Stimuleringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 1999

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 17-04-1999 t/m 30-12-2004

Stimuleringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 1999

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies

Besluit:

Hoofdstuk 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • Regionale Expertisecentra in oprichting: scholen in een geografisch aaneengesloten gebied, die de intentie hebben vastgelegd, de taken genoemd in artikel 5, eerste lid na te streven en te voldoen aan de samenstelling genoemd in artikel 5, tweede lid;

  • School: een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8, eerste lid tweede volzin van de Wet op de expertisecentra danwel een afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen genoemd in artikel XXXIII, tweede lid van de wet van 2 april 1998, staatsblad 228, 1998;

  • Wegbereiders: De wegbereiders, genoemd in de voorlichtingspublicatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 14 maart 1998, kenmerk PO/PJ-98/11615N (Uitleg Gele Katern, 1998, 9).

Artikel 2. Doel subsidieverstrekking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Met de subsidie wordt beoogd in 1999 de vorming van Regionale Expertisecentra in oprichting te stimuleren en te faciliteren.

Artikel 3. Hoogte en berekeninggrondslag subsidie

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal scholen dat deelneemt in het Regionaal Expertisecentrum in oprichting vermenigvuldigd met een bedrag van ƒ 7000,-;

  • 2 Scholen kunnen slechts in één Regionaal Expertisecentrum in oprichting deelnemen.

Hoofdstuk 2. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 4. Aanvraagprocedure

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen dient het bevoegd gezag van de coördinerende school van het Regionaal Expertisecentum in oprichting een aanvraag in met inachtneming van de volgende leden.

  • 2 Bij de aanvraag dienen de gegevens van de coördinerende school en de deelnemende scholen in het Regionaal Expertisecentrum in oprichting vermeld te worden: brinnummer, naam van de school en adres van de school.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van de intentieverklaring en een afschrift van het gezamenlijk vastgestelde verslag van het gesprek met de wegbereiders over de vorming van een Regionaal Expertisecentrum in oprichting, bedoeld in artikel 6.

  • 4 In de aanvraag wordt een contactpersoon genoemd van de coördinerende school onder vermelding van diens functie en telefoonnummer waaronder deze bereikbaar is.

  • 5 De aanvraag dient te worden ingediend bij de Centrale Financiën Instellingen, postbus 606, 2700 ML Zoetermeer t.a.v. CFI/TBD onder vermelding van: Aanvraag subsidie REC in oprichting.

  • 6 De aanvraag dient uiterlijk 27 september 1999 te zijn ingediend. Aanvragen die na deze datum worden ingediend worden afgewezen.

Hoofdstuk 3. Subsidieverlening en verplichtingen van het Regionaal Expertisecentrum in oprichting

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 5. Taken en samenstelling Regionaal Expertisecentrum in oprichting

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De scholen die deel uitmaken van het Regionaal Expertisecentrum in oprichting stellen zich tot doel de volgende taken te gaan verrichten;

    • a. het bieden van onderwijs aan gehandicapte leerlingen die zijn ingeschreven op één van de deelnemende scholen;

    • b. het verzorgen van ambulante begeleiding voor leerlingen die buiten dit Regionaal Expertisecentum in oprichting naar school gaan en die specifieke ondersteuning behoeven die vanuit dit Regionaal Expertisecentum in oprichting gegeven kan worden;

    • c. het verrichten van handelingsgerichte diagnostiek voor leerlingen die zijn ingeschreven op één van de deelnemende scholen en op verzoek van andere scholen of andere Regionale Expertisecentra in oprichting;

    • d. het bieden van advies en collegiale consultatie op verzoek van scholen of andere Regionale Expertisecentra in oprichting;

    • e. op verzoek van scholen of andere Regionale Expertisecentra in oprichting kan door therapeuten en/of logopedisten onderwijsondersteuning worden geboden aan leerlingen die daar specifiek behoefte aan hebben;

    • f. het inrichten van een depot aan hulpmiddelen en deze hulpmiddelen op verzoek van scholen of Regionale Expertisecentra in oprichting beschikbaar stellen aan gehandicapte leerlingen die daar specifiek behoefte aan hebben;

    • g. het onderhouden en ontwikkelen van de eigen expertise in samenspraak met andere Regionale Expertisecentra in oprichting uit hetzelfde cluster, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Inzake de samenstelling van de Regionaal Expertisecentrum in oprichting geldt de volgende voorwaarde:

    • Een Regionaal Expertisecentrum in oprichting bestaat uit tenminste één van de volgende clusters van scholen waar onderwijs wordt gegeven aan:

      • 1. visueel gehandicapte leerlingen;

      • 2. dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden;

      • 3. zeer moeilijk lerende kinderen, lichamelijk gehandicapte kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen waarbij een lichamelijke of verstandelijke handicap dominant is, evenals langdurig zieke kinderen waarbij een lichamelijke handicap dominant is;

      • 4. zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen waarbij een gedragsmatige handicap dominant is, kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten, indien in het geografisch aangesloten gebied een pedologisch instituut aanwezig is;

Artikel 6. Toekenningsvoorwaarden

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De besturen van de in het Regionaal Expertisecentrum in oprichting deelnemende scholen hebben aantoonbare stappen gezet om tot een Regionaal Expertisecentrum in oprichting te komen. Daarvoor hebben zij in ieder geval een intentieverklaring ondertekend, waarin is vastgelegd dat zij een Regionaal Expertisecentrum in oprichting willen vormen en waarin de activiteiten zijn omschreven die zij zullen ondernemen om te komen tot een Regionaal Expertisecentrum in oprichting dat in staat is de taken genoemd in artikel 5, eerste lid, uit te voeren.

  • 2 Een Regionaal Expertisecentrum in oprichting dient een gesprek met de wegbereiders te hebben gevoerd en kan hiervan het met de wegbereiders gezamenlijk vastgestelde verslag overleggen.

  • 3 Aan de hand van de overgelegde intentieverklaring en het overgelegde gezamenlijke vastgestelde verslag stelt de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen vast welke van de scholen die worden genoemd in de door de coördinerende school ingediende aanvraag, kunnen gaan voldoen aan de taken genoemd in artikel 5, eerste lid. Het aantal aldus door de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen aangewezen scholen die deel gaan uitmaken van een Regionaal Expertisecentrum, vormt de berekeningsgrondslag voor het aan de coördinerende school toe te kennen subsidiebedrag.

Artikel 7. Betaling van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Binnen 13 weken nadat een aanvraag is ingediend, wordt vastgesteld of een Regionaal Expertisecentrum in oprichting in aanmerking komt voor de subsidie. Indien de subsidie wordt verleend, wordt zij uiterlijk in de maand daaropvolgend betaalbaar gesteld aan de coördinerende school.

Artikel 8. Besteding overeenkomstig doel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de vorming van een Regionaal Expertisecentrum in oprichting waarvoor de subsidieverlening bestemd is

Hoofdstuk 4. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 9. Vaststelling van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Vóór 1 juli 2000 dient de subsidie-ontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij de Centrale Financiën Instellingen. De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel en een activiteitenverslag. De aanvraag tot vaststelling behoeft niet van een accountantsverklaring te zijn voorzien.

  • 2 De coördinerende school waarvoor de definitieve subsidie wordt vastgesteld verneemt dit uiterlijk 13 weken na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3 Subsidie die niet voor 1 juli 2000 is besteed aan activiteiten die leiden tot de vorming van een Regionaal Expertisecentrum in oprichting zullen worden teruggevorderd, met uitzondering van reeds aangegane verplichtingen.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 10. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen waarin deze regeling wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Stimuleringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 1999.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

drs. K.Y.I.J. Adelmund

Naar boven