In deze regeling wordt verstaan onder:
1º gecapitonneerde handschoenen;
2º mondafscherming;
3º polsbanden aan riem om middel;
4º enkelbanden met tussenstuk;
5º handboeien van een door de Minister van Veiligheid en Justitie goedgekeurd merk en type;
6º valhelm of schuimhelm;
7º dwangjack.
2 Bij de keuze voor de toepassing van bepaalde mechanische middelen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de jeugdige wordt belemmerd in de zelfstandige uitoefening van de lichaamsfuncties eten, drinken, urineren, ontlasten en slapen.
Een mechanisch middel voldoet aan de volgende eisen:
a. het middel voldoet aan de algemene eis van deugdelijkheid. Een correcte toepassing van het middel leidt niet tot lichamelijke beschadiging of tot ongemak dat langer duurt dan
b. noodzakelijkerwijs samenhangt met de toepassing van het middel;
c. het middel heeft geen scherpe, ruwe of puntige onderdelen;
d. het middel kan snel en gemakkelijk worden bevestigd.
Bij de toepassing van mechanische middelen bij een jeugdige stelt de directeur de ouders of voogd, stiefouder of pleegouders en de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte.
1 De directeur stelt voor de toepassing van mechanische middelen een protocol vast. De directeur verleent geen machtiging aan personeelsleden of medewerkers het protocol op te stellen. De ouders of voogd, stiefouder of pleegouders en de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet worden in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het protocol.
6 Indien de rapportage van het personeelslid of de medewerker of de bevindingen van de arts daartoe aanleiding geven, doch in ieder geval indien de toepassing langer dan zes uur duurt, overweegt de directeur na overleg met de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger, of de toestand van de jeugdige zodanig is gewijzigd dat kan worden volstaan met de toepassing van mechanische middelen die de jeugdige minder vergaand in zijn vrijheid beperken, dan wel dat de toepassing van mechanische middelen kan worden beëindigd.
3 Indien de toepassing van een mechanisch middel tijdens de nachtelijke uren voortduurt wordt de jeugdige zo mogelijk tijdens de ochtenduren in de gelegenheid gesteld zich te wassen en zich van schone kleding te voorzien. Indien de jeugdige door de toepassing van mechanische middelen niet in staat is om zichzelf te wassen en van schone kleding te voorzien, is de het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de jeugdige hem hierbij behulpzaam.
4 Indien de jeugdige door de toepassing van mechanische middelen niet in staat is om op het toilet te urineren of zichzelf te ontlasten, wordt hij voorzien van een urinaal of ondersteek. Het personeelslid of de medewerker die belast is met de verzorging van de jeugdige is hem zonodig behulpzaam bij het gebruik van het urinaal of de ondersteek.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2001.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toepassing mechanische middelen jeugdigen.