-
a. bestaande woning: woning die al voor de eigendomsoverdracht werd bewoond;
-
b. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de woning
is gelegen waarop de eigenwoningbijdrage betrekking heeft;
-
c. bijdragejaar: jaar dat begint met de eerste volle kalendermaand waarin degene die
de eigenwoningbijdrage aanvraagt de woning in eigendom heeft verkregen en loopt tot
en met de elfde daaropvolgende kalendermaand, en de direct daarop aansluitende jaren;
-
d. eigenaar-bewoner: natuurlijke persoon die, alleen of gezamenlijk met een persoon als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a of b, een woning volledig in eigendom verkrijgt en daarin zijn hoofdverblijf heeft of
zal hebben;
-
e. eigenwoningbijdrage: financiële bijdrage krachtens deze wet;
-
f. financieringslast: te betalen bedrag aan rente over en aflossing van de hypothecaire
lening, blijkens de geldleningsovereenkomst;
-
g. financieringslastnorm: gedeelte van de financieringslast dat per maand ten minste
voor rekening van de eigenaar-bewoner blijft, uitgedrukt in een percentage van het
toetsinkomen;
-
h. fiscaal effect: naar een maandbedrag herrekend jaarlijks terugkerend belastingvoordeel
dat een huishouden met een eigen woning heeft ten opzichte van andere huishoudens,
gebaseerd op aftrekbaarheid van het blijkens de geldleningsovereenkomst te betalen
bedrag aan rente over de hypothecaire lening enerzijds, en bijtelling van het eigenwoningforfait
anderzijds;
-
i. nieuwbouwwoning: woning die voor de eigendomsoverdracht nooit bewoond is geweest;
-
j. Onze Minister: Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
-
k. opslagpercentage: percentage waarmee de financieringslastnorm ten hoogste kan worden
vermeerderd;
-
l. peildatum: eerste dag van het vijfjaarstijdvak, respectievelijk in artikel 40, eerste dag die volgt op het derde vijfjaarstijdvak;
-
m. peiljaar: kalenderjaar dat voorafgaat aan het bijdragejaar;
-
n. primaire toekenning: toekenning van de eigenwoningbijdrage voor het eerste vijfjaarstijdvak;
-
o. toetsinkomen: toetsinkomen, bepaald volgens artikel 3;
-
p. toetsrente: rentetarief waartegen een hypothecaire lening kan worden afgesloten;
-
q. toetsvermogen: toetsvermogen, bedoeld in artikel 4;
-
r. vijfjaarstijdvak: aaneengesloten periode van vijf bijdragejaren;
-
s. woning: gebouwde onroerende zaak voor zover deze bestemd is om als zelfstandige woonruimte
te worden gebruikt alsmede de onroerende aanhorigheden.