Bouwbesluit 2003

[Regeling vervallen per 01-07-2012.]
Geraadpleegd op 30-05-2023.
Geldend van 01-01-2003 t/m 31-08-2005

Besluit van 7 augustus 2001, houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen van bouwwerken uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu (Bouwbesluit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 december 2000, nr. MJZ2000153138, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 2 van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 27 april 2001, nr. W08.00.0616/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 2001, nr. MJZ2001078982, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

§ 1.1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.1

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

    belastingscombinatie: verzameling van belastingen die gelijktijdig kunnen optreden;

    bouwconstructie: onderdeel van een bouwwerk dat bestemd is om belasting te dragen;

    brandcompartiment: gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand;

    brand- en rookvrije vluchtroute: van brand gevrijwaarde rookvrije vluchtroute die uitsluitend door verkeersruimten voert;

    gebruiksfunctie: de gedeelten van een of meer bouwwerken op een perceel of standplaats, die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen;

    gebruiksfunctie die bijzonder gevoelig is voor luchtvaartlawaai:gebruiksfunctie in een gebouw, waarvoor krachtens de Luchtvaartwet een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie geldt met betrekking tot structureel uitgevoerd nachtelijk vliegverkeer vanwege een luchtvaartterrein;

    gebruiksfunctie die gevoelig is voor industrie-, weg- of railverkeerslawaai: gebruiksfunctie in een gebouw, waarvoor krachtens de Wet geluidhinder een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie geldt met betrekking tot onderscheidenlijk industrielawaai vanwege een industrieterrein, wegverkeerslawaai vanwege een weg of railverkeerslawaai vanwege een spoorweg, alsmede een kantoorfunctie gelegen binnen een zone waarvoor een zodanige ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt;

    gebruiksfunctie die gevoelig is voor luchtvaartlawaai: gebruiksfunctie in een gebouw, waarvoor krachtens de Wet geluidhinder of de Luchtvaartwet een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie geldt met betrekking tot luchtvaartlawaai vanwege een luchtvaartterrein, alsmede een kantoorfunctie gelegen binnen een zone waarvoor een zodanige ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt;

    integraal toegankelijke toiletruimte: toiletruimte die mede toegankelijk is voor rolstoelgebruikers;

    integraal toegankelijke badruimte: badruimte die mede toegankelijk is voor rolstoelgebruikers;

    inwendige scheidingsconstructie: constructie die de scheiding vormt tussen twee voor mensen toegankelijke besloten ruimten van een gebouw, waaronder begrepen de op die constructie aansluitende delen van andere constructies, voorzover die delen van invloed zijn op het voldoen van die scheidingsconstructie aan een bij of krachtens dit besluit gegeven voorschrift;

    klimlijn: denkbeeldige, vloeiend verlopende lijn die de voorkanten van de treden van een trap met elkaar verbindt;

    loopafstand: afstand, gemeten langs een denkbeeldige, kortst realiseerbare vloeiend verlopende lijn tussen twee punten, waarover op een afstand van ten minste 0,3 m van constructie-onderdelen kan worden gelopen;

    meetniveau: hoogte van het aansluitende terrein, gemeten ter plaatse van de toegang van het gebouw;

    NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;

    nevenfunctie: gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie;

    nominale belasting: maximale belasting van een verbrandingstoestel, bepaald op basis van de calorische bovenwaarde van de brandstof waarvoor dat toestel is ingericht;

    richtlijn bouwproducten: richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde producten (89/106/EEG, PbEG L 40), zoals gewijzigd bij richtlijn 93/68/EEG van de Raad van 22 juli 1993 (PbEG L 220);

    rookcompartiment: gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van rook;

    rookvrije vluchtroute: van rook gevrijwaarde route die begint bij een toegang van een rookcompartiment of een subbrandcompartiment, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift;

    technische ruimte: ruimte voor het plaatsen van de apparatuur, noodzakelijk voor het functioneren van een gebouw, waaronder in elk geval begrepen een meterruimte, een liftmachineruimte en een stookruimte;

    toegang van een gebruiksfunctie: toegang tot het aansluitende terrein, een gemeenschappelijke verkeersruimte, een gemeenschappelijk verblijfsgebied of een ruimte van een andere gebruiksfunctie, ter plaatse waarvan een route begint die uitsluitend door niet-gemeenschappelijke ruimten van de gebruiksfunctie naar een punt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied voert.

    toegankelijkheidssector: gedeelte van een gebouw dat mede toegankelijk is voor rolstoelgebruikers;

    trappenhuis: verkeersruimte, waarin een trap ligt;

    uitwendige scheidingsconstructie: constructie die de scheiding vormt tussen een voor mensen toegankelijke besloten ruimte van een gebouw en de buitenlucht, de grond of het water, waaronder begrepen de op die constructie aansluitende delen van andere constructies, voorzover die delen van invloed zijn op het voldoen van die scheidingsconstructie aan een bij of krachtens dit besluit gegeven voorschrift;

    veiligheidstrappenhuis: trappenhuis waardoor een brand- en rookvrije vluchtroute voert, en dat in de vluchtrichting uitsluitend kan worden bereikt vanuit een niet-besloten ruimte;

    verblijfsgebied: gedeelte van een gebruiksfunctie met ten minste een verblijfsruimte, bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toiletruimte, een badruimte, een technische ruimte of een verkeersruimte;

    verblijfsruimte: ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden;

    verkeersruimte: ruimte anders dan een ruimte in een verblijfsgebied, een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte, bestemd voor het bereiken van een andere ruimte;

    verkeersroute: route die begint bij een toegang van een ruimte, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt bij de toegang van een andere ruimte;

    vluchttrappenhuis: trappenhuis waardoor een rookvrije vluchtroute voert;

    vrije vloeroppervlakte: vloeroppervlakte waarboven zich een vrije hoogte bevindt van ten minste 2,3 m voor een woonfunctie niet zijnde een woonfunctie van een woonwagen en 2,1 m voor een andere gebruiksfunctie.

  • 2 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder:

    brandweerlift: brandweerlift als bedoeld in NEN-EN 81–1, bijlage Z.4, september 1986, inclusief correctieblad, december 1989;

    bijdrage tot brandvoortplanting: bijdrage tot brandvoortplanting als bedoeld in NEN 6065 of NEN 1775;

    CLV-systeem: CLV-systeem als bedoeld in NEN 2757;

    coëfficiënt voor koeling: coëfficiënt voor koeling als bedoeld in NEN 2916;

    energieprestatiecoëfficiënt: energieprestatiecoëfficiënt als bedoeld in NEN 2916 en NEN 5128;

    factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte: factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte als bedoeld in NEN 2778;

    funderingselement: funderingselement als bedoeld in NEN 6740;

    fundamentele belastingscombinaties: fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN 6702;

    gebruiksoppervlakte: gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580;

    hoofddraagconstructie: hoofddraagconstructie als bedoeld in NEN 6702;

    isolatie-index voor contactgeluid: isolatie-index voor contactgeluid als bedoeld in NEN 5077;

    karakteristiek geluidsniveau: karakteristiek geluidsniveau als bedoeld in NEN 5077;

    karakteristieke geluidwering: karakteristieke geluidwering als bedoeld in NEN 5077;

    karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid: karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid als bedoeld in NEN 5077;

    leefzone: leefzone als bedoeld in NEN 1087;

    lozingstoestel: lozingstoestel als bedoeld in NEN 3215;

    netto-inhoud: netto-inhoud als bedoeld in NEN 2580;

    rookmelder: rookmelder als bedoeld in NEN 2555;

    rookproductie: rookproductie als bedoeld in NEN 6066;

    stookplaats; stookplaats als bedoeld NEN 6061;

    uiterste grenstoestand: uiterste grenstoestand als bedoeld in NEN 6702;

    vrije hoogte: vrije hoogte als bedoeld in NEN 2580;

    vuurbelasting: vuurbelasting als bedoeld in NEN 6090;

    wateropname: wateropname als bedoeld in NEN 2778;

    weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag: weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag als bedoeld in NEN 6068;

    weerstand tegen rookdoorgang: weerstand tegen rookdoorgang als bedoeld in NEN 6075.

  • 3 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder:

    woonfunctie: gebruiksfunctie voor het wonen;

    bijeenkomstfunctie: gebruiksfunctie voor het samenkomen van mensen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse en het aanschouwen van sport;

    celfunctie: gebruiksfunctie voor dwangverblijf van mensen;

    gezondheidszorgfunctie: gebruiksfunctie voor medisch onderzoek, verpleging, verzorging of behandeling;

    industriefunctie: gebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden;

    kantoorfunctie: gebruiksfunctie voor administratie;

    logiesfunctie: gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen;

    onderwijsfunctie: gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs;

    sportfunctie: gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport;

    winkelfunctie: gebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten;

    overige gebruiksfunctie: niet in dit lid benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt.

  • 4 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder:

    lichte industriefunctie: industriefunctie waarin activiteiten plaats vinden, waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt;

    onderwijsfunctie voor speciaal onderwijs: onderwijsfunctie voor het basis- of voortgezet speciaal onderwijs;

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer: overige gebruiksfunctie die bestemd is voor aankomst of vertrek van vervoermiddelen ten behoeve van weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer van personen.

  • 5 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder:

    woongebouw: gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer woonfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes;

    cellengebouw: gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer celfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes;

    logiesgebouw: gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer logiesfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes.

  • 6 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder:

    bezettingsgraad van gebruiksoppervlakte: aantal m2 gebruiksoppervlakte per persoon;

    bezettingsgraad van vloeroppervlakte: aantal m2 vloeroppervlakte van een verblijfsgebied per persoon;

    bezettingsgraadklasse: klasse die de bezettingsgraad van een gebruiksoppervlakte en de bezettingsgraad van een vloeroppervlakte aan verblijfsgebied aangeeft overeenkomstig tabel 1.

    tabel 1

    klasse

    bezettingsgraad in m2 gebruiksoppervlakte per persoon

    in m2 vloeroppervlakte aan verblijfsgebied per persoon

    B1

    > 0,8 − ≤ 2

    > 0,5 − ≤ 1.3

    B2

    > 2 – ≤ 5

    > 1,3 – ≤ 3,3

    B3

    > 5 – ≤ 12

    > 3,3 – ≤ 8

    B4

    > 12 – ≤ 30

    > 8 – ≤ 20

    B5

    > 30

    > 20

  • 7 Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt in een tabel verstaan onder:

    • –: dit lid is niet van toepassing;

    • *: het hele artikel is van toepassing;

    • >: alle waarden groter dan de achter dit teken aangegeven waarde;

    • n.t.: deze bezettingsgraadklasse is niet toegestaan;

    • ≤: alle waarden kleiner of gelijk aan de achter dit teken aangegeven waarde.

Artikel 1.2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Bij of krachtens dit besluit worden gedeelten van een bouwwerk, ruimten of voorzieningen, die ten dienste staan van meer dan een gebruiksfunctie, aangeduid als gemeenschappelijk. Zodanige gedeelten, ruimten of voorzieningen worden, met uitzondering van gedeelten van een nevenfunctie, geacht deel uit te maken van ieder van de betrokken gebruiksfuncties.

§ 1.2. Toepassing NEN en NEN-EN

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van een in dit besluit genoemde NEN.

Artikel 1.4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien een in dit besluit genoemde NEN wordt vervangen door een NEN-EN als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de richtlijn bouwproducten, treedt die NEN-EN in de plaats van die NEN.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van een NEN-EN als bedoeld in het eerste lid, waarbij, voorzover nodig, kan worden afgeweken van een bij of krachtens dit besluit gegeven voorschrift.

§ 1.3. Gelijkwaardigheidsbepaling

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Aan een in het tweede tot en met zesde hoofdstuk gesteld voorschrift dat moet worden toegepast om te voldoen aan een met betrekking tot een bouwwerk of een gedeelte daarvan gestelde eis, behoeft niet te worden voldaan, voorzover anders dan door toepassing van dat voorschrift het bouwwerk of het betrokken gedeelte daarvan ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt, als is beoogd met het betrokken voorschrift.

§ 1.4. Kwaliteitsverklaringen en CE-markeringen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Indien bij of krachtens dit besluit een eis is gesteld ten aanzien van een bouwmateriaal of bouwdeel en voor dat bouwmateriaal of bouwdeel een op die eis toegesneden, door Onze Minister erkende kwaliteitsverklaring is afgegeven, is aan de betreffende eis voldaan, indien dat bouwmateriaal of bouwdeel overeenkomstig die kwaliteitsverklaring is toegepast.

Artikel 1.7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een bouwproduct dat zodanige eigenschappen bezit dat het bouwwerk waarin het is verwerkt, gemonteerd, toegepast of geïnstalleerd, kan voldoen aan de fundamentele voorschriften als bedoeld in artikel 3 van de richtlijn bouwproducten en dat is voorzien van een op dat product betrekking hebbende CE-markering als bedoeld in de richtlijn bouwproducten, wordt gelijk gesteld met een bouwproduct waarvoor een kwaliteitsverklaring is afgegeven.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een bouwproduct waarvoor een verklaring van conformiteit als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de richtlijn bouwproducten is afgegeven.

Artikel 1.8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het is verboden een bouwproduct in de handel te brengen, waarvoor overeenkomstig de richtlijn bouwproducten is vastgesteld dat het een CE-markering moet dragen, indien dat product:

    • a. niet zodanige eigenschappen bezit dat het bouwwerk waarin het is verwerkt, gemonteerd, toegepast of geïnstalleerd, kan voldoen aan de fundamentele voorschriften als bedoeld in artikel 3 van de richtlijn bouwproducten, of

    • b. niet is voorzien van de daarop betrekking hebbende CE-markering.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwproducten waarvoor een verklaring van conformiteit als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de richtlijn bouwproducten is afgegeven, en op bouwproducten ten aanzien waarvan Onze Minister met toepassing van artikel 6, tweede lid, van de richtlijn bouwproducten heeft bepaald dat zij binnen Nederland in de handel mogen worden gebracht.

  • 3 Overtreding van het in het eerste lid gestelde verbod is een strafbaar feit.

Artikel 1.9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het is verboden een bouwproduct, een aan dat product bevestigd label, de verpakking van een bouwproduct of de begeleidende handelsdocumenten te voorzien van een markering die gelijkenis vertoont met een CE-markering, als bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de richtlijn bouwproducten.

  • 2 Overtreding van het in het eerste lid gestelde verbod is een strafbaar feit.

Artikel 1.10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent hetgeen met het oog op de implementatie van de richtlijn bouwproducten regeling behoeft.

§ 1.5. Ontheffingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk ontheffing verlenen van een bij of krachtens dit besluit vastgesteld voorschrift omtrent het bouwen van een bouwwerk tot het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een bestaand bouwwerk, tenzij bij het voorschrift anders is aangegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen, voorzover bij of krachtens dit besluit geen voorschrift is vastgesteld omtrent de staat van een bestaand bouwwerk, bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk ontheffing verlenen van een voorschrift omtrent het bouwen van een bouwwerk tot het rechtens verkregen niveau.

Artikel 1.12

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Indien voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, een vergunning ingevolge die wet of verordening is verleend, is, voorzover een aan die vergunning verbonden voorschrift afwijkt van een voorschrift van dit besluit, uitsluitend het aan die vergunning verbonden voorschrift van toepassing.

§ 1.6. Niet-permanente bouwwerken

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1.13

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een te bouwen niet-permanent bouwwerk voldoet ten minste aan de voorschriften met betrekking tot de staat van een bestaand bouwwerk. Het voldoet bovendien aan de voorschriften met betrekking tot een te bouwen bouwwerk, voorzover dat met betrekking tot die voorschriften is aangegeven.

  • 2 Een bestaand niet-permanent bouwwerk voldoet ten minste aan de voorschriften met betrekking tot de staat van een bestaand bouwwerk.

  • 3 Een niet-permanent bouwwerk voldoet bij verplaatsing ten minste aan de voorschriften met betrekking tot een bestaand bouwwerk.

  • 4 Een woonwagen voldoet bij herplaatsing ten minste aan de voorschriften met betrekking tot een bestaande woonwagen.

Hoofdstuk 2. Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Afdeling 2.1. Algemene sterkte van de bouwconstructie

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

§ 2.1.1. Nieuwbouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.1

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die duurzaam bestand is tegen de daarop werkende krachten.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.1 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

    Tabel 2.1

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    belastingscombinaties

    bouwconstructie

    belastingscombinaties

    hoofddraagconstructie

    uiterste grenstoestand

    artikel

    2.2

             

    2.3

     

    2.4

         
     

    lid

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    1

    2

    1

    2

    3

    4

    1

    Woonfunctie

                         
     

    a

    woonfunctie gelegen in een woongebouw

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

     

    b

    woonfunctie van een woonwagen

    1

    3

    4

    1

    2

    3

     

    c

    andere woonfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    1

    2

    3

    4

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    3

    Celfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    4

    Gezondheidszorgfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    5

    Industriefunctie

                           
     

    a

    lichte industriefunctie

    1

    2

    3

    5

    1

    2

    3

     

    b

    andere industriefunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    6

    Kantoorfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    7

    Logiesfunctie

                           
     

    a

    logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw

    1

    2

    3

    1

    2

    1

    2

    3

    4

     

    b

    logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    8

    Onderwijsfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    9

    Sportfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    10

    Winkelfunctie

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

    11

    Overige gebruiksfunctie

                           
     

    a

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

    1

    2

    3

    6

    1

    1

    2

    3

     

    b

    overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen

    1

    2

    3

    6

    1

    1

    2

    3

     

    c

    andere overige gebruiksfunctie

    1

    2

    3

    6

    1

    2

    3

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    1

    2

    3

    1

    1

    2

    3

Artikel 2.2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie wordt niet overschreden bij de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 6702. Voorzover NEN 6702 niet voorziet in de kwantificering van de belastingscombinaties, wordt uitgegaan van NEN 6700.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van een dak of een vloerafscheiding niet overschreden bij de bijzondere belastingscombinaties als bedoeld in NEN 6702. Daarbij wordt uitgegaan van een stootbelasting.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, kan voor de bouwconstructie van een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte, een opstelplaats voor een warmwatertoestel en een opstelplaats voor een stooktoestel worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

  • 4 Voor het bepalen van de fundamentele belastingscombinaties voor de fundering voor een woonwagen wordt, in afwijking van het eerste lid, uitgegaan van:

    • a. een laststelsel dat bestaat uit twee verticale, evenwijdige lijnlasten die elk een rekenwaarde hebben ter grootte van 6,8 kN/m en een lengte van 15 m, en die op een afstand van ten minste 2,5 m en ten hoogste 3 m van elkaar liggen; indien de standplaats ligt in een onbebouwd gebied I, als bedoeld in NEN 6702, wordt voor de lijnlasten uitgegaan van een rekenwaarde ter grootte van 7,3 kN/m,

    • b. een puntlast met een rekenwaarde van 50 kN die in rekening wordt gebracht als een vrije belasting als bedoeld in NEN 6702, en

    • c. de rekenwaarde van het eigen gewicht van de fundering.

  • 5 In afwijking van het eerste lid kan worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

  • 6 In afwijking van het eerste lid kan voor een gebouw met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m2 worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

Artikel 2.3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een uiterste grenstoestand van een hoofddraagconstructie wordt, onverminderd artikel 2.2, niet overschreden bij bijzondere belastingscombinaties als bedoeld in NEN 6702. Daarbij wordt uitgegaan van:

    • a. een gasexplosie,

    • b. een botsing door een voertuig, en

    • c. een extreme grondwaterstand.

    Indien NEN 6702 niet voorziet in de kwantificering van de belastingscombinaties wordt uitgegaan van NEN 6700.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt eveneens uitgegaan van het wegvallen van de bijdrage aan de standzekerheid die wordt geleverd door constructie-onderdelen op een aangrenzend perceel.

Artikel 2.4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand als bedoeld in artikel 2.2 wordt bepaald volgens:

    • a. NEN 6710 of NEN 6770, indien de bouwconstructie is vervaardigd van metaal als bedoeld in die normen,

    • b. NEN 6720 of NEN 6790, indien de bouwconstructie is vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in die normen,

    • c. NEN 6760, indien de bouwconstructie is vervaardigd van hout als bedoeld in die norm,

    • d. NEN 2608, indien de bouwconstructie is vervaardigd van glas als bedoeld in die norm, of

    • e. NEN 6707, indien de bouwconstructie de bevestiging van dakbedekking is als bedoeld in die norm.

  • 2 Indien voor een bouwconstructie wordt uitgegaan van de belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859, wordt, in afwijking van het eerste lid, het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand bepaald volgens NEN 3859.

  • 3 Bij het bepalen van het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand als bedoeld in artikel 2.2 blijven bouwconstructies die op een ander perceel zijn gelegen buiten beschouwing.

  • 4 In afwijking van het derde lid, blijven bouwconstructies van een op een ander perceel gelegen gebruiksfunctie van dezelfde soort niet buiten beschouwing.

§ 2.1.2. Bestaande bouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die bestand is tegen de daarop werkende krachten.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.5 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

    Tabel 2.5

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    belastingscombinaties

    bouwconstructie

    uiterste grenstoestand

    artikel

    2.6

         

    2.7

     
     

    lid

    1

    2

    3

    4

    1

    2

    1

    Woonfunctie

    1

    2

    1

    2

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    2

    1

    2

    3

    Celfunctie

    1

    2

    1

    2

    4

    Gezondheidszorgfunctie

    1

    2

    1

    2

    5

    Industriefunctie

               
     

    a

    lichte industriefunctie

    1

    2

    3

    1

    2

     

    b

    andere industriefunctie

    1

    2

    1

    2

    6

    Kantoorfunctie

    1

    2

    1

    2

    7

    Logiesfunctie

    1

    2

    1

    2

    8

    Onderwijsfunctie

    1

    2

    1

    2

    9

    Sportfunctie

    1

    2

    1

    2

    10

    Winkelfunctie

    1

    2

    1

    2

    11

    Overige gebruiksfunctie

               
     

    a

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

    1

    2

    4

    1

    2

     

    b

    andere overige gebruiksfunctie

    1

    2

    4

    1

    2

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    1

    2

    1

    2

Artikel 2.6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie wordt niet overschreden bij de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 6702. Voorzover NEN 6702 niet voorziet in de kwantificering van de belastingscombinaties wordt uitgegaan van NEN 6700.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan voor de bouwconstructie van een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte, een opstelplaats voor een warmwatertoestel en een opstelplaats voor een stooktoestel worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, kan worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

  • 4 In afwijking van het eerste lid kan voor een gebouw met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 100 m2 worden uitgegaan van de fundamentele belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859.

Artikel 2.7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand als bedoeld in artikel 2.6 wordt bepaald volgens:

    • a. NEN 6710 of NEN 6770, indien de bouwconstructie is vervaardigd van metaal als bedoeld in die normen,

    • b. NEN 6720 of NEN 6790, indien de bouwconstructie is vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in die normen,

    • c. NEN 6760, indien de bouwconstructie is vervaardigd van hout als bedoeld in die norm,

    • d. NEN 2608, indien de bouwconstructie is vervaardigd van glas als bedoeld in die norm, of

    • e. NEN 6707, indien de bouwconstructie de bevestiging van dakbedekking is als bedoeld in die norm.

  • 2 Indien voor een bouwconstructie wordt uitgegaan van de belastingscombinaties, bepaald volgens NEN 3859, wordt, in afwijking van het eerste lid, het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand bepaald volgens NEN 3859. 3.

Afdeling 2.2. Sterkte bij brand

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

§ 2.2.1. Nieuwbouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.8 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

    Tabel 2.8

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    tijdsduur bezwijken

    bepalingsmethode

    artikel

    2.9

               

    2.10

     

    lid

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    *

    1

    Woonfunctie

                 
     

    a

    woonfunctie van een woonwagen

     

    b

    andere woonfunctie

    1

    2

    3

    *

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    4

    6

    *

    3

    Celfunctie

                   
     

    a

    celfunctie voor dag- en nachtverblijf

    1

    5

    6

    *

     

    b

    andere celfunctie

    1

    4

    6

    *

    4

    Gezondheidszorgfunctie

                   
       

    1 gedeelte voor aan bed gebonden patienten

    1

    5

    6

    *

       

    2 ander gedeelte

    1

    4

    6

    *

    5

    Industriefunctie

    1

    4

    6

    *

    6

    Kantoorfunctie

    1

    4

    6

    *

    7

    Logiesfunctie

                   
     

    a

    logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 100 m2, niet gelegen in een logiesgebouw

    1

    *

     

    b

    andere logiesfunctie

    1

    5

    6

    *

    8

    Onderwijsfunctie

    1

    4

    6

    *

    9

    Sportfunctie

    1

    4

    6

    *

    10

    Winkelfunctie

    1

    4

    6

    *

    11

    Overige gebruiksfunctie

                   
     

    a

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

    1

    4

    6

    *

     

    b

    overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen

    1

    4

    6

    *

     

    c

    andere overige gebruiksfunctie

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    7

    *

Artikel 2.9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 30 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van een in tabel 2.9.1 aangegeven hoofddraagconstructie gedurende de in die tabel aangegeven tijdsduur niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

    Tabel 2.9.1

    hoofddraagconstructie

    tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken in minuten

    indien geen vloer van een verblijfsgebied van de woonfunctie hoger ligt dan 7 m boven het meetniveau

    60

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de woonfunctie hoger ligt dan 7 m en niet hoger dan 13 m boven het meetniveau

    90

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de woonfunctie hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau

    120

  • 3 In afwijking van het tweede lid, wordt de in tabel 2.9.1 aangegeven tijdsduur met 30 minuten bekort, indien de volgens NEN 6090 bepaalde permanente vuurbelasting van het bouwwerk waarvan de hoofddraagconstructie deel uitmaakt niet groter is dan 500 MJ/m2 en geen vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 7 m boven het meetniveau.

  • 4 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van de hoofddraagconstructie van een gebruiksfunctie waarvan een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau, gedurende 90 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

  • 5 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van een in tabel 2.9.2 aangegeven hoofddraagconstructie gedurende de in die tabel aangegeven tijdsduur niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

    Tabel 2.9.2

    hoofddraagconstructie

    tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken in minuten

    indien geen vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau

    60

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie hoger ligt dan 5 m en niet hoger dan 13 m boven het meetniveau

    90

    indien een vloer van een verblijfsgebied van die gebruiksfunctie hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau

    120

  • 6 In afwijking van het vierde en vijfde lid, wordt de in tabel 2.9.2 aangegeven tijdsduur met 30 minuten bekort, indien de volgens NEN 6090 bepaalde permanente vuurbelasting van het bouwwerk waarvan de hoofddraagconstructie deel uitmaakt niet groter is dan 500 MJ/m2.

  • 7 Een uiterste grenstoestand van een hoofddraagconstructie wordt, afhankelijk van de bestemming en de inrichting van een bouwwerk, bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand, gedurende zodanige tijd niet overschreden, dat het bouwwerk bij brand binnen redelijke tijd kan worden verlaten en kan worden doorzocht, zonder dat gevaar bestaat voor instorting van de hoofddraagconstructie.

Artikel 2.10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De tijdsduur gedurende welke een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie niet wordt overschreden, als bedoeld in artikel 2.9, wordt bepaald volgens:

  • a. NEN 6069,

  • b. NEN 6071,

  • c. NEN 6072 of

  • d. NEN 6073.

§ 2.2.2. Bestaande bouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk bij brand gedurende enige tijd kan worden verlaten en doorzocht zonder dat er gevaar voor instorting is.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.11 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

    Tabel 2.11

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    tijdsduur bezwijken

    bepalingsmethode

    artikel

    2.12

           

    2.13

     

    lid

    1

    2

    3

    4

    5

    *

    1

    Woonfunctie

             
     

    a

    woonfunctie gelegen in een woongebouw

    1

    2

    *

     

    b

    woonfunctie van een woonwagen

     

    c

    andere woonfunctie

    1

    2

    *

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    3

    4

    *

    3

    Celfunctie

             
     

    a

    celfunctie voor dag- en nachtverblijf

    1

    3

    4

    *

     

    b

    andere celfunctie

    1

    3

    4

    *

    4

    Gezondheidszorgfunctie

               
       

    1 gezondheidszorgfunctie voor overnachting

    1

    3

    4

    *

       

    2 ander gezondheidszorgfunctie

    1

    3

    4

    *

    5

    Industriefunctie

    1

    3

    4

    *

    6

    Kantoorfunctie

    1

    3

    4

    *

    7

    Logiesfunctie

               
     

    a

    logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 100 m2, niet gelegen in een logiesgebouw

    1

    *

     

    b

    andere logiesfunctie

    1

    3

    4

    *

    8

    Onderwijsfunctie

    1

    3

    4

    *

    9

    Sportfunctie

    1

    3

    4

    *

    10

    Winkelfunctie

    1

    3

    4

    *

    11

    Overige gebruiksfunctie

               
     

    a

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

    1

    3

    4

    *

     

    b

    andere overige gebruiksfunctie

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    5

    *

Artikel 2.12

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 20 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van een in tabel 2.12.1 aangegeven hoofddraagconstructie gedurende de in die tabel aangegeven tijdsduur niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

    Tabel 2.12.1

    hoofddraagconstructie

    tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken in minuten

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de woonfunctie hoger ligt dan 7 m en niet hoger dan 13 m boven het meetniveau

    30

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de woonfunctie hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau

    60

  • 3 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van de hoofddraagconstructie van een gebruiksfunctie waarvan een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau, gedurende 30 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

  • 4 Onverminderd het eerste lid, wordt een uiterste grenstoestand van een in tabel 2.12.2 aangegeven hoofddraagconstructie gedurende de in die tabel aangegeven tijdsduur niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand.

    Tabel 2.12.2

    hoofddraagconstructie

    tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken in minuten

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie hoger ligt dan 5 m en niet hoger dan 13 m boven het meetniveau

    30

    indien een vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau

    60

  • 5 Een uiterste grenstoestand van een hoofddraagconstructie wordt, afhankelijk van de bestemming en de inrichting van een bouwwerk, bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand, gedurende zodanige tijd niet overschreden, dat het bouwwerk bij brand gedurende enige tijd kan worden verlaten en kan worden doorzocht, zonder dat gevaar bestaat voor instorting van de hoofddraagconstructie.

Artikel 2.13

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De tijdsduur gedurende welke een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie niet wordt overschreden, als bedoeld in artikel 2.12, wordt bepaald volgens NEN 6069.

Afdeling 2.3. Vloerafscheiding

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

§ 2.3.1. Nieuwbouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.14

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een te bouwen bouwwerk bevat voorzieningen waardoor het van een vloer vallen voldoende wordt voorkomen.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.14 voorschriften zijnaangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 2.14 geen voorschrift is aangewezen.

    Tabel 2.14

    Gebruksfunctie

    leden van toepassing

    grenswaarden

     

    aanwezigheid

    hoogte

    openingen

    opstapmogelijkheid

    hoogte

    openingen

    artikel

    2.15

       

    2.16

         

    2.17

         

    2.18

     

    2.16

    2.17

     
     

    lid

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    4

    1

    2

    3

    4

    1

    2

    1

    2

    3

                                   

    [m]

    [m]

    [m]

    1

    Woonfunctie

                                   
     

    a

    woonfunctie van een woonwagen

     

    b

    andere woonfunctie

    1

    2

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    1

    0,1

    0,5

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    4

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    3

    Celfunctie

    1

    2

    3

    1

    3

    1

    3

    4

    2

    1,2

    0,3

    4

    Gezondheidszorgfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    5

    Industriefunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    6

    Kantoorfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    7

    Logiesfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    8

    Onderwijsfunctie

                                   
     

    a

    onderwijsfunctie voor speciaal onderwijs

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    1

    1

    0,2

     

    b

    andere onderwijsfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    1

    1

    0,5

    9

    Sportfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    4

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    10

    Winkelfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    11

    Overige gebruiksfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    3

    4

    2

    1

    0,5

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    1

    2

    3

    1

    2

    2

    1

    0,5

Artikel 2.15

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een vloer heeft bij een rand een afscheiding als die rand meer dan 1 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water.

  • 2 Het eerste lid geldt niet ter plaatse van de aansluiting van de vloer aan:

    • a. een trap of

    • b. een hellingbaan.

  • 3 Onverminderd het tweede lid geldt het eerste lid niet voor:

    • a. een rand van een podium,

    • b. een rand van een vloer die aan een bassin grenst,

    • c. een rand van een laadvloer,

    • d. een rand van een perron en

    • e. een met een rand als bedoeld onder a tot en met d, gelijk te stellen rand van een vloer.

Artikel 2.16

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste de in tabel 2.14 aangegeven waarde.

  • 2 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft, in afwijking van het eerste lid, een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 1,2 m indien de vloer hoger ligt dan 13 m boven een aangrenzende vloer of boven het aansluitende terrein of het aansluitend water.

  • 3 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft, in afwijking van het eerste en tweede lid, ter plaatse van een al dan niet beweegbaar raam een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,85 m.

  • 4 Indien de som van de hoogte en de breedte van een horizontaal vlak op die hoogte ten minste 1,1 m is, heeft een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, in afwijking van het eerste lid, een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,7 m.

Artikel 2.17

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Tussen een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, en de vloer is de horizontaal gemeten afstand niet groter dan 0,05 m.

  • 2 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft tot een hoogte van 0,7 m boven de vloer geen openingen met een breedte groter dan de in tabel 2.14 aangegeven waarde.

  • 3 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft geen openingen met een breedte groter dan de in tabel 2.14 aangegeven waarde.

  • 4 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, in een gedeelte van een gebruiksfunctie dat mede bestemd is voor bezoekers, heeft tot een hoogte van 0,7 m boven de vloer geen openingen met een breedte groter dan 0,1 m.

Artikel 2.18

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, heeft, ter voorkoming van het overklauteren, geen opstapmogelijkheden tussen 0,2 m en 0,7 m boven de vloer.

  • 2 In een gedeelte mede bestemd voor bezoekers, heeft een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15, ter voorkoming van het overklauteren, geen opstapmogelijkheden tussen 0,2 m en 0,7 m boven de vloer.

§ 2.3.2. Bestaande bouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.19

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een bestaand bouwwerk bevat voorzieningen waardoor het van een vloer vallen voldoende wordt voorkomen.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.19 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 2.19 geen voorschrift is aangewezen.

    Tabel 2.19

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    aanwezigheid

    hoogte

    openingen

    artikel

    2.20

       

    2.21

       

    2.22

     
     

    lid

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    1

    2

    1

    Woonfunctie

                 
     

    a

    woonfunctie van een woonwagen

     

    b

    andere woonfunctie

    1

    2

    1

    2

    3

    1

    2

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    3

    Celfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    4

    Gezondheidszorgfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    5

    Industriefunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    6

    Kantoorfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    7

    Logiesfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    8

    Onderwijsfunctie

                   
     

    a

    onderwijsfunctie voor speciaal onderwijs

    1

    2

    3

    1

    2

    3

     

    b

    andere onderwijsfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    9

    Sportfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    10

    Winkelfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    11

    Overige gebruiksfunctie

    1

    2

    3

    1

    2

    3

    12

    Bouwwerk geen gebouw zijnde

    1

    2

    3

    1

    3

Artikel 2.20

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een vloer heeft bij een rand een afscheiding als die rand meer dan 1,5 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water.

  • 2 Het eerste lid geldt niet ter plaatse van de aansluiting van de vloer aan:

    • a. een trap of

    • b. een hellingbaan.

  • 3 Onverminderd het tweede lid geldt het eerste lid niet voor:

    • a. een rand van een podium,

    • b. een rand van een vloer die aan een bassin grenst,

    • c. een rand van een laadvloer,

    • d. een rand van een perron en

    • e. een met een rand als bedoeld onder a tot en met d, gelijk te stellen rand van een vloer.

Artikel 2.21

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.20, heeft een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,9 m.

  • 2 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.20, heeft, in afwijking van het eerste tot en met derde lid, ter plaatse van een al dan niet beweegbaar raam een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,6 m.

  • 3 Indien de som van de hoogte en de breedte van een horizontaal vlak op die hoogte ten minste 1 m is, heeft een afscheiding als bedoeld in artikel 2.20, in afwijking van het eerste lid, een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,6 m.

Artikel 2.22

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Tussen een afscheiding als bedoeld in artikel 2.20, en de vloer is de horizontaal gemeten afstand niet groter dan 0,1 m.

  • 2 Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.20, heeft tot een hoogte van 0,6 m boven de vloer geen openingen met een breedte groter dan 0,2 m.

Afdeling 2.4. Overbrugging van hoogteverschillen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

§ 2.4.1. Nieuwbouw

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2.23

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een te bouwen bouwwerk heeft voorzieningen voor het veilig overbruggen van hoogteverschillen.

  • 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.23 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 2.23 geen voorschrift is aangewezen.

    Tabel 2.23

    gebruiksfunctie

    leden van toepassing

     

    voorziening

    artikel

    2.24

     
     

    lid

    1

    2

    1

    Woonfunctie

       
     

    a

    woonfunctie van een woonwagen

     

    b

    andere woonfunctie

    1

    2

    Bijeenkomstfunctie

    1

    3

    Celfunctie

    1

    4

    Gezondheidszorgfunctie

    1

    5

    Industriefunctie

     
     

    a

    lichte industriefunctie

     

    b

    andere industriefunctie

    1

    6

    Kantoorfunctie

    1

    7

    Logiesfunctie

    1

    8

    Onderwijsfunctie

    1

    9

    Sportfunctie

    1

    10

    Winkelfunctie

    1

    11

    Overige gebruiksfunctie

     
     

    a

    overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer, met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m2

    1

     

    b

    overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen

    1