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud
bedrijfsmiddelen)
-
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
-
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
In beginsel vormt de SVB naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen.
Hiervan kan slechts met instemming van het Ministerie van SZW worden afgeweken.
Balans SVB per 31 december
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
| |
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
| |
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
| |
|
|
|
• fondsvermogen
|
|
|
|
• bestemmingsfondsen
|
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
-
* Verloopstaat immateriële vaste activa
-
* Verloopstaat materiële vaste activa
-
* Verloopstaat financiële vaste activa
-
* Verloopstaat fondsvermogen
-
* Verloopstaat voorzieningen
-
* Verloopstaat langlopende schulden
Staat van baten en lasten SVB
| |
jaar t
|
jaar t-1
|
|
• Baten per wet sv
|
|
|
|
• Totaal baten per wet sv
|
|
|
|
• Totaal baten niet-sv
|
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
| |
|
|
|
• Lasten per wet sv
|
|
|
|
• Totaal lasten per wet sv
|
|
|
|
• Lasten niet-sv
|
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
| |
|
|
|
Saldo van baten en lasten
|
|
|
Toelichting
Baten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)
|
Baten per wet
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
|
Rijksbijdragen
|
|
|
|
|
Premies
|
|
|
|
|
Overige baten
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Lasten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)
|
Lasten per wet
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
|
Uitkeringen (incl. sociale lasten)
|
|
|
|
|
Overige lasten
|
|
|
|
|
Uitvoeringskosten
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1 (totaal, regulier, speciale
projecten)
|
Uitvoeringskosten
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
|
Personeel
|
|
|
|
|
Huisvesting
|
|
|
|
|
Automatisering
|
|
|
|
|
Bureaukosten
|
|
|
|
|
Diensten en diversen
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1
|
Uitvoeringskosten
|
Totaal
|
|
Staande organisatie
|
|
|
Per project
|
|
|
Totaal
|
|
Saldo van baten en lasten naar fonds (voor zover van toepassing)
|
Baten en lasten per fonds
|
SV
|
niet-SV
|
Totaal
|
Nog te verrekenen rijksbijdragen
| |
Programmakosten
|
Uitvoeringskosten
|
|
Wet of regeling
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Realisatie jaar
|
Voorschot jaar
|
Afrekening jaar
|
Totaal afrekening
|
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel
opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen de SVB en SZW, door SZW per
brief vastgesteld.
WNT verantwoording
De SVB doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond
van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen
zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte
informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB. Deze informatie wordt
uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd. De door de SVB
te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan de SVB kenbaar
gemaakt.
13. Kwantitatieve informatie
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse
kerncijfers, de rapportage handhaving SVB en de statistische jaarrapportages worden
jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
14. Toezichtbevindingen
De SVB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van
de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding
daarvan genomen maatregelen.
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln.
De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van
de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs.
148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen
over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces
van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie
van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie
van SZW geleverd.
In deze bijlage zijn de bestanden gespecificeerd die het UWV periodiek aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) of de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) verstrekt op grond van artikel 5.14, vierde lid, van de Regeling SUWI.
|
I. Maandelijks
|
BZK
|
OCW
|
|
Gegevens
|
WAO
|
WIA
|
WW
|
WAO
|
WIA
|
WW
|
|
Gegevens persoon:
|
|
|
|
|
|
|
|
Geboortejaar en -maand
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Geslacht
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Versleuteld burgerservicenummer (BSN)
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
Burgerservicenummer (BSN)
|
|
|
|
x
|
x
|
x
|
|
Gegevens (voormalige) werkgever:
|
|
|
|
|
|
|
|
Sectorcode
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Aansluitnummer
|
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
Orgaancode
|
x
|
|
|
x
|
|
|
|
Fiscaal nummer
|
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
Loonheffingsnummer
|
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
Naam werkgever
|
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
Uitkeringsgegevens:
|
|
|
|
|
|
|
|
Wetcode
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Fondscode
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Gevalsnummer
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Periode uitkering (start- en einddatum)
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Reden beëindiging uitkering
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Mate van arbeidsongeschiktheid in %
|
x
|
|
|
x
|
|
|
|
WSW-indicatie
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Wettelijk uitkeringspercentage
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Feitelijk uitkeringspercentage
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Eigen risico indicatie
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Totale duur voorafgaande uitkeringen
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Datum eerste dag recht ww
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Datum bereiken maximale uitkeringsduur
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Totale gerealiseerde duur uitkering, incl. voorafgaande uitkeringen
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Verslagperiodegegevens (o.a. Financieel):
|
|
|
|
|
|
|
|
Periode bestand (de maand van het bestand)
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Basisbedrag
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Bedrag uitkering
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
Bedrag vakantiegeld
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
|
Bedrag verdiensten
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Bedrag resterende verdiencapaciteit
|
|
x
|
|
|
x
|
|
|
Nuluitkering
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Aantal weken nuluitkering
|
|
|
x
|
|
|
x
|
|
Status van het recht in verslagperiode
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
II. Jaarlijks
Alle in Nederland op een peildatum voorkomende WIA- en WAJONG-gevallen
|
BZK
|
OCW
|
|
Gegevens
|
WIA
|
Wajong
|
|
WIA
|
Wajong
|
|
|
Versleuteld burgerservicenummer (BSN)
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Burgerservicenummer (BSN)
|
|
|
|
x
|
x
|
|
|
Datum aanvang uitkeringsverhouding
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
|
Datum einde uitkeringsverhouding
|
x
|
x
|
|
x
|
x
|
|
Bijlage X
[Vervallen per 01-07-2012]
Bijlage XI. behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI
Planning & control producten van BIDN
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BIDN periodiek aan
SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
BIDN levert het conceptjaarplan met begroting vóór 1 oktober en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 november. Het definitief jaarplan van BIDN bevat in elk geval een omschrijving
van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, Wet SUWI en de andere taken die het BIDN ten behoeve van gemeenten op grond van artikel 5.24 van het Besluit SUWI verricht. BIDN dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering
van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode
(halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister
aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten
van de P&C-cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een
nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
| |
I
|
II
|
III
|
|
|
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
|
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. speerpunten handhaving (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
4. Ondersteuning ketens
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
x
|
x
|
|
|
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. opbouw per wet/andere taken
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
|
g. vergelijking met laatst vastgestelde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening (nvt)
|
|
|
|
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
14. Toezichtbevindingen
|
|
x
|
x
|
|
|
Legenda
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijdse verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
2. Ontwikkeling wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
-
• Wat wil BIDN bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
-
• Wat gaat BIDN daarvoor doen?
-
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het kader van de budgetverantwoordelijkheid van SZW voor BIDN dient BIDN zich tevens
te verantwoorden over prestatie-indicatoren en prestatiegegevens op het gebied van:
-
− Werking sectorloket gemeenten en andere ketenpartijen
-
− Dienstverlening BIDN, waaronder klanttevredenheid
-
− Financiën
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken
van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
-
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om
de nieuwe maatregelen in te voeren;
-
• Andere taken die BIDN ten behoeve van de gemeenten verricht en die niet bekostigd
worden uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BIDN verslag van de uitvoering
van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren
vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden,
voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord.
Indien van toepassing beschrijft BIDN zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het
behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden
gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt
specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
BIDN doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering
van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op
de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BIDN legt hierbij een
relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe. BIDN dient tevens
verslag te doen van de fte-bezetting (vast/tijdelijk/extern) per einddatum van de
verslagperiode.
4. Ondersteuning ketens
BIDN doet verslag van de ontwikkelingen in de ketens voor werk, inkomen en schulden
voor de dienstverlening van het BIDN.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat BIDN in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen
binnen BIDN voor zover van belang voor de uitvoering van de taken op grond van de
Wet SUWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BIDN haar bedrijfsprocessen
beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt BIDN, mede gebaseerd op risicoanalyse,
verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat ten
minste uit de volgende onderdelen:
5a). Rechtmatigheid
De wijze waarop BIDN verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het
jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden
dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat BIDN inzicht moet bieden in de doelmatigheid
van het beheer en de organisatie. Ten aanzien van BIDN wordt verslag uitgebracht van
activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij
het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie.
BIDN wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid
te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de
Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
BIDN rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening
(inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de Regeling SUWI) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid, van de Regeling SUWI).
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert BIDN over eventuele tekortkomingen in het financieel
beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen
en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording
over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid
draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden,
worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming
zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar
wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd,
opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
BIDN rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als
die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, betrekking hebben
op kritieke processen, wijdverbreid zijn of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke
risico’s.
5e). Overige onderwerpen bedrijfsvoering
BIDN rapporteert over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
BIDN rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder
in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de
daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
BIDN rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde
ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang
van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de IT-auditor.
Deze geeft conform de artikelen 5.22 en 6.4 van de Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht
op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking
en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft BIDN inzicht
in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
BIDN doet verslag van belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de huisvesting.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke
inrichting van BIDN en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
BIDN gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s
en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
-
• uitleg belangrijke posten
-
• verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting, in ieder geval indien sprake
is van mutaties van meer dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van dezelfde begrotingspost
voorafgaand jaar)
-
• opvallende ontwikkelingen
-
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
-
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen
8. Investeringen per categorie
De indeling in categorieën volgt Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening (n.v.t.)
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt BIDN in het jaarplan en de jaarrekening een
overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage.
10. Jaarrekening
De jaarrekening van BIDN geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de
balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow, voor zover deze betrekking hebben
op de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting
en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen.
De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te
geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten
worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend.
Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders
voorschrijft.
De jaarrekening BIDN bestaat uit de volgende onderdelen:
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen
in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf
mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording
betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening
te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van BIDN op grond van
de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen
zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
BIDN vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, zesde lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
-
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
-
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud
bedrijfsmiddelen)
-
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
-
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in
de jaarrekening.
Bestemmingsfonds voor investeringen
BIDN beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding
tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende
groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BIDN derhalve
toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt BIDN een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
Balans BIDN per 31 december
| |
• jaar t
|
• jaar t-1
|
|
• immateriële vaste activa
|
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
| |
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
| |
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
| |
|
|
|
• eigen vermogen
|
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
|
• bestemmingsfonds
|
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
-
• Verloopstaat immateriële vaste activa
-
• Verloopstaat materiële vaste activa
-
• Verloopstaat financiële vaste activa
-
• Verloopstaat eigen vermogen
-
• Verloopstaat voorzieningen
Resultatenrekening BIDN / Saldo van baten en lasten (met toelichting)
| |
• jaar t Regulier
|
• jaar t Projecten
|
• jaar t Totaal
|
• jaar t-1 Regulier
|
• jaar t-1 Projecten
|
• jaar t-1 Totaal
|
|
• Rijksbijdrage
|
|
|
|
|
|
|
|
• Incidenteel budget
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige baten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal baten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Loonkosten eigen personeel
|
|
|
|
|
|
|
|
• Kosten extern personeel
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Afschrijvingskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Huisvestingskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Automatiseringskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Kantoorkosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Vervoerskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige beheerskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal overig beheer
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Beleidsbudgetten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal overige kosten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Saldo van baten en lasten
|
|
|
|
|
|
|
WNT verantwoording
BIDN doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)
14. Toezichtsbevindingen
BIDN gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de
bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie, die zij doet op grond van artikel 37 Wet SUWI, en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen
maatregelen.
Bijlage XIII
[Vervallen per 15-09-2008]
Bijlage XIV
[Vervallen per 15-09-2008]
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]
Bijlage XVI
[Vervallen per 01-01-2009]
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]
Bijlage XVIII. behorende bij artikel 6.2, tweede lid, van de Regeling SUWI
Het Gegevensregister BIDN wordt als Gegevensregister Stichting Bureau Informatiediensten
Nederland (Verwerkingsactiviteiten Wet SUWI/Participatiewet) bekend gemaakt via www.bidn.nl.
Bijlage XIX. behorende bij de Regeling SUWI, artikel 7.4, eerste lid
[Vervallen per 01-01-2006]
Bijlage XX. behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI
Planning & control producten van BKWI
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BKWI periodiek aan
SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijds verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
UWV levert ten aanzien van BKWI het conceptjaarplan met begroting vóór 1 oktober en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 november. Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de
taak, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van het Besluit SUWI en de andere taken die BKWI ten behoeve van ketenpartners verricht. Ten aanzien van
BKWI dient UWV zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering
van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode
(halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt na afloop van het verantwoordingsjaar
vóór 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten
van de P&C-cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een
nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
| |
I
|
II
|
III
|
|
|
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
|
|
|
|
|
|
|
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. prestatie-indicatoren/kengetallen
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. speerpunten klantgerichtheid
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
d. speerpunten handhaving
|
|
|
|
|
|
|
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
4. Ondersteuning ketens
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
5. Bedrijfsvoering
|
|
|
|
|
|
|
a. rechtmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
b. doelmatigheid
|
|
|
x
|
|
|
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie
|
|
|
x
|
|
|
|
d. financieel beheer (tekortkomingen)
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
6. Governance
|
|
|
|
|
|
|
a. Raad van Bestuur
|
|
|
x
|
|
|
|
b. Risicomanagement
|
|
|
x
|
|
|
|
7. Uitvoeringskosten
|
|
|
|
|
|
|
a. opbouw per product c.q. per groot project
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
b. opbouw per kostensoort
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
c. opbouw per wet/andere taken (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
d. prognose lopend jaar
|
|
x
|
|
|
|
|
e. vergelijking met begroting jaar t-1
|
x
|
|
|
|
|
|
f. vergelijking met begroting jaar t
|
|
x
|
x
|
|
|
|
g. vergelijking met laatst vastgestelde jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
8. Investeringen per categorie
|
x
|
|
x
|
|
|
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening (nvt)
|
|
|
|
|
|
|
10. Jaarrekening
|
|
|
x
|
|
|
|
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)
|
|
|
|
|
|
|
14. Toezichtbevindingen
|
|
|
x
|
|
|
Legenda
|
I
|
jaarplan met begroting
|
|
II
|
tussentijdse verslag
|
|
III
|
jaarverslag incl. jaarrekening
|
|
x
|
Opnemen
|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
-
• Wat wil BKWI bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
-
• Wat gaat BKWI daarvoor doen (activiteiten)?
-
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken
van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
-
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om
de nieuwe maatregelen in te voeren;
-
• Wijzigingen in de andere taken.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering
van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren
vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden,
voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden verantwoord. Indien
van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen
van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald
en de verbetermaatregelen die zijn of worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt ingegaan
op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving
UWV doet ten aanzien van BKWI verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma
en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt
ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt
hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
4. Ondersteuning ketens
BKWI doet verslag van de ontwikkelingen in de ketens voor werk, inkomen en schulden
voor de dienstverlening van het BKWI.
5. Bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen
binnen BKWI.
Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen
beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse,
verantwoording af over de bedrijfsvoering van BKWI. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat
ten minste uit de volgende onderdelen:
5a). Rechtmatigheid
De wijze waarop UWV ten aanzien van BKWI verantwoording dient af te leggen over de
rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant
zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
5b). Doelmatigheid
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht moet bieden in de doelmatigheid
van het beheer en de organisatie BKWI. Ten aanzien van BKWI wordt verslag uitgebracht
van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij
het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie.
De Raad van Bestuur van UWV wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking
tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel
c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
5c). Totstandkoming niet-financiële informatie
UWV rapporteert in het jaarverslag over het onderdeel BKWI over het totstandkomingproces
van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd
in bijlage XVII van de Regeling SUWI) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16,
tweede lid, van de Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
5d). Financieel Beheer
In dit onderdeel rapporteert UWV over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer
van BKWI. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen
en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording
over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid
draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden,
worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming
zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar
wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd,
opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
Het UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als
die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, betrekking hebben
op kritieke processen, wijdverbreid zijn of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke
risico’s.
5e). Overige onderwerpen bedrijfsvoering
UWV rapporteert voor het onderdeel BKWI over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien
van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder
in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de
daarmee gemoeide kosten.
ICT en Informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde
ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen bij BKWI. Ook de
voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen
hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de IT-auditor. Deze
geeft conform de artikelen 5.22 en 6.4 van de Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht
op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking
en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft BKWI inzicht
in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
6. Governance
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke
inrichting door UWV van het organisatieonderdeel BKWI en de wijze waarop zij haar
taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel binnen het organisatieonderdeel BKWI en
rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking
tot deze risico’s.
7. Uitvoeringskosten
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
-
• uitleg belangrijke posten
-
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer
dan 5% en ten minste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
-
• opvallende ontwikkelingen
-
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
-
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen (jaarrekening).
8. Investeringen per categorie
De indeling in categorieën volgt Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening (n.v.t.)
10. Jaarrekening
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het
boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow. De jaarrekening
heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de
in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening
is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken. De in de jaarrekening
opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid
als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording
opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten
en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen
in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf
mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording
betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening
te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond
van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen
zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
BKWI vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
-
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
-
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud
bedrijfsmiddelen)
-
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
-
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in
de jaarrekening.
Bestemmingsfonds voor investeringen
BKWI beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding
tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende
groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BKWI derhalve
toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden.
In het jaarplan neemt BKWI een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een
toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
Balans BKWI per 31 december
| |
• jaar t
|
• jaar t-1
|
|
•immateriële vaste activa
|
|
|
|
• materiële vaste activa
|
|
|
|
• financiële vaste activa
|
|
|
|
Totaal vaste activa
|
|
|
| |
|
|
|
• vorderingen
|
|
|
|
• liquide middelen
|
|
|
|
• overige vlottende activa
|
|
|
|
Totaal vlottende activa
|
|
|
| |
|
|
|
Totaal activa
|
|
|
| |
|
|
|
• eigen vermogen
|
|
|
|
• egalisatiereserve
|
|
|
|
• bestemmingsfonds
|
|
|
|
• voorzieningen
|
|
|
|
• langlopende schulden
|
|
|
|
• kortlopende schulden
|
|
|
|
Totaal passiva
|
|
|
Toelichting
-
• Verloopstaat immateriële vaste activa
-
• Verloopstaat materiële vaste activa
-
• Verloopstaat financiële vaste activa
-
• Verloopstaat eigen vermogen
-
• Verloopstaat voorzieningen
Resultatenrekening BKWI/Saldo van baten en lasten (inclusief toelichting)
| |
• jaar t Regulier
|
• jaar t Projecten
|
• jaar t Totaal
|
• jaar t-1 Regulier
|
• jaar t-1 Projecten
|
• jaar t-1 Totaal
|
|
• Rijksbijdrage
|
|
|
|
|
|
|
|
• Incidenteel budget
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige baten
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal baten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Loonkosten eigen personeel
|
|
|
|
|
|
|
|
• Kosten extern personeel
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal personeelskosten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Afschrijvingskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Huisvestingskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Automatiseringskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Kantoorkosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Vervoerskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Overige beheerskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
• Totaal overig beheer
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Beleidsbudgetten
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overige kosten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal lasten
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
• Saldo van baten en lasten
|
|
|
|
|
|
|
WNT verantwoording
BKWI doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
11. Aansluitingstabel (n.v.t.)
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)
14. Toezichtsbevindingen
BKWI gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de
bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie, die zij doet op grond van artikel 37 Wet SUWI en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen
maatregelen.
Bijlage XXI
[Vervallen per 01-01-2009]
Bijlage XXII. als bedoeld in artikel 5.10d, vijfde lid, van de Regeling SUWI
CONTROLEVERKLARING van de onafhankelijke accountant
Aan: ...
A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 20XX
Ons oordeel
Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen wettelijke jaarrekening een
getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van … (naam entiteit)
per 31 december 20XX en van het resultaat en de kasstromen over 20XX in overeenstemming
met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (WNT).
Tevens geven naar ons oordeel:
-
• de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitvoering
over 20XX (jaarverslag 20XX, pagina XX); en
-
• de weergave van de uitgaven in 20XX aan onderwijsvoorzieningen (jaarverslag 20XX,
pagina XX). NB alleen indien van toepassing
een getrouw beeld van de uitkomsten van de taakuitvoering van … (naam entiteit) over
20XX in overeenstemming met de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder (NB
alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren
met een handicap.
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben ingevolge artikel 49 lid 3 van de Wet SUWI de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 20XX van … (naam entiteit) te … ((statutaire)
vestigingsplaats) de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten
van de taakuitoefening en (NB alleen indien van toepassing) de weergave van de uitgaven
in 20XX aan onderwijsvoorzieningen gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit:
-
• de balans per 31 december 20XX;
-
• de staat van baten en lasten over 20XX;
-
• het kasstroomoverzicht over het jaar geëindigd op 31 december 20XX; en
-
• de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving
en andere toelichtingen waarin ook begrepen de WNT verantwoording 20XX.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de
jaarrekening is de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, bijlage VIII bij de Regeling SUWI punt 8 en 10, Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de WNT.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse
controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de
Regeling SUWI, paragraaf 5.1b en het Controleprotocol WNT vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn
beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Onafhankelijkheid
Wij hebben de jaarrekening gecontroleerd in onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur
/ het bestuur / de directie zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid
van accountants bij Assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante
onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening
gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is
als basis voor ons oordeel.
B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere
informatie, die bestaat uit:
-
• het bestuursverslag;
-
• de overige gegevens.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons
begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen
of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW, de Wet- en Regeling SUWI en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet
dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
De Raad van Bestuur / het bestuur / de directie is verantwoordelijk voor het opstellen
van het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI.
C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie voor de
jaarrekening
De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie is verantwoordelijk voor het opmaken
en getrouw weergeven van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van de overige
onderdelen van het jaarverslag, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de
bepalingen bij en krachtens de WNT en (NB alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit
onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.
In dit kader is de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie verantwoordelijk voor
een zodanige interne beheersing die de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie
noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen
van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie
afwegen of het zbo / de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit
voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de Raad van Bestuur
/ het bestuur / de directie de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling,
tenzij de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie het voornemen heeft om het
zbo / de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging
het enige realistische alternatief is.
De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie moet gebeurtenissen en omstandigheden
waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten
in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht
dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door
ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid
waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten
en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien
redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed
kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening
nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden
en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar
relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse
controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de
Regeling SUWI, paragraaf 5.1b, het Controleprotocol WNT, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen.
Onze controle bestond onder andere uit:
-
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van
materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s
bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie
die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico
dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij
fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk
nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne beheersing;
-
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle
met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden.
Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit
van de interne beheersing van het zbo / de stichting;
-
• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de Raad van Bestuur / het
bestuur / de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
-
• het vaststellen dat de door de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie gehanteerde
continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen
controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor
gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten in continuïteit
kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat,
zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante
gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn,
moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie
die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen
of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit
niet langer kan handhaven;
-
• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin
opgenomen toelichtingen; en
-
• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties
en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie onder andere
over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen
die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen
in de interne beheersing.
Plaats en datum
Accountant van
Naam accountant en ondertekening met die naam
Inleiding
Doelmatigheid is een begrip dat op verschillende manieren kan worden gedefinieerd.
Een gangbaar onderscheid is die tussen ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ en ‘doelmatigheid
van beleid’. Bij ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ staat de samenhang tussen de
geleverde prestaties (producten of diensten) – uitgedrukt in kwantiteit én kwaliteit
– en de ingezette middelen centraal. De ‘doelmatigheid van beleid’ benadert doelmatigheid
op een hoger abstractieniveau, waarbij de relatie tussen beoogde effecten en ingezette
middelen centraal staat.
In de context van de Wet SUWI gaat het om de doelmatigheid van de uitvoering van de sociale verzekeringen en wetten
in het verstreken boekjaar en de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon
voldoen aan eisen van doelmatigheid. De uitwerking van het doelmatigheidsbegrip die
in het kader van de Regeling SUWI wordt gegeven heeft betrekking op de doelmatigheid
van bedrijfsvoering.
Definitie doelmatigheid
Een organisatie is doelmatig als er een goed evenwicht is tussen de geleverde prestaties
(primair in kwantiteit en secundair in kwaliteit) en de door haar ingezette middelen.
In aansluiting op de definitie van doelmatigheid werken UWV, SVB, BIDN en BKWI hun
eigen toetsingskader uit.
Minimumeisen toetsingskader
Het toetsingskader dient aan de volgende minimumeisen te voldoen:
-
1. het kader gaat in op de maatregelen die de organisatie heeft genomen om de doelmatigheid
inzichtelijk te maken;
-
2. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie verantwoording aflegt over de
mate waarin prestaties (producten of diensten) conform de afspraken met de Minister
zijn gerealiseerd. Hierbij moet de organisatie aspecten meenemen die een uitspraak
doen over het aantal producten, diensten of klanten alsmede over de kwaliteit van
de producten of diensten. Kwaliteitsaspecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben
op klanttevredenheid, het aantal klachten en rechtmatigheid;
-
3. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de
middelen die nodig zijn geweest voor het realiseren van de onderscheiden producten
of diensten;
-
4. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de
relatie tussen de gerealiseerde prestaties en de daarbij verbruikte middelen. Hierbij
dient de gerealiseerde doelmatigheid te worden afgezet tegen de eventueel bij de begroting
van jaar t bepaalde doelstelling m.b.t. te realiseren doelmatigheid ten opzichte van
jaar t-1;
-
5. indien de organisatie niet aan de bovenstaande minimumeisen kan voldoen dient een
uitleg te worden gegeven over de reden hiervoor en dient de organisatie aan te geven
hoe en wanneer de gedefinieerde eindsituatie zal worden bereikt.
Rol van de accountant
De accountant gaat in de context van de Wet SUWI in zijn verslag van bevindingen in op de vraag of het beheer en de organisatie van
de rechtspersoon voldoet aan de eisen van doelmatigheid.
De accountant heeft als taak in zijn verslag van bevindingen te rapporteren over de
ordelijke en controleerbare totstandkoming van de verantwoording over de doelmatigheid.
De accountant stelt in dit verband ook vast of de organisatie een toetsingskader hanteert
dat voldoende rekening houdt met de in deze toelichting benoemde minimumeisen.
Bijlage XXIV. behorende bij artikel 6.2, derde lid, van de Regeling SUWI
De Vaststelling respectieve AVG-verantwoordelijkheden Bureau Informatiediensten Nederland
– Gemeenten 2021 wordt bekendgemaakt via www.bidn.nl.
[Vervalt op 01-01-2027. Zie het wijzigingenoverzicht.]
Kassiersverslag Tijdelijke aanvullende dienstverlening
In deze bijlage is gespecificeerd welke informatie de kassier in het kader van de
in artikel 15 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening bedoelde taak jaarlijks aan de Minister dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a van de Regeling SUWI. Deze informatie dient te worden opgenomen in het kassiersverslag.
De kassier dient zich te verantwoorden over het beheer van de budgetten en de uitbetaling
van de vergoedingen waar naar wordt verwezen in artikel 15, tweede lid, van de Tijdelijke
regeling aanvullende dienstverlening (de zogenaamde ‘artikel 15 budgetten’). Deze
verantwoording vindt over de kalenderjaren 2021 tot en met 2025 plaats in het jaarverslag
door middel van het kassiersverslag. Het jaarverslag wordt jaarlijks vóór 15 maart
aan de Minister aangeboden.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd die in het kassiersverslag
aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
Tabel: Inhoudsvoorschriften voor het kassiersverslag
|
1. Artikel 15 budgetten
|
|
|
a. Realisatie per budget
|
x
|
|
b. Realisatie per RMT
|
x
|
|
2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
|
x
|
|
3. Bedrijfsvoering
|
|
|
a. rechtmatigheid
|
x
|
|
4. Controleverklaring en verslag van bevindingen
|
x
|
Legenda
x. Opnemen
1. Artikel 15 budgetten
De kassier geeft inzicht in de mutaties van de door UWV beheerde budgetten en vergoedingen
in het kader van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening. Het kassiersverslag wordt opgesteld op kasbasis, en geeft inzicht in de door de
kassier ontvangen voorschotten en de verrichte betalingen ten laste van de volgende
budgetten:
-
• Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)
-
• Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers-
en werkgevers organisaties (artikel 18)
-
• Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende
dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)
Tabel 1 Realisatie per budget
|
Tabel voor hoofdstuk 2
|
| |
Budget (obv beschikkingen vastgesteld door SZW) kosten UWV en colleges B&W (art 22, tweede lid, onderdeel a)
|
Budget (obv beschikking vastgesteld door SZW) kosten werknemers- en werkgeversorganisaties
(art 22, tweede lid, onderdeel b)
|
Budget aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening
werkfitbehoud (artikel 22, tweede lid, onderdeel c)
|
|
Budget vastgesteld door SZW
|
|
|
|
| |
Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W
(art 17)
|
Vergoeding kosten werknemers- en werkgevers organisaties
(art. 18)
|
Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)
|
Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO
(art. 20)
|
Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud
(art. 21)
|
Totaal
|
|
Uitbetaald door de kassier:
|
|
|
|
|
|
|
|
April
|
|
|
|
|
|
|
|
Mei
|
|
|
|
|
|
|
|
Juni
|
|
|
|
|
|
|
|
Juli
|
|
|
|
|
|
|
|
Augustus
|
|
|
|
|
|
|
|
September
|
|
|
|
|
|
|
|
Oktober
|
|
|
|
|
|
|
|
November
|
|
|
|
|
|
|
|
December
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
Restant budget
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
% realisatie
|
|
|
|
|
|
|
Tabel 2 Realisatie per RMT
| |
Budget (obv beschikking vastgesteld door SZW) kosten UWV en colleges B&W (art 22, tweede lid, onderdeel a)
|
Budget aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening
werkfitbehoud (artikel 22, tweede lid, onderdeel c)
|
|
Budget vastgesteld door SZW
|
|
|
| |
Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W
(art. 17)
|
Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)
|
Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO
(art. 20)
|
Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud
(art. 21)
|
Totaal
|
|
Uitbetaald door de kassier:
|
|
|
|
|
|
|
Restant budget
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
% realisatie
|
|
|
|
|
|
|
Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar
|
|
|
|
|
|
|
Vergoeding van kosten UWV
|
|
x
|
x
|
x
|
|
|
Vergoeding van kosten colleges B&W
|
|
x
|
x
|
x
|
|
2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening
Ten behoeve van de afrekening neemt de kassier in het kassiersverslag een overzicht
op van de uitgaven welke ten laste komen van de rijksbijdrage die is ontvangen voor
de artikel 15 budgetten. De gerapporteerde ontvangen rijksbijdrage dient aan te sluiten
op de betreffende rekening-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd
middelenbeheer).
Tabel 3 Afrekentabel
| |
Realisatie
|
Voorschot
|
Afrekening
|
|
Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)
|
|
|
|
|
Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers-
en werkgevers organisaties (artikel 18)
|
|
|
|
|
Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende
dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)
|
|
|
|
|
Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar
|
|
|
|
|
Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges
van burgemeester en wethouders (artikel 17)
|
|
|
|
|
Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers-
en werkgevers organisaties (artikel 18)
|
|
|
|
|
Totaal
|
–
|
–
|
–
|
3. Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat ten minste uit het volgende onderdeel:
Rechtmatigheid
De wijze waarop de kassier ten aanzien van de artikel 15 budgetten verantwoording
dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag is hieronder nader uitgewerkt.
-
• De kassier bewaakt dat de vergoedingen van de kosten UWV en colleges van burgemeester
en wethouders (artikel 17), en de kosten werknemers- en werkgeversorganisaties (artikel 18) conform de door de Minister vastgestelde budgetten zijn.
-
• De kassier stelt vast dat op de declaraties de vereiste verklaringen zijn opgenomen
zoals vermeld in artikel 19, 20 en 21 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening.
-
• De kassier stelt vast dat het budget van artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via
praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)
niet wordt overschreden op het moment dat de declaratie wordt ontvangen door de kassier.
-
• De kassier stelt vast dat de vergoedingen uit hoofde van artikel 17 tot en met 21
verricht zijn ten gunste van het juiste bankrekeningnummer dat is opgegeven via het
stamgegevensformulier welke is ondertekend door de gemandateerde van de inkopende
partij.
-
• De kassier stelt vast dat betalingen uit hoofde van artikel 17 t/m 21 plaats vinden
na de startdatum per RMT.
4. Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de kassier op grond van de Regeling
SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn
nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.