Artikel I
[Regeling vervallen per 25-05-2018]
Het Besluit zittingsduur en vergoeding kosten leden Raad van advies komt te luiden:
Artikel 1.
De leden van de Raad van advies ontvangen een vacatiegeld alsmede een vergoeding van
reis- en verblijfkosten volgens de bij het Ministerie van Justitie gebruikelijke regels.
Artikel 2.
De leden van de Raad van advies worden door Onze Minister benoemd voor een tijdvak
van vier jaar. De leden kunnen terstond worden herbenoemd.
Artikel II
[Regeling vervallen per 25-05-2018]
Het Besluit rechtspositie leden College bescherming persoonsgegevens komt te luiden:
Artikel 1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2.
-
1. Aan de voorzitter, de andere leden en de buitengewone leden wordt afschrift verstrekt
van het koninklijk besluit waarbij zij tot voorzitter, lid onderscheidenlijk buitengewoon
lid van het College bescherming persoonsgegevens zijn benoemd of herbenoemd.
-
2. Aan de voorzitter en de andere leden wordt bovendien schriftelijk mededeling gedaan
van de standplaats, de bezoldiging, alsmede van de omvang van de werktijd uitgedrukt
in uren per week, waarbij een benoeming voor de in artikel 21, tweede lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement genoemde arbeidsduur geldt als volledige werktijd.
Artikel 3.
-
1. Indien Onze Minister voornemens is de voorzitter, een ander lid of een buitengewoon
lid na het verstrijken van diens benoemingstermijn, bedoeld in artikel 53, derde lid, van de wet, niet voor herbenoeming voor te dragen, doet Onze Minister daarvan aan betrokkene
uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van die termijn schriftelijk mededeling.
-
2. Indien de voorzitter, een ander lid of een buitengewoon lid na het verstrijken van
zijn benoemingstermijn niet voor herbenoeming in aanmerking wenst te komen, geeft
hij hiervan uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van zijn benoemingstermijn
kennis aan Onze Minister.
-
3. Aan de voorzitter, een ander lid of een buitengewoon lid wordt, behoudens in geval
van herbenoeming, geacht eervol ontslag te zijn verleend zodra zijn benoemingstermijn
is verstreken.
Artikel 4.
Artikel 5.
-
1. Boven en behalve het salaris, bedoeld in artikel 4, genieten de voorzitter en de andere
leden een vakantie-uitkering, een eindejaarsuitkering, een ziektekostenvergoeding
en een vergoeding van verplaatsingskosten met overeenkomstige toepassing van de regels
die gelden voor de ambtenaren in de sector Rijk.
-
2. Indien aan de ambtenaren in de sector Rijk een eenmalige uitkering wordt toegekend,
ontvangen de voorzitter en de andere leden deze op gelijke voet.
-
3. Voorts genieten de voorzitter en de andere leden een gratificatie bij ambtsjubileum
op de tijdstippen en tot de bedragen als voor de ambtenaren in de sector Rijk gelden.
Bij de bepaling van de diensttijd wordt rekening gehouden met de tijd in overheidsdienst
doorgebracht, zulks met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de
ambtenaren in de sector Rijk.
Artikel 6.
Aan de buitengewone leden wordt een vergoeding toegekend met overeenkomstige toepassing
van de regels die gelden voor de rechters-plaatsvervangers.
Artikel 7.
-
1. De voorzitter of een ander lid kan worden verplicht te gaan wonen of te blijven wonen
in of nabij de gemeente waarin het College bescherming persoonsgegevens is gevestigd,
indien dit naar het oordeel van Onze Minister noodzakelijk is in verband met de goede
vervulling van zijn functie.
-
2. Aan deze verplichting moet worden voldaan binnen twee jaar nadat zij is opgelegd.
Artikel 8.
Ten aanzien van de voorzitter en de andere leden zijn de hoofdstukken V (Vakantie
en verlof) en VI (Bedrijfsgeneeskundige begeleiding en voorzieningen in verband met
ziekte) van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9.
De voorzitter die wegens ziekte of om andere redenen verhinderd is zijn werkzaamheden
te verrichten, geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan Onze Minister. Indien
een ander lid wegens ziekte of om andere redenen verhinderd is zijn werkzaamheden
te verrichten, geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de voorzitter.
Artikel 10.
Aan de voorzitter, een ander lid of buitengewoon lid wordt op diens aanvraag op voordracht
van Onze Minister bij koninklijk besluit eervol ontslag verleend.
Artikel 11.
-
1. Aan de voorzitter die of een ander lid dat ontslag vraagt met het oog op een uitkering
op grond van de Regeling flexibel pensioen en uittreden, bedoeld in artikel 3 van
de Centrale vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel en artikel 1.5 van het
Pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds Abp wordt ontslag verleend, indien
het bestuur van de Stichting fonds vrijwillig vervroegd uittreden overheidspersoneel
alsmede het bestuur van de Stichting pensioenfonds Abp op grond van een desbetreffende
aanvraag hebben vastgesteld dat na dat te verlenen ontslag recht bestaat op een uitkering
op grond van die regeling.
-
2. Het ontslag gaat niet eerder in dan met ingang van de dag waarop het recht op de in
het eerste lid genoemde uitkering bestaat.
Artikel 12.
De voorzitter die of een ander lid dat, zonder een mededeling als bedoeld in artikel
3, tweede lid, te hebben gedaan, niet wordt herbenoemd, heeft recht op wachtgeld overeenkomstig
de bepalingen van het Rijkswachtgeldbesluit 1959, behoudens wanneer hij een direct ingaand recht heeft op een pensioen of op een uitkering,
bedoeld in artikel 11.
Artikel 13.
-
1. De bezoldiging van de voorzitter of een ander lid wordt niet langer uitbetaald dan
tot en met de dag van zijn overlijden.
-
2. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de voorzitter of een ander lid wordt een
overlijdensuitkering uitbetaald met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden
voor de ambtenaren in de sector Rijk in vaste dienst.
Artikel 14.
Degenen die tot het tijdstip waarop de Wet bescherming persoonsgegevens in werking treedt, werkzaam waren als voorzitter of lid van de Registratiekamer,
worden geacht te zijn benoemd als voorzitter onderscheidenlijk lid van het College
bescherming persoonsgegevens voor de op dat tijdstip nog resterende duur van de termijn
waarvoor zij waren benoemd als voorzitter onderscheidenlijk lid van de Registratiekamer.