Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 juli 2000, kenmerk GZB/GZ 2.084.060;
Gelet op artikel 10 van de Drank- en Horecawet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 augustus 2000, no. W13.00.0278);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 oktober 2000, met kenmerk GZB/GZ 2.108.414;
Hebben goedgevonden en verstaan: