Bijlage 1
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
[Red: De overige onderdelen van de bijlage liggen ter inzage bij het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.]
2.2. Algemene examenbeschrijving
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Deze examenbeschrijving geldt voor alle vakken en programma’s in alle leerwegen: de
basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg
en de theoretische leerweg. Specifieke zaken zijn vermeld in de examenbeschrijving
per vak of programma.
Het examen
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Het examen bestaat per vak of programma uit
De volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel kennen uitsluitend een schoolexamen:
maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken.
Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken uit
het sectordeel en de vakken of programma’s uit het vrije deel die tot het eindexamen
vmbo kunnen behoren, is er zowel een schoolexamen als een centraal examen.
Als het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen is de richtlijn
dat het schoolexamen betrekking heeft op ongeveer 2/3 deel van het examenprogramma
en het centraal examen op ongeveer 1/3 deel. Het schoolexamen omvat ten minste die
exameneenheden die niet in het centraal examen worden getoetst.
In de specifieke examenbeschrijvingen per vak of programma is aangegeven welke exameneenheden
in het schoolexamen en welke exameneenheden in het centraal examen worden of kunnen
worden getoetst.
Examenprogramma per leerweg
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Voor de basisberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit de eindtermen
van het kerndeel, voor zover deze niet gecursiveerd zijn.
Voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit het kerndeel
en voor de beroepsgerichte programma’s bovendien uit het verrijkingsdeel dat voor
deze leerweg is vastgesteld.
Voor de gemengde leerweg en voor de theoretische leerweg bestaat het examenprogramma
uit het kerndeel en het verrijkingsdeel van de algemene vakken. Voor de beroepsgerichte
programma’s in de gemengde leerweg gelden de exameneenheden van het kerndeel.
Voor de basisberoepsgerichte leerweg, voor de algemene vakken van de kaderberoepsgerichte
leerweg en voor de beroepsgerichte programma’s van de gemengde leerweg zijn de verrijkingsdelen
facultatief en maken geen deel uit van het examenprogramma.
De algemene onderwijsdoelen van de preambule zijn per algemeen vak en per beroepsgericht
programma uitgewerkt in het examenprogramma. De preambule maakt derhalve evenmin deel
uit van het examenprogramma.
Schematisch
|
Basisberoeps-gerichte leerweg
|
Kaderberoeps-gerichte leerweg
|
Gemengde leerweg
|
Theoretische leerweg
|
Algemene vakken
|
kerndeel (niet: de cursiveringen)
|
kerndeel
|
kerndeel en verrijkingsdeel
|
kerndeel en verrijkingsdeel
|
Beroepsgerichte programma’s
|
kerndeel (niet: de cursiveringen)
|
kerndeel en verrijkingsdeel
|
kerndeel gemengd
|
n.v.t.
|
Het centraal examen
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Het centraal examen kan bestaan uit:
-
een centraal schriftelijk examen (cse)
-
een centraal praktisch examen (cpe)
-
een centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe)
-
een centrale integratieve eindtoets
-
een centraal schriftelijk examen (cse)
Het gaat om een toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten, eventueel met behulp
van informatie- en communicatietechnologie, schriftelijk beantwoorden. De beoordeling
vindt plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift.
-
een centraal praktisch examen (cpe)
Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij zowel het
proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld. De beoordeling vindt plaats
door de examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria. Er is sprake van
medebeoordeling door een door de directeur aan te wijzen tweede examinator.
-
een centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) Het gaat om een centraal vastgestelde
toets, waarvan zowel praktische opdrachten deel uitmaken als vragen en/of opdrachten
die kandidaten mondeling, schriftelijk of met behulp van informatie- en communicatietechnologie
beantwoorden. De beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende
beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door een door de directeur
aan te wijzen tweede examinator.
-
een centrale integratieve eindtoets (cie)
Het gaat om een centraal vastgestelde opdracht over het verrijkingsdeel waarbij exameneenheden
uit het kerndeel betrokken kunnen worden. De beoordeling vindt plaats door de examinator
aan de hand van bindende beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door
een door de directeur aan te wijzen tweede examinator.
Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk examen
afgenomen. Een uitzondering hierop vormen de beeldende vakken, die zowel een centraal
schriftelijk als een centraal praktisch examen kennen.
In het volgende schema is per beroepsgericht programma gespecificeerd welke onderdelen
van toepassing zijn.
Beroepsgerichte programma's
|
Basis-beroeps-gerichte leerweg
|
Kader-beroeps-gerichte leerweg
|
Gemengde
leerweg
|
cse
|
|
|
X
|
cspe
|
X
|
X
|
|
Een zitting van het centraal schriftelijk examen voor de basisberoepsgerichte leerweg
duurt tussen 60 en 90 minuten, De CEVO stelt de precieze tijdsduur van het centraal
schriftelijk examen voor de basisberoepsgerichte leerweg vast.
Een zitting bij het centraal schriftelijk examen voor de kaderberoepsgerichte, de
gemengde en de theoretische leerweg duurt 120 minuten.
Het schoolexamen
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen
-
schriftelijke en mondelinge toetsen
Het werk wordt beoordeeld aan de hand van een correctievoorschrift waarin mogelijke
antwoorden en een puntenverdeling zijn opgenomen.
-
praktische opdrachten
Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor, waarbij zowel het
proces als het product wordt beoordeeld. Beoordeling vindt plaats aan de hand van
vooraf aan de kandidaat bekend gemaakte criteria. De kandidaat kan de praktische opdracht
de vorm geven van een product of werkstuk of een presentatie.
Elke kandidaat dient ten minste twee praktische opdrachten van ten minste 10 uur te
hebben uitgevoerd.
-
toetsen waarvan zowel praktische opdrachten deel uitmaken als vragen en/of opdrachten
die kandidaten mondeling, schriftelijk of met behulp van informatie- en communicatietechnologie
beantwoorden.
-
een handelingsdeel
In het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door de examinator
moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd.
De uitvoering van een opdracht die tot het handelingsdeel behoort, blijkt uit een
notitie van de kandidaat waarin aandacht besteed is aan de ervaring met de opdracht.
Deze notitie maakt deel uit van het handelingsdeel.
Per leerling bestaat het handelingsdeel uit de verschillende vakspecifieke delen en
uit een vakoverstijgend deel. Het vakoverstijgende deel per leerling bevat ten minste
een opdracht in het kader van oriëntatie op leren en werken.
-
een sectorwerkstuk voor de kandidaten van de gemengde en de theoretische leerweg
Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgende thematiek die past binnen
de sector. De kandidaat dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20 uur te besteden.
Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. De beoordeling
vindt plaats door minimaal twee docenten aan de hand van criteria die vooraf aan de
kandidaat bekend zijn gemaakt. Het sectorwerkstuk moet met een voldoende resultaat
worden afgesloten en wordt apart op de cijferlijst vermeld. In plaats van de waardering
voldoende kan ook de waardering goed worden toegekend. Het sectorwerkstuk weegt niet
mee in het cijfer voor het schoolexamen van afzonderlijke vakken.
De toetsen en opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen, dienen aantoonbaar
representatief te zijn voor de desbetreffende eindtermen uit het examenprogramma.
De vakspecifieke vaardigheden dienen een substantieel onderdeel te zijn van de toetsing
in het schoolexamen. De basisvaardigheden zoals genoemd in de exameneenheden K/2 van
de algemene vakken, dienen gespreid over de vakken in het schoolexamen te worden opgenomen.
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Het examendossier bevat
-
een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten
-
een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen
-
informatie over het handelingsdeel
Het examendossier kan gespreid over het derde en vierde leerjaar worden opgebouwd.
Voor de theoretische en de gemengde leerweg begint de opbouw van het dossier in ieder
geval in het derde leerjaar omdat het dossier ook de afsluiting van de verplichte
extra vakken van het derde leerjaar omvat waarin geen eindexamen wordt afgelegd. Ook
wanneer vakken die alleen een schoolexamen kennen - de vakken maatschappijleer, lichamelijke
opvoeding en de kunstvakken uit het gemeenschappelijk deel - in het derde leerjaar
worden afgesloten, begint de opbouw van het dossier in het derde leerjaar.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
ICT maakt onderdeel uit van de beroepsgerichte programma’s. ICT is ook onderdeel van
de exameneenheid Basisvaardigheden van de algemene vakken. Als zodanig maakt ICT verplicht
onderdeel uit van het schoolexamen en kan bij het centraal examen gebruik gemaakt
worden van ICT-toepassingen. Indien bij het centraal examen gebruik gemaakt wordt
van ICT-toepassingen maakt de CEVO dit tijdig bekend.
Het eindcijfer
[Regeling vervallen per 01-08-2007]
Het eindcijfer voor het examen komt als volgt tot stand. Per vak of programma wordt
het cijfer voor het schoolexamen gecombineerd met het cijfer voor het centraal examen.
Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het schoolexamen voor
2/3 en het cijfer voor het centraal examen voor 1/3 het eindcijfer bepaalt.
Voor de overige leerwegen bepalen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor
het centraal examen elk de helft
Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor
de toetsen en praktische opdrachten, zodanig dat er aantoonbaar sprake is van een
evenwichtige bijdrage van de verschillende onderdelen. In het Programma van Toetsing
en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende onderdelen van het examendossier
vast.