Wijzigingsbesluit Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen

Geraadpleegd op 30-10-2024.
Geldend van 01-09-2003 t/m heden

Besluit van 27 maart 2000, houdende wijziging van het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 1999, kenmerk GZB/C&O/2022018;

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, onderdeel a, 2, 3, 6, 9, 10, 12, derde lid, en 24 van de Wet op de Gevaarlijke Werktuigen;

De Raad van State gehoord (advies van 28 januari 2000, nr. W13.99.0611/III);

Gezien het nader rapport van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 maart 2000, nr GZB/C&O/2047004;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onder B, dat voor voorzieningen met betrekking tot het zich te water begeven als bedoeld in de Wet hygiëne en veiligheid zweminrichtingen die reeds in gebruik zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, in werking treedt met ingang van de eerste dag van de twaalfde kalendermaand na de datum van uitgifte van voornoemd Staatsblad.

De artikelen 6, 7 derde lid, 8 tweede lid, en 14 eerste lid, van het Warenwetbesluit attractie en speeltoestellen zijn niet van toepassing op voorzieningen met betrekking tot het zich te water begeven als bedoeld in de Wet hygiëne en veiligheid zweminrichtingen die reeds in gebruik zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 maart 2000

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de twintigste april 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals