Met de Overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs lom en
mlk (Uitleg OCenW-Regelingen 1998, 24) zijn de zittende leraren uit het voormalige
vso-lom en vso-mlk die een zogenaamde Pabo-bevoegdheid bezitten en in de afgelopen
vijf jaar na de samenvoeging van een school of afdeling voor svo met een school voor
voortgezet onderwijs dan wel omzetting van die school of afdeling in een school of
afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch-didactisch centrum in een
vak ten minste vijfhonderd lesuren hebben gegeven, voor dat vak bevoegd geworden in
het mavo, vbo, praktijkonderwijs, en in een orthopedagogisch-didactisch centrum. Zijn
die vijfhonderd lesuren gegeven aan leerlingen die zich voorbereiden op het eindexamen,
dan geldt de bevoegdheid voor alle leerjaren. Zo niet, dan uitsluitend voor de leerjaren
1 en 2, en voor leerjaar 3 voor zover het betreft de basisvorming. De regeling Aanvullingen
overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs voor lom en mlk
(Uitleg OCenW-Regelingen 1999, 18b) voorziet in een nadere regeling voor een aantal
gebleken praktijksituaties.
Met de regeling onderwijsbevoegdheid leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
(Uitleg OCenW-Regelingen 1999, 14) zijn de bezitters van een zogenaamde Pabo-bevoegdheid
ook regulier bevoegd geworden voor een aantal vakken in het mavo, vbo, praktijkonderwijs,
en in een orthopedagogisch-didactisch centrum, voor zoverdit onderwijs wordt gegeven
aan groepen van uitsluitend geïndiceerde leerlingen.
Verder wordt nu een regeling getroffen waarmee de zittende leraren afkomstig uit het
voormalige vso-lom en vso-mlk die in het bezit zijn van een zogenaamde NLO-akte of
van een tweedegraads hbo-getuigschrift van de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs,
die volgens de onderwijsbevoegdhedenregeling van de voormalige Wet ISOVSO ook bevoegd
zijn voor de zogenaamde groepsvakken, ook onder de werking van de eerdergenoemde regeling
Onderwijsbevoegdheid leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs worden gebracht.
Het betreft hier de akten genoemd onder de nummers 7.1 en 7.2, en de getuigschriften
genoemd onder de nummers 2.41, 7.3, 7.4 en 8.7 van de Lijst van bewijzen van bekwaamheid
OWVO behorend bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid OWVO.
Faciliteiten voor voormalige leraren uit het vso-lom en vso-mlk die een bevoegdheid
voor het voortgezet onderwijs willen behalen
Er zijn leraren die wel bij de hiervoor bedoelde omzetting zijn betrokken, maar niet
onder de Overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs lom
en mlk vallen, omdat zij voor geen enkel vak voldoen aan de voorwaarde dat zij daarin
ten minste vijfhonderd lesuren bevoegd hebben gegeven. Mocht van hun kant hiervoor
voldoende belangstelling bestaan, dan zullen deze leraren in de gelegenheid worden
gesteld om een tweedegraads hbo-getuigschrift te behalen waarmee zij ook in het voortgezet
onderwijs als bevoegd leraar kunnen werken. In dat geval zal ik voor deze leraren
de hierna volgende maatregelen treffen.
Er zullen aan drie hogescholen met een opleiding voor het speciaal onderwijs (de Hogeschool
van Utrecht, de Hogeschool Fontys te Tilburg, en de Christelijke Hogeschool Windesheim
te Zwolle) tweedegraads applicatieopleidingen voor de vakken Nederlands, aardrijkskunde,
geschiedenis en wiskunde worden aangeboden. Om het volgen van een van deze applicatieopleidingen
te vergemakkelijken, zal ik verder een regeling treffen waarmee aan de betrokken scholen
extra faciliteiten kunnen worden toegekend. Deze extra faciliteiten zullen bestaan
uit de volledige vergoeding van de cursuskosten en de kosten voor vervanging van de
zich scholende leraar. En tenslotte zullen de getuigschriften die worden uitgereikt
aan de deelnemers die het examen voor de desbetreffende applicatieopleiding met goed
gevolg hebben afgelegd, worden opgenomen in de Lijst van bewijzen van bekwaamheid
OWVO, behorend bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid OWVO.