Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 18 juli 2000, nr. CDJZ/WVW/2000/364, Centrale Directie Juridische Zaken;
Gelet op artikel 4 van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken;
De Raad van State gehoord (advies van 8 september 2000, nr. W09.00.0316/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 17 oktober 2001, nr. CDJZ/WVW/2001/1265, Centrale Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: