Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening

Geraadpleegd op 14-10-2024.
Geldend van 01-10-2022 t/m 30-04-2023

Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (PbEG L 160/37) (Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is voorzieningen te treffen ter uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (PbEG L 160/37);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. verordening: verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken («de betekening en de kennisgeving van stukken»), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 (PbEU L 324/79);

  • b. verzendende instanties: verzendende instanties als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening;

  • c. ontvangende instanties: ontvangende instanties als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening.

Artikel 2

  • 1 Als verzendende instanties worden voor Nederland aangewezen de gerechtsdeurwaarders.

  • 2 Als ontvangende instanties worden aangewezen de gerechtsdeurwaarders.

  • 3 Ten aanzien van de kennisgeving van gerechtelijke stukken door een gerecht of de griffier van een gerecht worden mede als verzendende instantie aangewezen de gerechten.

Artikel 3

  • 1 Als centrale instantie als bedoeld in artikel 3 van de verordening wordt voor Nederland aangewezen de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.

  • 2 Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de centrale instantie haar taken, bedoeld in artikel 3 van de verordening, uitvoert.

Artikel 4

  • 1 Een aan een ontvangende instantie in Nederland verzonden formulier als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de verordening kan in de Engelse of de Duitse taal worden ingevuld.

  • 2 Een aan een verzendende instantie in Nederland verzonden certificaat als bedoeld in artikel 10 van de verordening kan in de Engelse of de Duitse taal worden ingevuld.

Artikel 5

Een aanvraag aan een ontvangende instantie in Nederland voor betekening of kennisgeving wordt uitgevoerd door middel van een exploot, tenzij uit de aanvraag voortvloeit dat zij op andere wijze moet worden uitgevoerd.

Artikel 6

  • 1 De vergoeding voor bijstand door een gerechtsdeurwaarder inzake de betekening of kennisgeving van uit een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken als bedoeld in artikel 11 van de verordening bedraagt € 65.

  • 2 Onze Minister van Justitie kan het in het eerste lid bedoelde bedrag eenmaal per vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van van toepassing worden van de verordening, wijzigen, indien daartoe gronden zijn.

Artikel 7

  • 1 In afwijking van artikel 19, eerste lid, van de verordening kan de rechter een beslissing geven, ook als geen certificaat van betekening, kennisgeving of afgifte is ontvangen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. het stuk is op één van de in de verordening geregelde wijzen toegezonden;

    • b. sedert het tijdstip van toezending van het stuk is een termijn verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval wordt vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen;

    • c. in weerwil van alle redelijke inspanningen die daartoe bij de bevoegde autoriteiten of organen van de aangezochte staat zijn aangewend, kon geen bewijs worden verkregen.

  • 2 Is in een geval waarin geen certificaat als bedoeld in het eerste lid is ontvangen, niet voldaan aan de in dat lid gestelde voorwaarden, dan kan de rechter, al of niet na verloop van een door hem vast te stellen termijn, zo hij daartoe gronden aanwezig acht, het verlenen van verstek tegen de verweerder weigeren.

  • 3 Een verzoek om verlening van een nieuwe termijn als bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de verordening is slechts ontvankelijk indien het is ingediend binnen één jaar, te rekenen van de dag waarop de beslissing is gegeven.

Artikel 8

Een ieder mag de betekening of kennisgeving van stukken afkomstig uit een Staat waar de verordening van toepassing is, rechtstreeks door een gerechtsdeurwaarder doen verrichten aan in Nederland verblijvende personen.

Artikel 11

Indien deze wet in werking treedt voor het tijdstip waarop de Gerechtsdeurwaarderswet in werking treedt, wordt in afwijking van artikel 3, eerste lid, tot dat tijdstip voor Nederland als centrale instantie aangewezen de Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders.

Artikel 12

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 december 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de twintigste december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals