-
a. de directeur van het instituut, voor zover hij deze nodig heeft ten behoeve van het
voeren van het beheer over de DNA-databank, bedoeld in artikel 14, derde lid, of het verrichten van een DNA-onderzoek,
-
b. de directeur van het laboratorium, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Besluit vergelijkend onderzoek celmateriaal BES, voor zover hij deze nodig heeft ten behoeve van het verrichten van een onderzoek
als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES en het de DNA-profielen van de personen, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a tot en met c, d, f en g, betreft,
-
c. de directeur van het laboratorium, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Landsbesluit
vergelijkend onderzoek celmateriaal (AB 1997, 49), voor zover hij deze nodig heeft
ten behoeve van het verrichten van een onderzoek als bedoeld in artikel 79, eerste
lid, van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996, 75) en het de DNA-profielen
van de personen, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a tot en met c, d, f en g, betreft,
-
d. de directeur van het laboratorium, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Landsbesluit
vergelijkend onderzoek celmateriaal (P.B. 1997, 245), voor zover hij deze nodig heeft
ten behoeve van het verrichten van een onderzoek als bedoeld in artikel 79, eerste
lid, van het Wetboek van Strafvordering (P.B. 1996, 164) en het de DNA-profielen van
de personen, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a tot en met c, d, f en g, betreft,
-
e. de directeur van het laboratorium, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Landsbesluit
vergelijkend onderzoek celmateriaal (AB 2013, 169 ), voor zover hij deze nodig heeft
ten behoeve van het verrichten van een onderzoek als bedoeld in artikel 79, eerste
lid, van het Wetboek van Strafvordering (P.B. 1996, 164) en het de DNA-profielen van
de personen, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a tot en met c, d, f en g, betreft, en
-
f. de medewerkers van de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van
het Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2008 inzake
de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking in het bijzonder ter bestrijding
van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (Pb. EU L 210), voor zover zij
deze nodig hebben ter uitvoering van de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid,
van dat besluit en het de DNA-profielen van de personen, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a tot en met c, d, f en g, betreft.