Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan in
overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister
voor Grote Steden- en Integratiebeleid en Onze Minister van Financiën van 13 juli
1999, nr. AM/RAW/99/35349;
Gelet op artikel 3, eerste en vierde lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;
De Raad van State gehoord (advies van 7 september 1999, nr. W12.99.033/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uitgebracht
in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister
voor Grote Steden- en Integratiebeleid en Onze Minister van Financiën van 10 december
1999, nr. AM/RAW/99/78514;
Hebben goedgevonden en verstaan: