Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 23-01-2025.
Geldend van 01-09-2012 t/m 31-12-2012

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 27 november 2001, Directie Arbeidsomstandigheden, Arbo/AIS 0174663, tot vaststelling van beleidsregels op het gebied van de arbeidsomstandighedenwetgeving (Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst,

Besluit:

A. Beleidsregel Arbeidsomstandighedenwet

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Beleidsregel 8. Voorlichting en onderricht aan zwangere werknemers en werknemers tijdens lactatie

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag Arbowet artikel 8, juncto Arbobesluit

Beleidsregel 33. Boeteoplegging

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 33, eerste en tweede lid, en artikel 34 van de Arbeidsomstandighedenwet worden voor alle overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd de normbedragen gehanteerd van de ‘Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete’ welke als bijlage 1 bij deze beleidsregels is gevoegd. Bij de toepassing hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen:

    • a. overtredingen waarvoor eerst een waarschuwing wordt gegeven of een eis wordt gesteld en pas in tweede instantie, nadat is geconstateerd dat de betreffende tekortkoming niet is opgeheven, wordt overgegaan tot boeteoplegging;

    • b. ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven zoals genoemd in de lijst welke is opgenomen als bijlage 2 bij deze beleidsregels.

    • c. overtredingen waarvoor direct een bestuurlijke boete kan worden gegeven zoals genoemd in de lijst welke is opgenomen als bijlage 3 bij deze beleidsregels;

  • 2 De in bijlage 1 genoemde normbedragen zijn uitgangspunt voor de berekening van op te leggen bestuurlijke boetes voor bedrijven of instellingen met 500 of meer werknemers. Voor bedrijven of instellingen van geringere omvang worden de volgende uitgangspunten gehanteerd voor de berekening van op te leggen bestuurlijke boetes:

    • a. bedrijven of instellingen met minder dan 5 werknemers betalen 10 procent;

    • b. bedrijven of instellingen met 5 tot en met 9 werknemers betalen 20 procent;

    • c. bedrijven of instellingen met 10 tot en met 39 werknemers betalen 30 procent;

    • d. bedrijven of instellingen met 40 tot en met 99 werknemers betalen 50 procent;

    • e. bedrijven of instellingen met 100 tot en met 249 werknemers betalen 60 procent;

    • f. bedrijven of instellingen met 250 tot en met 499 werknemers betalen 80 procent.

    Een al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerd normbedrag is het uitgangsbedrag voor eventuele verdere boeteberekening. Voor overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven begaan door anderen dan de werkgever, bedoeld in artikel 16, achtste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, te weten de opdrachtgever, de ontwerpende partij en de uitvoerende partij, bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, vindt geen correctie op het aantal werknemers plaats, maar zijn de in bijlage 1 genoemde normbedragen uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete.

  • 3 Voor de boeteberekening van overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven geconstateerd op locaties of in filialen, wordt als bedrijfs/instellingsgrootte het aantal werknemers van de gehele juridische eenheid gehanteerd.

  • 4 Bij de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete kunnen één of meer van de volgende factoren aan de orde zijn en achtereenvolgens leiden tot verhoging respectievelijk verlaging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde normbedrag:

    • a. in geval van ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven zoals genoemd in bijlage 2, wordt het normbedrag met twee vermenigvuldigd;

    • b. vervolgens kunnen één of meer van de volgende factoren aan de orde zijn die achtereenvolgens leiden tot verlaging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde verdubbelde normbedrag:

      • 1°. indien de werkgever aantoont dat hij de risico’s van de werkzaamheden waarbij de overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven, zich heeft voorgedaan voldoende heeft geïnventariseerd en op grond daarvan de nodige maatregelen heeft getroffen en deugdelijke, voor de arbeid geschikte, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking heeft gesteld, wordt de bestuurlijke boete met eenderde gematigd;

      • 2°. indien de werkgever bovendien aantoont dat hij voldoende instructies heeft gegeven, wordt de bestuurlijke boete met nog eenderde gematigd.

      • 3°. indien de werkgever bovendien aantoont dat hij adequaat toezicht heeft gehouden, wordt geen bestuurlijke boete opgelegd;

    • c. indien meer dan tien, respectievelijk meer dan vijftig werknemers aan een niet-administratieve overtreding zijn blootgesteld, wordt het al dan niet op grond a. verhoogde of verlaagde normbedrag met anderhalf, respectievelijk twee vermenigvuldigd;

    • d. overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven die meermalen voorkomen, kunnen maximaal drie keer in de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete worden meegenomen;

    • e. indien sprake is van recidive van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven wordt de op te leggen bestuurlijke boete met anderhalf vermenigvuldigd.

  • 5 De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, in geval er sprake is van meerdere overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

  • 6 De bestuurlijke boete die per boetebeschikking aan een werkgever (rechtspersoon of een natuurlijk persoon), of anderen dan de werkgever, bedoeld in het tweede lid, kan worden opgelegd bedraagt:

    • a. minimaal € 100;

    • b. maximaal € 100.000.

  • 7 Overtredingen waarvoor ook een werknemer beboet kan worden zijn in de bijlagen 1 tot en met 3 gemarkeerd met een asterisk achter het boetenormbedrag. De bestuurlijke boete die per boetebeschikking aan een werknemer kan worden opgelegd bedraagt maximaal € 225.

  • 8 Bij een arbeidsongeval dat leidt tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet worden vaste boetebedragen opgelegd waarbij de volgende criteria worden gehanteerd:

    • a. afhankelijk van de categorie-indeling, bedoeld in artikel 34, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, van de overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven, dat de directe aanleiding is geweest voor het arbeidsongeval en afhankelijk van het aantal werknemers van het bedrijf of de instelling gelden de volgende bedragen per werkgever:

      OMVANG BEDRIJF # werknemers

      Blijvend letsel/ziekenhuisopname

      Dodelijk letsel

      Boetecategorie

      Boetecategorie

      I

      II

      I

      II

      < 5

      1.350

      2.700

      1.800

      4.500

      5–9

      2.700

      5.400

      3.600

      9.000

      10–39

      4.050

      8.100

      4.500

      10.800

      40–99

      4.500

      9.000

      5.400

      13.500

      100–249

      5.400

      10.800

      6.750

      16.200

      250–499

      6.100

      12.000

      8.100

      20.000

      > 500

      6.750

      13.500

      9.000

      22.500

    • b. indien sprake is van meer dan één slachtoffer wordt het boetebedrag als volgt verhoogd:

      • 1°. in geval van twee slachtoffers wordt het boetebedrag met anderhalf vermenigvuldigd;

      • 2°. bij drie of meer slachtoffers wordt het boetebedrag met twee vermenigvuldigd, met dien verstande dat het boetebedrag per overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven de per categorie vastgestelde maximale bedragen (€ 9.000 of € 22.500) niet overschrijdt.

    • c. bij de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete kunnen de drie factoren aan de orde zijn, genoemd in het vierde lid, onder b, en op overeenkomstige wijze leiden tot verlaging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde normbedrag.

Beleidsregel 1.42. Organisatie van de arbeid van zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag Arbobesluit artikel 1.42.

Beleidsregel 2-1. Verplichtstelling arbeidsveiligheidsrapport, aanwijzing installaties

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag Arbobesluit afdeling 2 van hoofdstuk 2

Beleidsregel 2-2. Aanvullende eisen risico-inventarisatie en - evaluatie, aanwijzing installaties

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit afdeling 2 van hoofdstuk 2

Beleidsregel 2.21. Opleidingsprofiel bedrijfshulpverlener.

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag Arbobesluit artikel 2.21, eerste lid , en artikel 2.22.

Beleidsregel 3.2. Buisrailsystemen in kassen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.2, artikel 3.16, eerste lid, artikel 3.17, artikel 7.3, derde lid, artikel 7.4, artikel 7.4a, eerste tot en met zesde lid, artikel 7.5, eerste en vijfde lid, artikel 7.17a, eerste tot en met vierde lid, en artikel 7.18b, eerste lid.

Beleidsregel 3.4. Aanleg en gebruik van elektrische installaties

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.4.

Beleidsregel 3.5. Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.5.

Beleidsregel 3.5g -1. Onderzoek in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.5g, eerste lid

Beleidsregel 3.5g -2. Onderzoek in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.5g, tweede en vierde lid, juncto artikel 8.4

Beleidsregel 3.6. Vluchtwegen en nooduitgangen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.6.

Beleidsregel 3.9. Noodverlichting

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.9 en artikel 3.7, vijfde lid

Beleidsregel 3.13. Automatische deuren en hekken en doorgangen voor voetgangers

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.13, zesde tot en met achtste lid.

Beleidsregel 3.16. Voorzieningen bij valgevaar

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.16, eerste en tweede lid.

Beleidsregel 3.19. Afmetingen van arbeidsplaatsen in kantoren

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.19.

Beleidsregel 3.40. Kogelwerend en slagvast glas in benzinestations

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.40 onder c.

Beleidsregel 4.1c -1. Zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid bij het verrichten van arbeid met gevaarlijke stoffen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, onder f.

Beleidsregel 4.1c -2. Etikettering gevaarlijke stoffen die op de werkplek aanwezig zijn

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, onder i.

Beleidsregel 4.1c -3. Maatregelen ter preventie van huid- en luchtwegklachten bij arbeid in kappersbedrijven

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid aanhef en onder a, b, d, e en g, artikel 4.4 juncto Hoofdstuk 8, afdeling 1.

Beleidsregel 4.1c -4. Doeltreffende beheersing van blootstelling aan gevaarlijke stoffen

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, juncto artikel 4.4, eerste tot en met vijfde lid, juncto artikel 4.3, derde lid.

Beleidsregel 4.1c -5. Doeltreffende maatregelen bij blootstelling aan rook als gevolg van lassen, gutsen, plasmasnijden en solderen van metaal

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, artikel 4.3. eerste, derde en vierde lid, artikel 4.4, artikelen 4.16, 4.17, 4.18, juncto hoofdstuk 8, afdeling 1

Beleidsregel 4.1c -6. Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij werken in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.22, tweede en vierde lid, artikel 3.23, eerste en tweede lid, juncto artikel 3.24, eerste lid, artikel 4.1c, eerste lid, artikel 4.2, eerste lid, artikel 4.4, artikel 4.6, eerste en tweede lid, artikel 4.15, eerste lid, artikel 4.18, artikel 4.19, artikel 4.20, eerste tot en met vierde lid, artikel 4.45, eerste en tweede lid, artikel 4.45a, artikel 4.45b, artikel 4.46, artikel 4.47, artikel 4.47a, artikel 4.47c, artikel 4.51, artikel 4.53.

Beleidsregel 4.1c -7. Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan inhalatie anesthetica in ziekenhuizen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, artikel 4.4 en artikel 4.10d

Beleidsregel 4.2 -1. Wijze van beoordelen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en enkele aanvullende regels voor asbest

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.2, eerste tot en met vierde lid.

Beleidsregel 4.2 -2. Wijze van beoordelen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij werken in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.2, derde lid

Beleidsregel 4.3 -1. Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan stoffen door gebruik van persoonlijke ademhalingsbeschermingsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.3, vierde lid, en artikel 4.4, vijfde lid, juncto hoofdstuk 8, afdeling 1

Beleidsregel 4.4 -2. Opslag van gevaarlijke stoffen in verpakkingen

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.4, eerste tot en met vierde lid

Beleidsregel 4.4 -4. Noodhulp bij vergiftiging door zeer giftige stoffen

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.4, vierde lid.

Beleidsregel 4.4 -7. Bescherming werknemers bij automatische brandblusinstallaties met chemische en inerte blusstoffen

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.4, eerste lid juncto artikel 3.8, eerste lid en artikel 3.6

Beleidsregel 4.6 -1. Voorkomen van calamiteiten bij opslag, gebruik en transport van gascylinders

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.6, eerste en tweede lid

Beleidsregel 4.6 -2. Voorkomen van ongewilde gebeurtenissen bij het verladen van natriumhypochloriet

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.6, eerste lid.

Beleidsregel 4.6 -3. Voorkomen van ongewilde gebeurtenissen bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 3.5d, vijfde lid, en artikel 4.6, eerste en tweede lid

Beleidsregel 4.6 -4. Het gebruik van chemicaliën in zweminrichtingen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit, artikel 4.6, eerste en tweede lid

Beleidsregel 4.6 -5. Voorkomen van brand en explosie en het beperken van de gevolgen van brand bij het werken in verfspuitcabines

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.6, eerste en tweede lid en artikel 3.6, tweede lid

Beleidsregel 4.6 -6. Voorkomen van verstikking of bedwelming bij toepassing van kooldioxide

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.6, eerste en tweede lid.

Beleidsregel 4.6 -7. Voorkomen van verstikking bij toepassing van vloeibare stikstof

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobestuit artikel 4.6, eerste en tweede lid

Beleidsregel 4.14. Beoordelen blootstelling aan kankerverwekkende stoffen waaronder enkele aanvullende regels voor asbest

[Vervallen per 19-04-2002]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.14.

Beleidsregel 4.16. Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen door gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag Arbobesluit artikel 4.16, derde lid en artikel 4.18, vierde lid, juncto hoofdstuk 8, afdeling 1 en artikel 9.3, eerste lid

Beleidsregel 4.18 -1. Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid en artikel 4.18, eerste tot en met derde lid

Beleidsregel 4.18 -2. Voorkoming of beperking van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en schadelijk geluid bij de APK-keuring van dieselmotoren

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid en artikel 4.18, eerste en tweede lid en artikel 6.8.

Beleidsregel 4.18 -3. Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij overschrijding de grenswaarde bij werkzaamheden met asbest en asbesthoudende producten

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.18, derde lid, artikel 4.47a, derde en vierde lid, artikel 4.48a, tweede lid, onder a, juncto hoofdstuk 8, afdeling1, en artikel 9.3, eerste lid

Beleidsregel 4.18 -4. Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, artikel 4.16, derde en vierde lid, artikel 4.18, eerste tot en met derde lid, juncto hoofdstuk 8, afdeling 1, en artikel 9.3, eerste lid

Beleidsregel 4.18-5. Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan cytostatica in ziekenhuizen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, artikel 4.7, artikel 4.18, eerste tot en met derde lid, artikel 4.19, juncto hoofdstuk 8, afdeling 1 en 2.

Beleidsregel 4.19. Informatie voor werknemers bij het werken met kankerverwekkende en mutagene stoffen

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.19, onder a en c

Beleidsregel 4.45. Verpakking en vervoer van bepaalde bulkmaterialen, verontreinigd met asbesthoudende materialen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.45 eerste en tweede lid, onder d, juncto artikel 6.2, eerste, tweede en derde lid

Beleidsregel 4.47. Doeltreffend meten van asbeststof in de lucht

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.47, derde, zevende en achtste lid

Beleidsregel 4.47c. Melding werkzaamheden met asbest

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.47c, eerste lid

Beleidsregel 4.51. Hygiënische beschermingsmaatregelen bij werkzaamheden met asbest in risicoklasse 2 en 3

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.50, vierde lid, artikel 4.51, eerste lid, juncto artikel 4.20, eerste tot en met vierde lid

Beleidsregel 4.51a. Voorschriften voor de eindbeoordeling

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.47b, eerste en tweede lid, 4.51a, tweede en derde lid en artikel 4.54

Beleidsregel 4.54. Melding slopen asbest of crocidoliet

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.54, derde lid.

Beleidsregel 4.55. Voorschriften eindmeting bij asbestsloop

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.55, eerste lid, onder d.

Beleidsregel 4.60. Het be- en verwerken van zandsteen in monumenten

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.60, tweede lid, onder a.

Beleidsregel 4.87a. Doeltreffend maatregelen ter voorkoming of beperking van blootstelling aan legionellabacteriën bij het in bedrijf nemen en houden van een koeltoren die water in aërosolvorm in de lucht kan brengen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbowet artikel 5, Arbobesluit artikel 4.87a.

Beleidsregel 4.87b. Doeltreffende maatregelen ter voorkoming of beperking van blootstelling aan legionellabacteriën bij het in bedrijf nemen en houden van een luchtbevochtigingsinstallatie en een waterinstallatie die water in aërosolvorm in de lucht kan brengen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbowet artikel 5, Arbobesluit artikel 4.87b, eerste lid.

Beleidsregel 4.64. Wijze van beoordelen van blootstelling aan lood

[Vervallen per 19-04-2002]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.64, eerste lid.

Beleidsregel 4.87-2. Voorkoming van infecties ten gevolge van accidenteel bloedcontact met humaan bloed

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.87, derde lid.

Beleidsregel 4.91. Vaccinatie tegen hepatitis B

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.91, zesde, achtste en negende lid.

Beleidsregel 4.113. Doeltreffende maatregelen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen in thuiswerk

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 4.113.

Beleidsregel 5.2 -1. Fysieke belasting bij handbediende trekkenwanden

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.2, 5.5, eerste lid, en 5.6.

Beleidsregel 5.2 -2. Fysieke belasting in kinderdagverblijven

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.2 .

Beleidsregel 5.3 -1. Tillen op bouwplaatsen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.3

Beleidsregel 5.3 -2. Fysieke belasting in kappersbedrijven

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag Arbobesluit artikel 5.3 en 5.4.

Beleidsregel 5.4 -1a. Zittend werk

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.4.

Beleidsregel 5.4 -1b. Gebruik van een stasteun

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.4

Beleidsregel 5.4 -2. Zitgelegenheid bij kassawerk in zelfbedieningswinkels

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.4.

Beleidsregel 5.4 -3. Zitgelegenheid bij baliewerk

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.4.

Beleidsregel 5.11. Bescherming van ogen en gezichtsvermogen bij beeldschermwerk

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 5.11.

Beleidsregel 6.1. Temperatuur

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.1.

Beleidsregel 6.2. Luchtverversing

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.2, eerste lid.

Beleidsregel 6.3. Verlichting

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.3.

Beleidsregel 6.4. Daglicht

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.4, derde lid.

Beleidsregel 6.7. Beoordelen en zo nodig meten van de lawaainiveaus

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.7.

Beleidsregel 6.8. Voorkomen of beperken van de blootstelling aan schadelijk lawaai

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.8 , juncto artikel 8.1.

Beleidsregel 6.9. Weekgemiddelde schadelijk geluid

[Vervallen per 25-03-2006]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.9, eerste lid.

Beleidsregel 6.14. Caissonarbeid

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 6.14, artikel 6.15, artikel 6.19 en artikel 6.20, juncto artikel 6.18.

Beleidsregel 6.15. Duikarbeid

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit, artikel 6.15 , juncto artikel 6.16, en artikel 6.18.

Beleidsregel 6.23. Geluidsvoorschriften zeeschepen en luchtvaartuigen

[Vervallen per 25-03-2006]

Grondslag: Arbobesiuit artikel 6.23.

Beleidsregel 7.3 -1. Handbediende hogedrukreinigers

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3.

Beleidsregel 7.3 -2. Geschiktheid afkortzagen voor aluminium

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3.

Beleidsregel 7.3 -3. Geschiktheid hijs- en hefgereedschap

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3.

Beleidsregel 7.3 -4. Inventarisatie en evaluatie van gevaren van arbeidsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3, eerste lid, juncto artikel 5 Arbowet.

Beleidsregel 7.3 -5. Geschiktheid freesgereedschap en ronde zaagbladen bij houtbewerkina

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3, vierde lid .

Beleidsregel 7.3 -6. Geschiktheid werkbakken

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3, vierde lid

Beleidsregel 7.3 -7. Geschiktheid hijs- en hefwerktuigen die in combinatie met werkbakken worden gebruikt

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.3, derde lid

Beleidsregel 7.4-1. Deugdelijkheid hijskranen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4.

Beleidsregel 7.4 -2. Deugdelijkheid hijs- en hefgereedschap

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4.

Beleidsregel 7.4 -3. Deugdelijkheid van vierwielige trekkers

[Vervallen per 01-01-2012]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4 .

Beleidsregel 7.4 -4. Deugdelijkheid ladders

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4.

Beleidsregel 7.4 -5. De kwaliteit en de constructie van steigers

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4.

Beleidsregel 7.4 -6. Deugdelijkheid werkbakken

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4

Beleidsregel 7.5 -1. Onderhoud werkbakken

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.5, eerste en vierde lid

Beleidsregel 7.7. Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2008]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.7, eerste tot en met zesde lid.

Beleidsregel 7.9. Voorkoming aanraking arbeidsmiddelen met zeer hoge of zeer lage temperatuur

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.9..

Beleidsregel 7.13. Bedieningssystemen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.13, eerste en vijfde lid.

Beleidsregel 7.14. In werking stellen van arbeidsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2008]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.14, eerste lid.

Beleidsregel 7.15. Stopzetten van arbeidsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.15, eerste en derde lid.

Beleidsregel 7.16. Noodstopvoorziening

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.16.

Beleidsregel 7.17b. Verhinderen onverhoeds in beweging komen van mobiele arbeidsmiddelen met elektrische aandrijving

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.17b, tweede lid onder b.

Beleidsregel 7.20. Hijs- en hefgereedschap; onderzoek en beproeving

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.20, zesde en zevende lid.

Beleidsregel 7.21. Werkzaamheden in liftschachten

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.21, eerste lid.

Beleidsregel 7.23d. Vervoer van personen in werkbakken

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.23d, eerste en zesde lid.

Beleidsregel 7.22. Vervoer van personen in werkbakken

[Vervallen per 01-01-2007]

Grondslag: Arbobesluit, artikel 7.22, tweede en derde lid.

Beleidsregel 7.34. Toezicht op steigerbouw

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 7.34, eerste lid.

Beleidsregel 8.2. Keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen

[Vervallen per 01-01-2011]

Grondslag: Arbobesluit artikel 8.2.

B. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1. Het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 oktober 1999, Directie Arbeidsomstandigheden, Arbo/AIS 9955491, tot vaststelling van beleidsregels op het gebied van de Arbeidsomstandighedenwetgeving (Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving) wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving.

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving zullen met de toelichting en de bijlagen in een bijlage bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 27 november 2001

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

J.F. Hoogervorst

namens deze,
De

Directeur-Generaal

w.g. drs. R.IJ.M. Kuipers

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

behorend bij beleidsregel 33 Arbowet

Tarieflijst boetenormbedragen* bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

deel 1

tarieven Arbowet

deel 2

tarieven Arbobesluit

deel 3

tarieven Arboregeling

*Ten aanzien van de feiten waar een asterisk (*) achter de boetenormbedragen is geplaatst, kan ook een werknemer worden beboet, indien deze op grond van de desbetreffende bepalingen:

Tarieflijst boetenormbedragen deel 1 Arbowet

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Tarieflijst Boetenormbedragen Deel 1 Arbowet

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boete normbedrag

3

1

Arbobeleid

 
   

De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, waarbij hij, gelet op de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, het volgende in acht neemt:

€ 1.800

   

a. tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer;

 
   

b. tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd worden de gevaren en risico's voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer zoveel mogelijk in eerste aanleg bij de bron daarvan voorkomen of beperkt;

 
   

naar de mate waarin dergelijke gevaren en risico's niet bij de bron kunnen worden voorkomen of beperkt, worden daartoe andere doeltreffende maatregelen getroffen waarbij maatregelen gericht op collectieve bescherming voorrang hebben boven maatregelen gericht op individuele bescherming; slechts indien redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat maatregelen worden getroffen die zijn gericht op individuele bescherming, worden doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking gesteld;

 
   

c. de inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen alsmede de arbeidsinhoud worden zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers aangepast;

 
   

d. monotone en tempogebonden arbeid wordt, zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd, vermeden dan wel, indien dat niet mogelijk is, beperkt;

 
   

e. doeltreffende maatregelen worden getroffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en andere aanwezige personen, en doeltreffende verbindingen worden onderhouden met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties;

 
   

f. elke werknemer moet bij ernstig en onmiddellijk gevaar voor zijn eigen veiligheid of die van anderen, rekening houdend met zijn technische kennis en middelen, de nodige passende maatregelen kunnen nemen om de gevolgen van een dergelijk gevaar te voorkomen, waarbij artikel 29, eerste lid, derde zin, van overeenkomstige toepassing is.

 
 

2

De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting

€ 540

 

3

Ter uitvoering van het eerste lid draagt de werkgever zorg voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de bij de werkgever werkzame personen, waarbij hij rekening houdt met de bekwaamheden van de werknemers.

€ 540

 

4

De werkgever toetst het arbeidsomstandighedenbeleid regelmatig aan de ervaringen die daarmee zijn opgedaan en past maatregelen aan zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring daartoe aanleiding geeft.

€ 540

       

4

 

Aanpassing arbeidsplaats werknemer met structurele functionele beperking

 
 

1

In aanvulling op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, past de werkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 1°, uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in artikel 7:658a van het Burgerlijk Wetboek en artikel 76e van de Ziektewet,

€ 1.800

   

a. de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen, alsmede de arbeidsinhoud aan zijn werknemer, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten aan, en

 
   

b. de inrichting van het bedrijf aan die werknemer aan, voorzover de behoefte daaraan wordt opgeroepen door de deelneming van die werknemer aan de werkzaamheden of het daarmee samenhangende verblijf in het bedrijf.

 
       

5

 

Inventarisatie en evaluatie van risico's

 
 

1

De werkgever legt in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor werknemers met zich mee brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en risico's voor bijzondere categorieën van werknemers.

€ 1.800

 

2

In de risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aandacht besteed aan de toegang van werknemers tot een deskundige werknemer of persoon, bedoeld in de artikelen 13 en 14, of de arbodienst.

€ 450

 

3

Een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico’s en de samenhang daartussen, een en ander overeenkomstig artikel 3, maakt deel uit van de risico-inventarisatie en -evaluatie.

€ 450

   

In het plan van aanpak wordt tevens aangegeven binnen welke termijn deze maatregelen zullen worden genomen.

 
 

4

De risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.

€ 450

 

5

Indien de werkgever arbeid doet verrichten door een werknemer die hem ter beschikking wordt gesteld, verstrekt hij tijdig voor de aanvang van de werkzaamheden aan degene, die de werknemer ter beschikking stelt, de beschrijving uit de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren en risicobeperkende maatregelen en van de risico’s voor de werknemer op de in te nemen arbeidsplaats, opdat diegene deze beschrijving verstrekt aan de betrokken werknemer.

€ 900

 

6

De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de risico-inventarisatie en -evaluatie

€ 90

       

8

 

Voorlichting en onderricht

 
 

1

De werkgever dient de werknemer doeltreffend te informeren over de te verrichten werkzaamheden en daaraan verbonden risico's alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken.

€ 540

   

Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze waarop de deskundige bijstand in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd.

€ 540

 

2

De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden.

€ 540

 

3

Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken.

€ 540

 

4

De werkgever ziet toe op naleving van instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen

€ 1.800

 

5

Indien binnen de onderneming werknemers jonger dan 18 jaar werkzaam zijn, houdt de werkgever bij de uitvoering van de in de voorgaande leden genoemde verplichtingen in het bijzonder rekening met de aan de jeugdige leeftijd inherente werkervaring en onvoltooide lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van deze werknemers.

€ 540

       

9

 

Melding arbeidsongevallen

 
 

1

De werkgever meldt arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct aan de daartoe aangewezen toezichthouder en rapporteert hierover desgevraagd zo spoedig mogelijk schriftelijk aan deze toezichthouder.

€ 4.500

 

2

De werkgever houdt een lijst bij van de gemelde arbeidsongevallen en van arbeidsongevallen welke hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen en registreert daarop de aard en datum van het ongeval.

€ 270

       

11

 

Algemene verplichtingen van de werknemers

 
   

De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen. Met name is hij verplicht om:

€ 450*

   

a. arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken;

 
   

b. de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen, een en ander voor zover niet krachtens deze wet is bepaald dat werknemers niet verplicht zijn beschermingsmiddelen als vorenbedoeld te gebruiken;

 
   

c. de op arbeidsmiddelen of anderszins aangebrachte beveiligingen niet te veranderen of buiten noodzaak weg te halen en deze op de juiste wijze te gebruiken;

 
   

d. mede te werken aan het voor hem georganiseerde onderricht bedoeld in artikel 8;

 
   

e. de door hem opgemerkte gevaren voor de veiligheid of de gezondheid terstond ter kennis te brengen aan de werkgever of degene die namens deze ter plaatse met de leiding is belast;

 
   

f. de werkgever en de werknemers en de andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, eerste tot en met derde lid, de personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, en de arbodienst, indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van deze wet.

 
       

13

 

Bijstand deskundige werknemers op het gebied van preventie en bescherming

 
 

1

De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van deze wet bijstaan door een of meer deskundige werknemers.

€ 900

 

2

Voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een combinatie van deskundige werknemers en andere deskundige personen.

€ 900

 

3

Indien er geen mogelijkheden zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door andere deskundige personen.

€ 900

 

4

De werknemers en de andere deskundige personen beschikken over een zodanige deskundigheid, ervaring en uitrusting, zijn zodanig in aantal, gedurende zoveel tijd beschikbaar en zodanig georganiseerd, dat zij de bijstand naar behoren kunnen verlenen.

€ 1.800

 

9

In de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, worden de maatregelen beschreven die nodig zijn om te voldoen aan het vierde en tiende lid.

€ 450

 

10

In afwijking van het eerste tot en met het derde lid, kunnen bij werkgevers met niet meer dan 25 werknemers de taken in het kader van de bijstand ook worden verricht door de werkgever zelf, indien deze natuurlijk persoon is, of door de directeur indien de werkgever rechtspersoon is, indien deze personen beschikken over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting om deze taken naar behoren te vervullen.

€ 900

       

14

 

Maatwerkregeling aanvullende deskundige bijstand bij specifieke taken op het gebied van preventie en bescherming

 
 

1

In aanvulling op artikel 13 laat de werkgever zich bij de volgende taken bijstaan door een of meer deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven of die als bedrijfsarts is ingeschreven in een erkend specialistenregister als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg:

€ 900

   

a. het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, en daarover adviseren;

 
   

b. de bijstand bij de begeleiding van werknemers die door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten, met inbegrip van de bijstand bij de uitvoering van bij of krachtens artikel 25, eerste, tweede, derde, vierde en zevende lid van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, dan wel bij of krachtens artikel 71a, eerste, tweede, derde, vierde en zevende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gestelde regels;

 
   

c. het uitvoeren van:

 
   

1°. het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 18;

 
   

2°. de aanstellingskeuring, indien de werkgever deze laat verrichten.

 
 

2

Bij de toepassing van het eerste lid wordt het volgende in acht genomen:

€ 900

   

a. de bijstand bij de taken, bedoeld in het eerste lid, wordt doeltreffend uitgevoerd;

 
   

b. de bijstand bij de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt binnen het bedrijf of de inrichting georganiseerd;

 
   

c. voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand bij de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een of meer andere deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven;

 
   

d. de personen die de bijstand verrichten zijn zodanig in aantal, gedurende zoveel tijd beschikbaar en zodanig georganiseerd, dat zij de bijstand van de taken, bedoeld in het eerste lid, naar behoren kunnen verlenen.

 
 

7

De deskundige werknemers en andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, en de personen, bedoeld in het eerste lid, werken bij het verlenen van bijstand aan een werkgever samen.

€ 270

       

14a

 

Vangnetregeling aanvullende deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming

 
 

2

De werkgever laat zich met betrekking tot de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, bijstaan door een arbodienst, ten behoeve waarvan overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven en die deel uitmaakt van de organisatie van het bedrijf of de inrichting.

€ 900

 

3

Voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een andere arbodienst ten behoeve waarvan, overeenkomstig artikel 20, een certificaat is afgegeven.

€ 900

 

4

De deskundige werknemers en andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, en de werknemers van een arbodienst, werken bij het verlenen van bijstand aan een werkgever samen.

€ 270

       

15

 

Deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening

 
 

1

De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van artikel 3, eerste lid, onder e, van deze wet bijstaan door een of meer werknemers die door hem zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners.

€ 1.800

 

3

De bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij de in het tweede lid genoemde taken naar behoren kunnen vervullen .

€ 1.800

       

18

 

Arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
   

De werkgever stelt de werknemers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop gericht is de risico's die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich mee brengt zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

€ 90

       

19

 

Verschillende werkgevers

 
 

1

Indien in een bedrijf of inrichting verschillende werkgevers arbeid doen verrichten, moeten zij onderling op doelmatige wijze samenwerken, teneinde naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde te verzekeren.

€ 270

 

2

Alvorens werkzaamheden behorende tot een bij AMvB aangewezen categorie aanvangen, moeten de werkgevers ervoor zorgen dat schriftelijk is vastgelegd op welke wijze zal worden samengewerkt, welke voorzieningen daarbij zullen worden getroffen en op welke wijze op die voorzieningen toezicht zal worden uitgeoefend.

€ 90

Tarieflijst boetenormbedragen deel 2 Aarbeidsomstandighedenbesluit

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boete normbedrag

Hoofdstuk 1

Definities en toepassingsgebied

 

Afdeling 8

Jeugdige werknemers

 

1.36

 

Nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie

 
 

1

Indien in een bedrijf of inrichting een of meer jeugdige werknemers werkzaam zijn of plegen te zijn wordt in de risico-inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, in het bijzonder aandacht besteed aan:

€ 450

   

a. de specifieke gevaren op het gebied van arbeidsomstandigheden als gevolg van een gebrek aan werkervaring, het niet goed kunnen inschatten van gevaren en het niet voltooid zijn van de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige werknemer;

 
   

b. de uitrusting en inrichting van de arbeidsplaats;

 
   

c. de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan stoffen, agentia en fysische factoren;

 
   

d. de keuze en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen;

 
   

e. het geheel van werkzaamheden in het bedrijf of de inrichting en de organisatie daarvan, en

 
   

f. het opleidingsniveau van de jeugdige werknemers en de aan hen te geven voorlichting.

 
 

2

Indien in een bedrijf of inrichting een of meer jeugdige werknemers werkzaam zijn, dan moet in de ri&e bijzondere aandacht worden besteed aan de niet-volledige lijst van agentia, procédés en werkzaamheden opgenomen in de bijlage van Richtlijn nummer 94/33/EEG.

€ 450

       

1.37

 

Deskundig toezicht

 
 

1

Indien in een bedrijf of inrichting jeugdige werknemers arbeid verrichten, moet op die arbeid adequaat deskundig toezicht worden uitgeoefend. De inhoud en mate van dit toezicht is afhankelijk van uit de ri&e gebleken gevaren.

€ 1.800

 

2

Indien uit de ri&e blijkt dat jeugdige werknemers arbeid moeten verrichten waaraan specifieke gevaren zijn verbonden, mag die arbeid slechts worden verricht, indien deskundig toezicht zodanig is georganiseerd dat die gevaren worden voorkomen. Indien dat niet mogelijk is, mag die arbeid niet door jeugdige werknemers worden verricht.

€ 2.700

       

1.38

 

Arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
   

Indien jeugdige werknemers blijkens de ri&e blootstaan aan specifieke gevaren worden zij in de gelegenheid gesteld tot het ondergaan van arbeidsgezondheidskundig onderzoek.

€ 90

       

Afdeling 9

Zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie

 

1.41

 

Risico-inventarisatie en evaluatie

 
   

Indien in een bedrijf of inrichting een zwangere werknemer, of een werknemer tijdens de lactatie werkzaam is of pleegt te zijn, wordt in de ri&e in het bijzonder aandacht besteed aan de niet-limitatieve lijst van agentia, procédés en arbeidsomstandigheden, opgenomen in bijlage 1 van de Richtlijn nr. 92/85/EEG.

€ 450

       

1.42

 

Organisatie van de arbeid

 
 

1

De werkgever organiseert de arbeid van een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie zodanig, richt de arbeidsplaats zodanig in, past een zodanige productie- en werkmethode toe en laat zodanige arbeidsmiddelen gebruiken dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.

€ 900

 

2

Indien nakoming van het eerste lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt door tijdelijke aanpassing van de arbeid of arbeids- en rusttijden voorkomen dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de zwangere werknemer, en de werknemer tijdens de lactatie wordt veroorzaakt en wordt voorkomen dat een terugslag kan worden veroorzaakt op de zwangerschap of lactatie.

€ 900

 

3

Indien nakoming van het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt aan de zwangere werknemer en de werknemer tijdens lactatie tijdelijk andere arbeid gegeven.

€ 900

 

4

Indien nakoming van het derde lid redelijkerwijs niet mogelijk is, worden de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk vrijgesteld van het verrichten van arbeid.

€ 900

1.42a

 

Voorlichting

 
   

De werkgever zorgt voor doeltreffende voorlichting over de risico’s van de arbeid tijdens zwangerschap en lactatie en de maatregelen die zijn genomen om de risico’s te voorkomen. De voorlichting vindt plaats binnen twee weken nadat de zwangere werknemer of werknemer tijdens de lactatie aan de werkgever heeft gemeld zwanger te zijn dan wel werkzaam te zijn tijdens de lactatie.

€ 540

       

Afdeling 10

Plaatsonafhankelijke arbeid

 

1.46

 

Toepasselijkheid hoofdstuk 4

 
 

2

Met betrekking tot de in het eerste lid, onder a, genoemde stoffen, met uitzondering van stoffen die alleen voldoen aan de krachtens artikel 9.2.3.1 van de Wet milieubeheer vastgestelde criteria voor indeling in de categorie «milieugevaarlijk», wordt in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, in ieder geval vastgesteld aan welke stoffen de werknemers worden of kunnen worden blootgesteld en welke de gevaren zijn die aan die stoffen zijn verbonden.

€ 450

 

3

Met betrekking tot de verpakking van een stof die gevaar voor de veiligheid of gezondheid kan opleveren alsmede met betrekking tot de sluiting van die verpakking, is artikel 9.2.3.3, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing.

€ 540

 

4

Op de verpakking van een stof, bedoeld in het derde lid, worden de aanduidingen die voor die stof op grond van het voldoen aan de criteria voor indeling in de categorieën, bedoeld in het eerste lid, onder a, ten behoeve van de aflevering van die stof bij of krachtens de Wet milieubeheer zijn voorgeschreven, opvallend en goed leesbaar vermeld, met uitzondering van de aanduidingen die betrekking hebben op de categorie «milieugevaarlijk».

€ 540

 

5

Doeltreffende maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de werknemers bij hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan stoffen in zodanige mate dat schade kan worden toegebracht aan hun gezondheid.

€ 4.500

 

6

Huidcontact is voorkomen of geminimaliseerd door het dragen van doelmatige persoonlijke beschermingsmiddelen bij mogelijke blootstelling aan een enkelvoudige of samengestelde stof:

a. die voldoet aan de criteria voor classificatie met een effect op de huid of de ogen, inclusief de classificatie kankerverwekkend voor de huid, volgens Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG 1967, 196) of Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PbEG 1999, L 200); of

b. als bedoeld in artikel 4.3, eerste of tweede lid, of 4.16, eerste of tweede lid.

€ 4.500

 

7

Indien met brandgevaarlijke stoffen wordt gewerkt, zijn aan de werknemer deugdelijke en doelmatige middelen voor het blussen of doven van een brand ter beschikking gesteld.

€ 1.350

 

8

Indien stoffen aanwezig zijn die gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer kunnen opleveren, zijn zodanige maatregelen getroffen dat het gevaar, dat zich met betrekking tot die stoffen een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€ 4.500

 

9

Bij het verrichten van arbeid met stoffen als bedoeld in het achtste lid, zijn zodanige maatregelen getroffen dat het gevaar, dat zich bij die arbeid een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.

€ 4.500

 

10

Voorts zijn zodanige maatregelen getroffen dat, in geval zich een ongewilde gebeurtenis als bedoeld in het achtste of negende lid voordoet, de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt.

€ 3.600

 

11

In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, wordt in overeenstemming met artikel 8 van de wet voorlichting en onderricht gegeven waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan:

a. de uitkomsten van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in het tweede lid;

b. de maatregelen die zijn getroffen op grond van het vijfde lid; en

c. de maatregelen die zijn getroffen voor het voorkomen of beperken van ongewilde gebeurtenissen overeenkomstig het zevende, achtste, negende of tiende lid.

€ 540

1.48

 

Toepasselijkheid hoofdstuk 6

 
   

Indien de werknemer plaatsonafhankelijke arbeid verricht in de eigen woning, dan worden door de werkgever, tenzij de werknemer daar reeds uit eigen hoofde over beschikt, voorzieningen voor kunstverlichting als bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, ter beschikking gesteld.

€ 540

1.49

 

Toepasselijkheid hoofdstuk 7

 
 

2

De voor de arbeid benodigde arbeidsmiddelen zijn, voor zover zij gevaar voor personen opleveren, voorzien van een doelmatige afscherming.

€ 4.500

 

3

De voor de arbeid benodigde arbeidsmiddelen met een besturingssysteem zijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de persoon die het arbeidsmiddel bedient, voorzien van een zodanige inrichting dat het arbeidsmiddel afzonderlijk, veilig en met zekerheid kan worden stilgezet en niet dan opzettelijk weer in beweging kan worden gebracht.

€ 4.500

 

4

De benodigde arbeidsmiddelen worden op de juiste wijze onderhouden en zo nodig gerepareerd.

€ 1.800

 

5

Aan de voor de arbeid benodigde arbeidsmiddelen met een besturingssysteem die gevaren van elektrische aard met zich brengen, zijn doeltreffende beveiligingen aangebracht, waarvan de werking zoveel mogelijk onafhankelijk is van degene die dat arbeidsmiddel bedient.

€ 1.800

 

6

Indien het in verband met het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid door de werknemer in een woning noodzakelijk is dat elektrische apparatuur wordt aangesloten of anderszins leidingen of kabels worden aangelegd, dan gebeurt dat op een juiste wijze opdat de werknemer daarvan veilig gebruik kan maken.

€ 1.800

1.51

 

Beschikbaarheid gegevens

 
   

In geval van het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid zijn van de werknemer bij de werkgever gegevens beschikbaar omtrent naam, adres en woonplaats alsmede van de werkzaamheden die door hem worden verricht en van de stoffen, hulpmiddelen en werktuigen die daarbij worden gebruikt.

€ 90

1.52

 

Voorraad

 
   

In geval van het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid is het niet toegestaan de werknemer een grotere hoeveelheid aan grondstoffen, halffabricaten of gerede producten in voorraad te geven of te laten houden dan voor de arbeid noodzakelijk is.

€ 900

1.53

 

Melding arbeidsongevallen

 
   

Indien een werknemer bij het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid een arbeidsongeval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet, overkomt doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de werkgever.

€ 450

Hoofdstuk 2

Arbozorg en organisatie van de arbeid

 

Afdeling 1

Melding beroepsziekten

 

2.1

 

Melding gegevens

 
 

1

Indien een werkgever of opdrachtgever ingevolge het bij of krachtens de wet bepaalde een melding moet doen aan de toezichthouder, doet hij dat langs elektronische weg. Indien zich een zodanige storing van het netwerk voordoet dat de werkgever of opdrachtgever de gegevens niet binnen de gestelde termijn kan leveren aan de toezichthouder, vindt de melding op een andere geschikte wijze plaats.

€ 450

 

2

In afwijking van het eerste lid doet een werkgever een melding telefonisch bij de toezichthouder bij arbeidsongevallen die leiden tot de dood van de werknemer.

€ 450

Afdeling 3

Arbodiensten en deskundigen

 

2.13

 

Samenwerkingsverband

 
 

1

Het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 2.6a, tweede lid, wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de externe deskundigen of de werkgever van deze deskundigen. In deze overeenkomst wordt in ieder geval de taakverdeling vastgelegd tussen de interne deskundige en de externe deskundigen

€ 90

 

2

Het samenwerkingsverband wordt aangegaan voor een periode die in ieder geval even lang is als de geldigheidsduur van het certificaat arbodienst, bedoeld in artikel 2.14, tweede lid, dat ten behoeve van dat samenwerkingsverband wordt verleend.

€ 90

       

2.14a

 

Taken deskundigen

 
 

1

Bij de taak, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt bijstand verleend door een deskundige die in het bezit is van tenminste een van de certificaten, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid of door een bedrijfsarts als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef, van de wet.

€ 1.800

 

2

Bij de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet wordt bijstand verleend door een bedrijfsarts als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef, van de wet.

€ 1.800

       

Afdeling 4

Psychosociale arbeidsbelasting

 

2.15

 

Maatregelen ter voorkoming of beperking van psychosociale arbeidsbelasting

 
 

1

Indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan psychosociale arbeidsbelasting worden in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, de risico’s ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting beoordeeld en worden in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5 van de wet, met inachtneming van de stand van de wetenschap maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken.

€ 450

 

2

Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat voor blootstelling aan psychosociale belasting wordt voorlichting en onderricht gegeven over de risico’s voor psychosociale arbeidsbelasting alsmede over de maatregelen die er op zijn gericht die belasting te voorkomen of te beperken

€ 540

       

Artikelen 2.18, 2.19, 2.20, 2.21 en 2.22 vervallen

Maatgevende factoren voor de bedrijfshulpverlening

 
     

Afdeling 5

Bouwproces

 

2.26

 

Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk

 
   

De opdrachtgever zorgt ervoor dat in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 van de wet.

€ 1.800

       

2.27

 

Melding

 
 

1

De opdrachtgever, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onderdeel c, sub 1°, meldt de toezichthouder voor de aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats de voorgenomen totstandbrenging van een bouwwerk, indien:

€ 1.800

   

a. de geraamde duur van de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en op die bouwplaats meer dan 20 werknemers tegelijkertijd arbeid zullen gaan verrichten, of

 
   

b. met de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 500 mensdagen zullen zijn gemoeid.

 
 

2

Een afschrift van de melding wordt zichtbaar op de bouwplaats aangebracht. Indien met betrekking tot de in de melding opgenomen gegevens een verandering optreedt, wordt deze dienovereenkomstig gewijzigd.

€ 90

       

2.28

 

Veiligheids- en gezondheidsplan

 
 

1

De opdrachtgever zorgt ervoor dat ten aanzien van bouwwerken die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bijzondere gevaren met zich meebrengen als bedoeld in bijlage II bij de richtlijn of een bouwwerk ten aanzien waarvan een melding verplicht is, een veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld.

€ 1.800

 

2

Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste vermeld:

€ 1.800

   

a. een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk, een overzicht van de betrokken ondernemingen op de bouwplaats, de naam van de coördinator voor de ontwerp- en uitvoeringsfase;

 
   

b. een inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden;

 
   

c. de maatregelen die volgen uit de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder b;

 
   

d. de afspraken met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen, bedoeld onder c;

 
   

e. de wijze waarop toezicht op de maatregelen wordt uitgeoefend;

 
   

f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de ontwerpfase worden gemaakt;

 
   

g. de wijze waarop voorlichting en instructie aan de werknemers op de bouwplaats wordt gegeven.

 
       

2.29

 

Aanstelling coördinatoren

 
   

Indien in de uitvoeringsfase werkzaamheden worden verricht door:

€ 1.800

   

a. twee of meer werkgevers;

 
   

b. één werkgever en één of meer zelfstandigen of

 
   

c. twee of meer zelfstandigen,

 
   

stelt de opdrachtgever één of meer coördinatoren voor de ontwerpfase aan en stelt de uitvoerende partij één of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aan.

 
       

2.30 + 2.31 vervallen

Coördinatietaken gedurende de ontwerpfase + verplichtingen opdrachtgever

 
       

2.32

 

Aanvullende verplichtingen opdrachtgever

 
 

1

De opdrachtgever neemt zodanige maatregelen dat:

€ 1.800

   

a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren kan vervullen;

 
   

b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren uitoefent;

 
   

c. het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, deel uitmaakt van het bestek betreffende het bouwwerk en vóór aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats beschikbaar is.

 
 

2

De opdrachtgever zorgt ervoor dat de verplichtingen voor de uitvoerende partij, bedoeld in de artikelen 2.29 en 2.33, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij.

€ 1.800

       

2.33

 

Aanvullende verplichtingen uitvoerende partij

 
   

De uitvoerende partij neemt zodanige maatregelen dat:

€ 1.800

   

a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren kan vervullen;

 
   

b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren uitoefent.

 
       

2.34

 

Verplichtingen ontwerpende partij

 
   

In het geval van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij of, indien er sprake is van meer ontwerpende partijen, zorgen de ontwerpende partijen ervoor dat aan alle verplichtingen van de opdrachtgever wordt voldaan.

€ 1.800

       

2.35

 

Verplichtingen werkgever

 
 

1

Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die bij de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Deze maatregelen hebben met name betrekking op:

 
   

a. het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats;

€ 1.800

   

b. de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de verbindingswegen daarop;

€ 1.800

   

c. het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats;

€ 1.800

   

d. het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen;

€ 1.800

   

e. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen;

€ 450

   

f. de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;

€ 1.800

   

g. de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin;

€ 540

   

h. de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden of de fasen waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de voortgang van het bouwwerk;

€ 540

   

i. de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats;

€ 2.700

   

j. de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.

€ 2.700

 

2

De mede op grond van het eerste lid te nemen maatregelen voldoen in ieder geval aan de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit.

€ 1.800

 

3

De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, voor zover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase.

€ 2.700

       

2.36, 2.37 en 2.38 vervallen

Verplichtingen ontwerpende en uitvoerende partij en werkgever

 
     

Afdeling 6

Winningsindustrieën in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen

 

2.41

 

Verplichtingen van de werkgever

 
 

1

Indien bemande arbeidsplaatsen in de winningsindustrie in gebruik zijn, wordt toezicht uitgeoefend door een verantwoordelijke persoon.

€ 1.800

 

2

Werkzaamheden waaraan een bijzonder gevaar is verbonden, worden uitsluitend opgedragen aan vakbekwaam personeel met voldoende ervaring en uitgevoerd overeenkomstig de verstrekte instructies.

€ 1.800

 

3

In verband met het veilig gebruik van een helikopterdek op een mijnbouwinstallatie worden werknemers aangewezen, die belast zijn met het toezicht op dit gebruik van het helikopterdek en daartoe over de noodzakelijke vaardigheid en deskundigheid beschikken.

€ 1.800

 

4

Op arbeidsplaatsen in de winningsindustrie worden met regelmatige tussenpozen veiligheidsoefeningen gehouden.

€ 270

 

5

Opdat in geval van nood onmiddellijk hulp-, vlucht-, evacuatie- en reddingsmaatregelen genomen kunnen worden, worden in aanvulling op de bedrijfshulpverlening de nodige alarm- of andere communicatiesystemen ter beschikking gesteld.

€ 540

 

6

Indien op een arbeidsplaats in de winningsindustrie slechts een werknemer aanwezig is, beschikt deze over telecommunicatiemiddelen om zich met anderen in verbinding te kunnen stellen.

€ 270

       

2.42

 

Samenwerking, veiligheids- en gezondheidsdocument

 
 

2

Voor de aanvang van het werk moet een veiligheids- en gezondheidsdocument worden opgesteld.

€ 1.800

 

3

In aanvulling op het tweede lid, onder d, coördineert de op de arbeidsplaats verantwoordelijke werkgever de uitvoering van alle veiligheids- en gezondheidsmaatregelen en geeft daarbij in het veiligheids- en gezondheidsdocument het doel, de maatregelen en de wijze van uitvoering van de coördinatie aan.

€ 1.800

 

4

Het veiligheids- en gezondheidsdocument wordt bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats in de winningsindustrie herzien.

€ 900

 

6

De werkzaamheden moeten overeenkomstig het veiligheids- en gezondheidsdocument worden uitgevoerd.

€ 1.800

       

2.42a

 

Werkvergunning

 
   

Wanneer de veiligheid en de gezondheid van de werknemers dat vereisen, wordt een systeem van werkvergunningen toegepast voor de uitvoering van gevaarlijke werkzaamheden en voor de uitvoering van gewoonlijk ongevaarlijke werkzaamheden die in combinatie met andere werkzaamheden ernstige risico's met zich mee kunnen brengen.

€ 1.800

   

De werkvergunning wordt door een verantwoordelijke persoon gegeven voor de aanvang van de werkzaamheden en daarbij wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan en welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen voor, tijdens en na de werkzaamheden.

€ 90

       

2.42b

 

Personenregister

 
   

Op doelmatige plaatsen is een register aanwezig, waarin van degenen die werkzaamheden verrichten in de winningsindustrie in dagbouw, de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie met behulp van boringen zijn vermeld:

€ 90

   

a. naam, voornamen, geslacht;

 
   

b. aard, nummer en een afschrift van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

 
   

c .gegevens en data betreffende indiensttreding en tewerkstelling;

 
   

d. de onderscheiden functies, waarin zij zijn tewerkgesteld en de data van tewerkstelling daarin;

 
   

e. data en aard van geneeskundige onderzoeken en geneeskundige verklaringen, voorzover deze op grond van dit besluit zijn vereist;

 
   

f. gegevens van certificaten, voorzover die voor het verrichten van de werkzaamheden op grond van dit besluit en het Mijnbouwbesluit zijn vereist.

 
       

2.42c

 

Melding van ongevallen en bijna-ongevallen

 
 

1

In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de wet doet de werkgever tevens onverwijld melding aan de toezichthouder:

€ 4.500

   

a. van alle belangrijke bij het verkeer of vervoer voorgekomen bijzondere gebeurtenissen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen;

 
   

b. wanneer de veiligheid op enigerlei wijze wordt bedreigd of personen zich in levensgevaar bevinden of bevonden hebben;

 
   

c. van alle bij het gebruik, het vervoer of de opslag van ontplofbare stoffen opgetreden voorvallen, die de veiligheid in gevaar hadden kunnen brengen of hebben gebracht.

 
 

2

Eenmaal per maand wordt van alle ongevallen en andere voorvallen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen, melding gedaan aan de toezichthouder, voorzover er geen melding is gedaan als bedoeld in het eerste lid.

€ 90

       

Afdeling 6a

Winningsindustrieën met behulp van boringen

 

2.42f

 

Veiligheids- en gezondheidsdocument

 
 

2

Bij de planning en tenuitvoerlegging van alle in artikel 3.2, eerste lid, tweede volzin, bedoelde fasen worden de in het desbetreffende veiligheids- en gezondheidsdocument vermelde procedures en uitvoeringsbepalingen in acht genomen.

€ 1.800

       

2.42g

 

Veiligheidsoefeningen

 
   

Op alle normaliter bemenste arbeidsplaatsen worden op gezette tijden veiligheidsoefeningen gehouden die erop gericht zijn:

€ 270 *

   

a. werknemers aan wie in noodgevallen concrete taken worden opgedragen, waarbij noodapparatuur moet worden gebruikt, gehanteerd of bediend, hierin te trainen en na te gaan of zij bekwaam zijn die taken te vervullen;

 
   

b. alle bij de oefeningen gebruikte noodapparatuur te controleren, schoon te maken en zo nodig opnieuw op te laden of te vervangen en alle gebruikte draagbare apparatuur opnieuw naar de plaats te brengen waar zij zich normaliter bevindt;

 
   

c. na te gaan of de reddingsvaartuigen gebruiksklaar zijn.

 
       

2.42h

 

Handelingen in noodgevallen

 
 

1

De werknemers worden getraind in het uitvoeren van de handelingen die in noodgevallen moeten worden verricht.

€ 1.800

 

2

Op mijnbouwinstallaties waar werknemers langere tijd verblijven zijn bij helikopterbewegingen op het helikopterdek voldoende werknemers aanwezig die tot taak hebben bij noodgevallen in actie te komen. Deze werknemers zijn hiertoe voldoende getraind.

€ 270

 

3

In aanvulling op het eerste en tweede lid worden werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties ook getraind in het uitvoeren van de handelingen die op een specifieke arbeidsplaats moeten worden verricht. Deze handelingen worden voor de desbetreffende arbeidsplaats nader omschreven in het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42.

€ 270

 

4

Werknemers die werkzaam zijn op mijnbouwinstallaties worden getraind in de toepassing van overlevingstechnieken, met inachtneming van de criteria die zijn vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsdocument bedoeld in artikel 2.42.

€ 270

       

Afdeling 7

Nachtarbeid

 
   

Arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
 

2

Iedere werknemer die voor de eerste keer arbeid in nachtdienst gaat verrichten wordt, in aanvulling op artikel 18 van de Arbowet, in de gelegenheid gesteld om voor de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan

€ 90

       

Hoofdstuk 3

Inrichting arbeidplaatsen

 

Afdeling 1

Definities en toepasselijkheid

 

3.1b

 

Gebruiksvoorschrift

 
   

Een arbeidsplaats in een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet wordt slechts gebruikt indien het gebouw voldoet aan de bij of krachtens het Bouwbesluit 2003 gegeven voorschriften met betrekking tot de van toepassing zijnde gebruiksfunctie in de zin van dat besluit.

€ 1.800

       

3.2

 

Algemene vereisten

 
 

1

Arbeidsplaatsen zijn veilig toegankelijk en kunnen veilig worden verlaten.

€ 1.800

   

Ze worden zodanig ontworpen, gebouwd, uitgerust, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen.

 
   

Voorts worden zij zindelijk, zoveel mogelijk vrij van stof en voor zover de veiligheid van de arbeidsplaats dat vereist, ordelijk gehouden.

 
 

2

Regelmatig wordt gecontroleerd of de op de arbeidsplaats ter bescherming van de werknemers aanwezige voorzieningen en genomen maatregelen nog adequaat functioneren.

€ 1.800

 

3

Geconstateerde gebreken met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde voorzieningen en maatregelen die de veiligheid of gezondheid kunnen beïnvloeden, worden zo spoedig mogelijk hersteld.

€ 1.800

       

3.3

 

Stabiliteit en stevigheid

 
 

1

Gebouwen en andere opstallen bestaan uit deugdelijk materiaal, zijn van een deugdelijke constructie en verkeren in een zodanige staat, dat er geen gevaar bestaat voor het geheel of gedeeltelijk instorten of omvallen.

€ 2.700

 

2

De arbeidsplaats is zodanig ingericht, dat de daar aanwezige voorwerpen of stoffen geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid opleveren, door instorten, verschuiven, omvallen of kantelen.

€ 2.700

       

3.4

 

Elektrische installaties

 
 

1

Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt, dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd. Hiertoe zijn de nodige voorzieningen en beschermingsmaatregelen aangebracht. Daarbij is rekening gehouden met bijzondere eisen die kunnen voortkomen uit de wijze van het gebruik, de gebruiksomstandigheden, de te verwachten uitwendige invloeden en onderhoudswerkzaamheden.

€ 2.700

 

2

In een elektrische installatie zijn doeltreffende maatregelen genomen tegen het gevaar van brand, ontploffing, directe en indirecte aanraking en te dichte nadering.

€ 2.700

 

3

Van iedere elektrische installatie zijn duidelijke, steeds bijgewerkte schema's beschikbaar alsmede alle overige gegevens die nodig zijn voor een veilig gebruik van de elektrische installatie.

€ 90

       

3.5

 

Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie

 
 

1

Elektrotechnische werkzaamheden en bedieningswerkzaamheden die gevaren kunnen opleveren, worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemers uitgevoerd.

€ 1.800*

 

2

Een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor hoogspanning bevindt waarvan de delen niet of onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte benadering, wordt slechts betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon.

€ 1.800*

 

3

Werkzaamheden aan of in nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd, indien de installatie of het gedeelte waaraan of in nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is.

€ 2.700*

 

4

De daartoe bevoegde werknemer neemt doeltreffende maatregelen om een veilig verloop van de werkzaamheden te waarborgen

€ 2.700*

 

7

Werkzaamheden bestaande uit het reinigen van elektrisch materieel in een elektrische installatie voor hoogspanning als bedoeld in artikel 3.5, zesde lid, onder c, worden slechts uitgevoerd, indien:

€ 2.700*

   

a. tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht is gegeven;

 
   

b. gebruik wordt gemaakt van de voor deze werkzaamheden geschikte arbeidsmiddelen, reinigingsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen; en

 
   

c. de werknemers zich met de arbeidsmiddelen waarmee zij fysiek in contact staan, niet behoeven te begeven in de gevarenzone van de installatie of delen daarvan die onder spanning staan

 
       

Paragraaf 2a

Explosieve atmosferen

 

3.5b

 

Samenwerking en coördinatie

 
 

2

In aanvulling op artikel 19, tweede lid, van de wet coördineert de werkgever die verantwoordelijk is voor de arbeidsplaats, bedoeld in het eerste lid, de uitvoering van alle maatregelen inzake veiligheid en gezondheid.

€ 1.800

       

3.5c

 

nadere voorschriften risico-inventarisatie en - evaluatie; explosieveiligheidsdocument

 
 

1

De gevaren in verband met explosieve atmosferen en de bijzondere risico’s die daaruit kunnen voortvloeien, worden in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, voor de aanvang van de arbeid en bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats, de arbeidsmiddelen of het arbeidsproces, in hun geheel beoordeeld en schriftelijk vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument

€ 900

 

2

Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval rekening gehouden met:

€ 900

   

a. de waarschijnlijkheid van het voorkomen en het voortduren van explosieve atmosferen;

 
   

b. de waarschijnlijkheid dat ontstekingsbronnen, elektrostatische ontladingen daaronder begrepen, aanwezig zijn, actief worden en daadwerkelijk ontsteken;

 
   

c. de aanwezige installaties, de gebruikte stoffen, de processen en hun mogelijke wisselwerkingen;

 
   

d. de omvang van de te verwachten gevolgen

 
 

3

Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, worden tevens ruimten in aanmerking genomen die via openingen verbonden zijn of kunnen worden verbonden met ruimten waar explosieve atmosferen kunnen voorkomen

€ 900

 

4

In het explosieveiligheidsdocument zijn ten minste vermeld:

€ 450

   

a. een identificatie en beoordeling van de explosierisico’s;

 
   

b. de wijze waarop de arbeidsplaatsen en arbeidsmiddelen, met inbegrip van de alarminstallaties, met de vereiste aandacht voor de veiligheid zijn ontworpen, worden gebruikt of bediend en onderhouden;

 
   

c. welke gebieden zijn ingedeeld in zones als bedoeld in artikel 3.5d, vijfde lid;

 
   

d. de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de maatregelen, bedoeld in de artikelen 3.5d, 3.5e en 3.5f.

 
   

e. indien op arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 3.5b, eerste lid, meerdere werkgevers arbeid doen verrichten, de wijze waarop voldaan is aan artikel 19, tweede lid, van de wet en het doel, de maatregelen en de wijze van uitvoering van de coördinatie, bedoeld in artikel 3.5b, tweede lid.

 
       

3.5d

 

Algemene preventieve maatregelen

 
 

1

Doeltreffende maatregelen zijn genomen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen.

€ 4.500

 

2

Indien het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk niet mogelijk is, worden in de hieronder aangegeven volgorde de volgende maatregelen genomen:

€ 4.500

   

a. de ontsteking van explosieve atmosferen wordt voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met elektrostatische ontladingen die van werknemers of de arbeidsplaats als ladingsdrager of ladingsproducent kunnen uitgaan;

 
   

b. de schadelijke gevolgen van een explosie worden beperkt.

 
 

3

In aanvulling op de maatregelen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt de mogelijkheid tot uitbreiding van een explosie beperkt.

€ 4.500

 

4

Indien werknemers of anderen door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen, wordt, in aanvulling op het eerste tot en met derde lid, de arbeidsplaats zodanig ingericht dat veilig kan worden gewerkt.

€ 1.800

   

Indien werknemers of anderen door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen, wordt, in aanvulling op het tweede en derde lid, er op de arbeid passend toezicht, met inbegrip van het gebruik van passende technische middelen, uitgeoefend. De inhoud en de mate van het toezicht is afhankelijk van de uit de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, gebleken gevaren

€ 1.800

 

5

Indien uit de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, is gebleken dat er explosieve atmosferen kunnen voorkomen, worden gebieden waar deze atmosferen kunnen heersen ingedeeld in gevarenzones als bedoeld in bijlage I bij richtlijn nr. 1999/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1999 (PbEG 2000, L 23) betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (vijftiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, eerste lid, van richtlijn nr. 89/391/EEG).

€ 900

 

6

Gevarenzones worden gemarkeerd door middel van waarschuwingsborden die voldoen aan de bepalingen, vastgesteld bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8.

€ 540

       

3.5e

 

Maatregelen in gevarenzones

 
   

In de gevarenzones, bedoeld in artikel 3.5d, vijfde lid, en met betrekking tot de installaties in gebieden zonder explosiegevaar die vereist zijn voor, of bijdragen tot het explosieveilig gebruik van installaties die zich op plaatsen bevinden waar explosiegevaar heerst, worden in ieder geval de volgende maatregelen genomen:

 
 

a

vrijkomende gassen, dampen, nevels of brandbaar stof die explosiegevaar kunnen doen ontstaan, worden op passende wijze afgevoerd en onschadelijk gemaakt;

€ 4.500

 

b

indien een explosieve atmosfeer meerdere soorten brandbare stoffen bevat, wordt bij de veiligheidsmaatregelen uitgegaan van het grootste mogelijke risico op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid;

€ 4.500

 

c

installaties, apparaten, beveiligingssystemen en het installatiemateriaal, worden, met inachtneming van onderdeel e, slechts in gebruik genomen indien uit het explosieveiligheidsdocument op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, is gebleken dat aan het gebruik ervan geen explosiegevaar verbonden is;

€ 1.800

 

d

onderdeel c is van overeenkomstige toepassing op arbeidsmiddelen en de verbindingsstukken ervan die geen apparaten en beveiligingssystemen zijn als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel, indien hun opneming in de installaties aanleiding kan geven tot ontstekingsgevaar;

€ 1.800

 

e

voor zover het explosieveiligheidsdocument op basis van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, geen andere eisen stelt, worden in de gevarenzones apparaten en beveiligingssystemen gebruikt overeenkomstig de categorieën als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel en toegepast volgens de navolgende principes:

€ 4.500

   

1º. gevarenzone 0 of 20: categorie 1-apparatuur;

 
   

2º. gevarenzone 1 of 21: categorie 1- of categorie 2-apparatuur;

 
   

3º. gevarenzone 2 of 22: categorie 1-, categorie 2- of categorie 3-apparatuur

 
 

f

de nodige maatregelen worden getroffen ter voorkoming van verwisseling van installatiemateriaal;

€ 1.800

 

g

in gebieden waar een explosieve atmosfeer kan ontstaan wordt aan werknemers werkkleding ter beschikking gesteld die voldoet aan afdeling 1 van hoofdstuk 8 en die door de werknemers bij de arbeid steeds wordt gedragen;

€ 1.350

 

h

indien een toestand ontstaat waarin een explosie zich kan gaan voordoen, worden werknemers optisch of akoestisch gewaarschuwd en teruggetrokken;

€ 4.500

 

i

voor de eerste inbedrijfstelling van een arbeidsplaats en bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats, arbeidsmiddelen of het arbeidsproces waarbij explosieve atmosferen kunnen voorkomen, wordt de explosieveiligheid van de gehele installatie gecontroleerd door een ter zake deskundig persoon.

€ 1.800

       

3.5f

 

Bijzondere maatregelen

 
   

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, hiertoe de noodzaak is gebleken, worden in aanvulling op artikel 3.5e de volgende maatregelen genomen:

 
 

a

schriftelijke instructies worden verstrekt met betrekking tot de uitvoering van arbeid;

€ 540

 

b

voor de aanvang van arbeid dat gevaar kan opleveren, wordt toestemming verleend door een daartoe bevoegde persoon om deze arbeid te verrichten;

€ 540

 

c

apparaten en beveiligingssystemen worden, wanneer stroomuitval extra gevaren teweeg kan brengen, onafhankelijk van de rest van de installatie, bij stroomuitval in een veilige bedrijfstoestand gehandhaafd;

€ 1.800

 

d

automatisch gestuurde apparaten en beveiligingssystemen die van de voorziene bedrijfsomstandigheden afwijken, worden zonder gevaar manueel uitgeschakeld. Deze ingrepen worden door bevoegde werknemers uitgevoerd;

€ 1.800

 

e

indien de noodstopinrichtingen in werking worden gesteld, wordt de opgeslagen energie zo snel en zo veilig mogelijk afgevoerd of geïsoleerd, zodat zij niet langer een bron van gevaar vormt;

€ 1.800

 

f

vluchtmiddelen worden beschikbaar en gebruiksklaar gehouden zodat werknemers de gevaarlijke gebieden snel en veilig kunnen verlaten.

€ 2.700

       

3.5g

 

gevaar voor verstikking bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

 
 

4

Indien het niet mogelijk is om maatregelen, bedoeld in het tweede lid, te nemen en het noodzakelijk is om zich in de gevaarlijke atmosfeer bedoeld in het eerste lid, te begeven, dan wordt de werknemer permanent geobserveerd en worden doeltreffende maatregelen genomen om deze werknemer:

€ 4.500*

   

a. te beschermen tegen het gevaar, bedoeld in het tweede lid;

 
   

b. bij direct gevaar onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp te bieden.

 
       

3.5h

 

Veiligheid aan, op of in tankschepen

 
 

2

De in het eerste lid bedoelde werkzaamheden worden op veilige wijze verricht door of onder toezicht van een persoon die beschikt over voldoende deskundigheid.

€ 1.800*

 

3

Bij ministeriële regeling worden werkzaamheden aangewezen, die uitsluitend worden verricht, indien een gasdeskundige vooraf de gevaren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers heeft beoordeeld en een verklaring heeft afgegeven die voldoet aan een bij ministeriële regeling vast te stellen model.

€ 4.500

 

4

Een gasdeskundige als bedoeld in het derde lid is in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid gasdeskundige, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling.

€ 1.800*

 

5

Het certificaat van vakbekwaamheid gasdeskundige of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan de toezichthouder.

€ 90*

       

3.6

 

Vluchtwegen en nooduitgangen

 
 

1

Doeltreffende maatregelen zijn genomen teneinde het voor werknemer mogelijk te maken, indien een toestand ontstaat waarin direct gevaar voor veiligheid en gezondheid aanwezig is, zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen.

€ 2.700

 

2

Het aantal, de plaats en de afmetingen van de daartoe beschikbare vluchtwegen en nooduitgangen zijn afhankelijk van het gebruik, de uitrusting en de afmetingen van de arbeidsplaatsen alsmede van het maximum aantal werknemers en andere personen dat zich op deze plaatsen kan ophouden.

€ 2.700

       

3.7

 

Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen

 
 

1

Vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels.

€ 2.700

 

2

Nooduitgangen kunnen te allen tijde worden geopend.

€ 2.700

 

3

Deuren van nooduitgangen en deuren op het traject van de vluchtwegen zijn op eenvoudige wijze van binnenuit naar buiten toe te openen.

€ 540

 

4

Schuif- en draaideuren worden niet als nooduitgang gebruikt.

€ 540

 

5

Vluchtwegen en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, zijn voorzien van een adequate noodverlichting.

€ 540

 

6

Vluchtwegen, deuren en poorten op het traject van de vluchtwegen, alsmede nooduitgangen zijn gemarkeerd door signalen die voldoen aan het bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8 bepaalde.

€ 540

       

3.8

 

Brandmelding en brandbestrijding

 
 

1

In aanvulling op de regelgeving terzake van bedrijfshulpverlening (artikel 15 Arbowet) zijn op arbeidsplaatsen, afhankelijk van de aard van de te verrichten arbeid en de gevaren en het maximaal aantal werknemers en andere personen dat zich daar bevindt, voldoende passende brandbestrijdingsmiddelen aanwezig.

€ 900

 

2

Indien nodig moeten, in aanvulling op het eerste lid, branddetectoren en alarmsystemen aanwezig zijn.

€ 900

 

3

Niet-automatische brandbestrijdingsmiddelen zijn gemakkelijk bereikbaar en gemakkelijk te bedienen.

€ 540

 

4

Niet automatische brandbestrijdingsmiddelen zijn voorzien van signalering die voldoet aan artikel 8.4. Signalering is duurzaam en op de juiste plaats aangebracht.

€ 540

       

3.9

 

Noodverlichting

 
   

Arbeidsplaatsen waar werknemers bij uitvallen van kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld zijn voorzien van adequate noodverlichting.

€ 1.350

   

Indien noodverlichting niet mogelijk is, beschikken werknemers over individuele verlichting.

 
       

3.10

 

Redden van drenkelingen

 
   

Op arbeidsplaatsen waar gevaar bestaat voor verdrinking wordt dit gevaar zoveel mogelijk voorkomen en zijn doelmatige middelen voor het redden van drenkelingen op goed zichtbare plaats beschikbaar.

€ 2.700

       

3.11

 

Vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen

 
 

1

Vloeren van arbeidsplaatsen zijn zo veel mogelijk vrij van oneffenheden en gevaarlijke hellingen en zijn voorts zo veel mogelijk vast, stabiel en stroef.

€ 540

 

2

Het oppervlak van vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen. is zodanig dat deze te behoeve van de hygiëne op de arbeidsplaats kunnen worden schoongemaakt en onderhouden.

€ 270

 

3

Besloten ruimten waar arbeid wordt verricht zijn, rekening houdend met aard van werkzaamheden en te leveren fysieke belasting voldoende thermisch geïsoleerd.

€ 270

 

4

Transparante of lichtdoorlatende wanden van arbeidsplaatsen zijn voor zover mogelijk in verband met de aard van de arbeidsplaats:

€ 540

   

duidelijk gemarkeerd en van veiligheidsmateriaal vervaardigd, of

 
   

op een zodanige wijze aangebracht of afgeschermd dat de werknemers niet gewond kunnen raken.

 
       

3.12

 

Ramen en bovenlichtvoorzieningen van de ruimten

 
 

1

Indien ramen, bovenlichtvoorzieningen en ventilatievoorzieningen geopend en gesloten kunnen worden,

€ 540

   

kan dit op veilige wijze geschieden;

 
   

kunnen zij tevens op veilige wijze geregeld en vastgezet worden; en

 
   

leveren zij in geopende stand geen gevaar op.

 
 

2

Ramen en bovenlichtvoorzieningen kunnen zonder gevaar worden schoongemaakt.

€ 540

       

3.13

 

Deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen

 
 

1

De plaats, het aantal en de afmeting van deuren, beweegbare hekken en andere doorgangen alsmede de materialen waarvan zij zijn vervaardigd, zijn afgestemd op de aard en het gebruik van de arbeidsplaats.

€ 540

 

2

Op transparante deuren is op ooghoogte een markering aangebracht.

€ 540

 

3

Afhankelijk van de aard van de arbeidsplaats en de arbeid die daar wordt verricht, zijn klapdeuren transparant of van transparante panelen voorzien.

€ 540

 

4

Indien deuren of andere doorgangen beschikken over transparante of licht doorlatende oppervlakten, zijn doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers door ongewild contact met die oppervlakten gewond raken.

€ 540

 

5

Deuren en beweegbare hekken die uit of van hun geleidingen kunnen raken zijn tegen uitlichten of aflopen dan wel tegen vallen geborgd.

€ 900

 

6

Automatische deuren en hekken functioneren zodanig dat zij geen gevaar opleveren. Ze zijn uitgerust met makkelijk herkenbare beveiligingen, die voorkomen dat werknemers gewond raken.

€ 900

 

7

Automatische deuren en hekken kunnen met de hand worden geopend, tenzij ze bij een stroomstoring automatisch opengaan.

€ 900

 

8

In de onmiddellijke nabijheid van deuren, beweegbare hekken of andere doorgangen die hoofdzakelijk voor verkeer van voertuigen of transportmiddelen zijn bestemd, bevinden zich – tenzij veilig voor voetgangers – afzonderlijke doorgangen voor voetgangers.

€ 540

 

9

De in het achtste lid bedoelde doorgangen voor voetgangers zijn duidelijk zichtbaar en vrij van obstakels.

€ 540

 

10

Kettingen of soortgelijke voorzieningen die worden gebruikt om te verhinderen dat een bepaalde ruimte wordt betreden, zijn goed zichtbaar en op doelmatige wijze voorzien van verbods- of waarschuwingsborden.

€ 540

       

3.14

 

Verbindingswegen

 
 

1

De verbindingswegen op de arbeidsplaats zijn zodanig gelegen en ingericht dat zij op eenvoudige wijze, veilig en overeenkomstig hun bestemming, door voetgangers en voertuigen of transportmiddelen kunnen worden gebruikt.

€ 900

 

2

Voorkomen wordt dat werknemers die in de nabijheid van de verbindingswegen arbeid verrichten, gevaar lopen.

€ 900

 

3

De afmeting van de verbindingswegen is afgestemd op het aantal gebruikers en de aard van de arbeid die in het bedrijf of de inrichting wordt verricht.

€ 900

 

4

Indien op verbindingswegen – voorzover het niet op de openbare weg betreft – voertuigen of transportmiddelen worden gebruikt, zijn de nodige verkeersregels vastgesteld.

€ 900

 

5

In gevallen als bedoeld in het vierde lid, is tevens een veilige ruimte voor de voetgangers gewaarborgd of zijn andere doeltreffende maatregelen ter bescherming van de voetgangers genomen.

€ 900

 

6

De voor voertuigen of transportmiddelen bestemde verbindingswegen zijn gelegen op voldoende afstand van de overige verbindingswegen op de arbeidsplaats.

€ 900

 

7

Voor zover het gebruik of de inrichting van de arbeidsplaats zulks vereist, zijn de verbindingswegen duidelijk afgebakend.

€ 900

       

3.15

 

Markering gevaarlijke plaatsen

 
 

1

De plaatsen waar door de aard van het werk gevaar, met inbegrip van valgevaar of gevaar voor vallende voorwerpen voorkomt of waar obstakels niet verwijderd kunnen worden, een gevaar voor de veiligheid vormen bij verplaatsing van voertuigen of personen worden duidelijk gemarkeerd door signalen die voldoen aan artikel 8.4.

€ 540

 

2

Alleen werknemers, die beroepshalve of uit hoofde van hun functie de in het eerste lid bedoelde plaatsen moeten betreden, worden daar toegelaten.

€ 900