Publicatiepiek op wetten.overheid.nl. Per 1 juli 2025 wordt er een groot aantal regelingen gewijzigd. Mogelijk zijn nog niet alle wijzigingen verwerkt op de datum van inwerkingtreding en ziet u een oude versie van de tekst. Raadpleeg bij twijfel de bekendmaking. Deze publicatiepiek vangt aan op 16 juni en zal tot 1 augustus 2025 duren.

Aanpassing voorschriften ingevolge het besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (2000)

Geraadpleegd op 22-06-2025.
Geldend van 01-07-2000 t/m heden

Aanpassing voorschriften ingevolge het besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (2000)

I. Inleiding/managementinformatie

In deze circulaire worden de verrekeningsbedragen betreffende inwoning, verwarming, energie en water bekendgemaakt, zoals deze per 1 juli 2000 gaan gelden. Voor de ambtenaar voor wie reeds inhoudingen op grond van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel via het IPA-salarissysteem plaatsvinden, zullen de onderhavige wijzigingen voor zover van toepassing automatisch worden aangepast.

II. Aanpassing verrekeningsbedragen inwoning per 1 juli 2000

In verband met de aanpassing van huren per 1 juli 2000 wordt het maximale verrekeningsbedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel met 2,5% verhoogd. Hierdoor wordt het betreffende verrekeningsbedrag voor inwoning per 1 juli 2000 vastgesteld op f 399,00 (was f 390,00).

De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang zijn ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, dienen naar van de zijde van de Belastingdienst is vernomen per 1 juli 2000 eveneens met 2,5% te worden verhoogd.

Woningen welke op of na 1 juli 1999 gereed zijn gekomen vallen buiten deze verhoging.

In afwijking van het vorenstaande dient een extra huurverhoging in aanmerking te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning, behalve door de algemene verhoging van 2,5%, mede door andere factoren is beïnvloed, bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de inhoudingsplichtige aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.

III. Maximumverrekeningsbedragen verwarming, elektriciteit e.d.

De maximumverrekeningsbedragen voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming, elektrische energie e.d. genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel worden, overeenkomstig de gebruikelijke systematiek, aangepast aan de hand van de prijsontwikkeling in de periode van april 1999 tot april 2000.

Dit leidt ertoe dat bedoelde bedragen per 1 juli 2000 als volgt wijzigen:

Verstrekking

huidig bedrag

nieuw bedrag

Verwarming van de woning

f 101,00

f 108,00

Energie voor kookdoeleinden

f 39,00

f 44,00

Elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden

f 34,00

f 40,00

Leidingwater

f 32,00

f 33,00

Met het in afschrift bijgevoegde besluit, zijn de hiervoor genoemde bedragen alsook bedragen die niet per 1 juli 2000 worden aangepast maar voorkomen in mijn besluit van 8 december 1999, AD1999/U97005 (Stcrt. 243), opgenomen.

Ik verzoek u met bovengenoemde wijzigingen rekening te houden.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
de

directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

M.J. van Rijn

Ministeriële regeling

29 juni 2000/Nr. AD2000/U76246

Directie Personeelsmanagement Rijksdienst

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

gelet op het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel,

Artikel 1

In deze regeling wordt onder Besluit verstaan het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel.

Artikel 2

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van kost, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 341,00 per maand.

Artikel 3

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege ver-strekte genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 399,00 per maand.

Artikel 4

Het verschuldigde bedrag voor kost voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 261,00 per maand.

Artikel 5

Het verschuldigde bedrag voor inwoning voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 268,00 per maand.

Artikel 6

Bij geoorloofde afwezigheid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit gesteld op f 8,25 per dag.

Artikel 7

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming van de woning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b, van het Besluit, wordt gesteld op f 108,00.

Artikel 8

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van energie voor kookdoeleinden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub c, van het Besluit wordt gesteld op f 44,00.

Artikel 9

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van electrische energie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub d, van het Besluit, wordt gesteld op f 40,00.

Artikel 10

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van leidingwater, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub e, van het Besluit, wordt gesteld op f 33,00.

Artikel 11

Het verschuldigde bedrag voor het privé-gebruik van een dienstauto bedoeld in artikel 3a, eerste lid, bedraagt 36 cent per afgelegde kilometer.

Artikel 12

De regeling van 8 december 1999, nr. AD1999/U97005 (Stcrt. 243), wordt ingetrokken.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze
,
de

directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

M.J. van Rijn