Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen omtrent
de voorwaarden waaronder terbeschikkingstelling en gebruik van foetaal weefsel toelaatbaar
is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
-
3 Is zij twaalf jaar of ouder en niet in staat tot een redelijke waardering van haar
belangen ter zake, dan is toestemming vereist van degenen die het gezag over haar
uitoefenen dan wel indien zij meerderjarig is, van de wettelijke vertegenwoordiger
of, indien deze ontbreekt, van haar echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel.
-
4 Het bewaren en gebruiken van het foetaal weefsel vindt geen doorgang indien daartegen
bezwaar is gemaakt door de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel.
Indien blijkt dat degene van wie de zaadcellen afkomstig zijn, een ander is dan de
echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de vrouw, vindt bewaring
of gebruik van het foetaal weefsel geen doorgang indien hij dat verzoekt.
-
2 Het geven van de inlichtingen en het vragen van de toestemming geschiedt door de zorg
van de behandelend arts en niet voordat vaststaat dat het foetaal weefsel ter beschikking
zal komen. De behandelend arts, die niet bij de uitvoering van het beoogde gebruik
van het foetaal weefsel mag zijn betrokken, draagt er tevens zorg voor dat de inlichtingen
worden verstrekt op een wijze die waarborgt dat de vrouw in vrijheid kan beslissen.
-
3 De inlichtingen worden op een zodanige wijze verstrekt dat redelijkerwijs zeker is
dat degenen wier toestemming is vereist, deze naar haar inhoud hebben begrepen. In
het geval, bedoeld in artikel 3, derde lid, wordt de vrouw ingelicht op een wijze die past bij haar bevattingsvermogen.
-
4 De inlichtingen omvatten in ieder geval de informatie, bedoeld in de bijlage bij richtlijn
2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling
van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken,
bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen (PbEU L 102).
-
2 De vrouw, dan wel degene die in haar plaats toestemming heeft gegeven, kan de toestemming
te allen tijde, zonder opgaaf van redenen, intrekken met dien verstande dat de intrekking
geen gevolgen heeft voor zover het foetaal weefsel reeds is gebruikt. Het eerste lid
is van overeenkomstige toepassing.
-
3 Is de toestemming geweigerd, dan wordt het desbetreffende foetaal weefsel niet langer
bewaard. Hetzelfde geldt indien de toestemming wordt ingetrokken, bezwaar is gemaakt
of een verzoek is gedaan als bedoeld in de tweede volzin van artikel 3, vierde lid, tenzij het foetaal weefsel niet meer kan worden herleid tot degene die het ter beschikking
heeft gesteld.
-
1 Foetaal weefsel wordt, tenzij dat in verband met de aard van het voorgenomen gebruik
noodzakelijk is, niet zodanig bewaard dat het herleid kan worden tot de vrouw of haar
echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel. Indien de echtgenoot, geregistreerde
partner of andere levensgezel niet in de gelegenheid is gesteld gebruik te maken van
de in artikel 3, vierde lid, bedoelde bevoegdheid, wordt het foetaal weefsel zodanig bewaard dat het niet tot
de vrouw of haar echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel herleidbaar
is. Blijkt dat degene van wie de zaadcellen afkomstig zijn, een ander is dan de echtgenoot,
geregistreerde partner of andere levensgezel van de vrouw, dan wordt het foetaal weefsel
op zijn verzoek zodanig bewaard dat het niet tot hem herleidbaar is.
In de gevallen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, zijn de artikelen 3, tweede tot en met vierde lid, en 7, eerste lid, van deze wet, en artikel 28 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, niet van toepassing, met dien verstande dat foetaal weefsel dat afkomstig is van
een vrouw die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt of een vrouw die
niet in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen te komen of overleden
is, in afwijking van artikel 3, eerste lid, zonder haar toestemming kan worden gebruikt
en bewaard indien vermoed wordt dat zij voorwerp is van een misdrijf als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, onderdeel b.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast
de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
Het is verboden een vergoeding te geven of te ontvangen voor het ter beschikking stellen
van foetaal weefsel voor bewaring of gebruik.
Het is verboden geslachtscellen en andere bestanddelen afkomstig van een menselijke
vrucht te bewaren en te gebruiken voor voortplantingsdoeleinden en niet-geneeskundige
doeleinden.
Het is verboden uit foetaal weefsel in kweek gebrachte cellen te gebruiken voor andere
doeleinden dan geneeskundige doeleinden, medisch- en biologisch-wetenschappelijk onderzoek
of medisch- en biologisch-wetenschappelijk onderwijs.
Het is verboden met het oog op het voorgenomen gebruik van foetaal weefsel bestanddelen
uit een ter wereld gekomen nog in leven zijnde menselijke vrucht te verwijderen.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft degene die opzettelijk in strijd handelt met het bepaalde bij of krachtens
de artikelen 2, 3, 4, 6, 9, 10 en 12.
Artikel 14
[Vervallen per 01-07-2021]
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet foetaal weefsel.