Oud-Nederlanders geboren en getogen in Nederland
De IND beschouwt een geboorteakte als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling
geboren is in Nederland.
Buiten Nederland geboren meerderjarige oud-Nederlanders
De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding als bewijsmiddel
waaruit moet blijken dat de vreemdeling niet woont in het land waarvan hij onderdaan
is.
Oud-Nederlanders o.g.v. artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d en f, RWN
De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding dat door
Nederland wordt erkend als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling meerderjarig
is.
De IND beschouwt een besluit tot intrekking van het Nederlanderschap als bewijsmiddel
waaruit moet blijken dat de vreemdeling het Nederlanderschap heeft verloren omdat
hij na de totstandkoming van zijn naturalisatie heeft nagelaten al het mogelijke te
doen om zijn oorspronkelijke nationaliteit te verliezen.
De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waaruit blijkt dat de vreemdeling is ingeschreven
als ingezetene, als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de vreemdeling zijn hoofdverblijf
in Nederland heeft.
De IND beschouwt een besluit tot intrekking van het Nederlanderschap als bewijs dat
de aanvraag binnen twee jaar na intrekking van het Nederlanderschap is ingediend.
Oud-Nederlanders o.g.v. artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, RWN
De IND beschouwt een geldig document voor grensoverschrijding dat door Nederland wordt
erkend als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling meerderjarig is.
De IND beschouwt een verklaring van afstand van de Nederlandse nationaliteit als bewijsmiddel
waaruit moet blijken dat de vreemdeling het Nederlanderschap heeft verloren.
De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waaruit blijkt dat de vreemdeling is ingeschreven
als ingezetene, als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling zijn hoofdverblijf
in Nederland heeft.
De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waarin de datum is opgenomen waarop afstand
is gedaan van de Nederlandse nationaliteit als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat
de vreemdeling de aanvraag heeft ingediend binnen twee jaar nadat door de vreemdeling
afstand is gedaan van het Nederlanderschap.
Remigratie en terugkeeroptie op grond van artikel 8 Remigratiewet
De IND beschouwt een afschrift van de beschikking van de SVB, waarin het recht op
de basisvoorzieningen of de remigratievoorzieningen is toegekend en waarin de vertrekdatum
van de vreemdeling is vermeld, als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling
de aanvraag heeft ingediend binnen één jaar na remigratie uit Nederland met toepassing
van de Remigratiewet.
Terugkeeroptie minderjarige vreemdelingen
De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding als bewijsmiddel
waaruit moet blijken dat de vreemdeling minderjarig is.
Verblijfsvergunning na overlijden referent
De IND beschouwt een afschrift van de overlijdensakte als bewijsmiddel waaruit moet
blijken dat de huwelijks- of (geregistreerd) partner, ouder, adoptie- of pleegouder
van de vreemdeling is overleden.
Verblijfsvergunning na medische behandeling
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de medische behandeling
van de vreemdeling voor ten minste één jaar noodzakelijk is:
-
• een door de medische behandelaars van de vreemdeling volledig ingevulde en ondertekende
‘Bijlage bewijs omtrent medische situatie vreemdeling’, die niet ouder is dan zes
weken;
-
• een door de vreemdeling zelf volledig ingevulde en ondertekende ‘Bijlage toestemmingsverklaring
medische gegevens’ die niet ouder is dan zes maanden; en
-
• relevante medische gegevens zoals beschreven in paragraaf A3/7.1 Vc.
Huiselijk geweld
De IND beschouwt als bewijsmiddel van huiselijk geweld:
-
a. recente bescheiden van de politie, zoals een aangifte of een melding huiselijk geweld;
of
-
b. een recente verklaring van de politie of het OM dat het OM ambtshalve vervolging tegen
de dader heeft ingesteld.
Ad a: De IND verlangt niet van een minderjarige dat deze aangifte doet tegen zijn
eigen ouder(s) of een melding maakt van huiselijk geweld door zijn eigen ouder(s).
Bij deze bewijsmiddelen dient ook recente medische informatie van de (vertrouwens)arts
of een recente verklaring van een andere hulpverlener of recente gegevens over verblijf
in de opvang of andere objectieve gegevens uit betrouwbare bron te worden overgelegd,
waaruit voldoende moet blijken dat het huiselijk geweld heeft plaatsgevonden.
De IND beoordeelt op basis van de inhoud van alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen
de aannemelijkheid van het gestelde huiselijk geweld.
Daarnaast beschouwt de IND ook als bewijsmiddel van huiselijk geweld:
Slachtoffer mensenhandel
De IND beschouwt de dagvaarding of een andere verklaring van het OM als bewijsmiddel
waaruit blijkt dat het OM tot vervolging overgaat ter zake van het strafbare feit
waarvan aangifte is gedaan.
De IND beschouwt een verklaring van de politie, KMar of het OM als bewijsmiddel waaruit
moet blijken dat de strafzaak, op basis waarvan de vreemdeling een verblijfsvergunning
heeft gehad in het kader van het beleid op het gebied van mensenhandel, nog loopt.
De IND beschouwt een door de vreemdeling overgelegde beschikking van het gerechtshof,
waaruit blijkt dat het gerechtshof het beklag als bedoeld in artikel 12 WvSv ter zake van mensenhandel gegrond heeft verklaard en de officier van justitie bevolen
heeft strafvervolging van ter zake van mensenhandel in te stellen, als bewijsmiddel.
De IND beschouwt een verklaring van de politie of KMar als bewijsmiddel waaruit moet
blijken dat van de vreemdeling nog steeds niet verwacht kan worden medewerking te
verlenen aan het strafproces, omdat de ernstige bedreigingen in Nederland door de
mensenhandelaar voortduren.
De IND beschouwt medische informatie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat er
nog steeds sprake is van een fysieke of psychische aandoening die aan het verlenen
van medewerking aan het strafproces in de weg staat. De medische informatie moet afkomstig
zijn van een behandelaar die in het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
of in het register van het Nederlands Instituut van Psychologen is ingeschreven.
De IND beschouwt een verklaring van de politie of KMar als bewijsmiddel waaruit blijkt
dat van de vreemdeling nog steeds niet verwacht kan worden medewerking te verlenen
aan het strafproces in verband met de minderjarigheid van de vreemdeling. De IND beschouwt
een geldig document voor grensoverschrijding als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de
vreemdeling op het moment van de aanvraag minderjarig is. Als de vreemdeling op grond
van artikel 3.72 Vb wordt vrijgesteld van het vereiste om te beschikken over een geldig document voor
grensoverschrijding, dan dient hij zijn minderjarigheid met andere bewijsmiddelen
te onderbouwen. Daarbij wordt betrokken of sprake is van bewijsnood.
Getuige-aangever mensenhandel
De IND beschouwt een afschrift van de rechterlijke uitspraak in de strafzaak als bewijsmiddel
waaruit moet blijken dat de strafzaak heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling
voor mensenhandel.
Privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM
De IND beschouwt bewijsstukken waaruit de banden met Nederland en de intensiteit daarvan
blijken als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling privéleven heeft
opgebouwd in Nederland.
Plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van een ander land op grond van
het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996
De IND beschouwt de instemmingsverklaring van de Nederlandse Centrale autoriteit als
bewijsmiddel dat de Nederlandse Centrale autoriteit heeft ingestemd met de plaatsing
van de vreemdeling in een pleeggezin of instelling in Nederland.
De IND beschouwt het instemmingsbesluit van de Centrale autoriteit van het land van
herkomst van de vreemdeling als bewijsmiddel dat de Centrale autoriteit van het land
van herkomst van de vreemdeling heeft besloten om in te stemmen met de plaatsing van
de vreemdeling in een pleeggezin of instelling in Nederland.
De IND beschouwt een verklaring van de Nederlandse Centrale autoriteit als bewijsmiddel
dat de vreemdeling niet meer zal kunnen terugkeren naar de oorspronkelijke gezinssituatie
en tot zijn 18de jaar in een pleeggezin of instelling zal gaan verblijven.
De IND beschouwt een verklaring van de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst
als bewijsmiddel dat het gezag over de vreemdeling is geregeld.
Minderjarige vreemdelingen met een kinderbeschermingsmaatregel
De IND beschouwt een uitspraak van de kinderrechter als bewijsmiddel dat het gezag
van de ouders over een minderjarige vreemdeling is beëindigd en dat er een voogd is
benoemd.
De IND beschouwt de beschikking van de kinderrechter als bewijsmiddel dat de ondertoezichtstelling
is verlengd.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit blijkt welke hulpverlening de minderjarige
vreemdeling nodig heeft als bedoeld in B9/16.5 Vc:
-
• het rapport van de Raad voor Kinderbescherming; of, indien van recenter datum:
-
• het rapport van de gecertificeerde instelling, als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, die de kinderbeschermingsmaatregel uitvoert.
De IND beschouwt uitsluitend een advies van de DT&V als bewijsmiddel dat de ondertoezichtstelling
van een minderjarige vreemdeling niet overdraagbaar is aan het land van herkomst of
aan een land waarvan kan worden aangenomen dat er toegang kan worden verleend.