Wijzigingswet Politiewet 1993, enz. (overdracht beheer Korps landelijke politiediensten [...] van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

[Regeling vervallen per 14-11-2007.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2000 t/m 13-11-2007

Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Politiewet 1993 en de Wet politieregisters in verband met de overdracht van het beheer van het Korps landelijke politiediensten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Politiewet 1993 en de Wet politieregisters te wijzigen in verband met de overdracht van het beheer van het Korps landelijke politiediensten van Onze Minister van Justitie aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]

Artikel V

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

  • 1 Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet gaan van rechtswege over naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de ambtenaren van het Ministerie van Justitie, werkzaam bij

    • a. het Korps landelijke politiediensten, of

    • b. een ander onderdeel van het Ministerie van Justitie, voor zover de functie van de ambtenaar geheel of grotendeels bestaat uit het verrichten van werkzaamheden ter ondersteuning van het beheer van het Korps landelijke politiediensten, en van wie naam en functie zijn vermeld op een door Onze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vastgestelde lijst.

  • 2 De overgang van de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde ambtenaren vindt plaats met een rechtspositie die gelijk is aan die welke voor ieder van hen gold bij het Ministerie van Justitie.

  • 3 De overgang van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaren vindt plaats met een rechtspositie die als geheel gelijkwaardig is aan die welke voor ieder van hen gold bij het Ministerie van Justitie.

Artikel VI

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

  • 1 De vermogensbestanddelen van de Staat die aan het Ministerie van Justitie, onderdeel Korps landelijke politiediensten, worden toegerekend, worden toebedeeld aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de datum van inwerkingtreding van deze wet.

  • 2 Archiefbescheiden van het Ministerie van Justitie, onderdeel Korps landelijke politiediensten, gaan met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet over naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel VII

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

  • 1 In wettelijke procedures en rechtsgedingen, waarbij het Korps landelijke politiediensten is betrokken, treedt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de plaats van Onze Minister van Justitie.

  • 2 In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 12 van de Wet Nationale ombudsman aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman op grond van artikel 15 van die wet een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan het Korps landelijke politiediensten, treedt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op dat tijdstip als bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman in de plaats van Onze Minister van Justitie.

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 22 december 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Uitgegeven achtentwintigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven