Aan het op 26 maart 1996 tussen Nederland en Belarus gesloten Verdrag tot het vermijden
van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking
tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en het Protocol bij dat Verdrag
(Trb. 1996, 119), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken
ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van het Verdrag
en onderdelen van het Protocol:
-
a. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op voordelen ontvangen uit de
exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer, afkomstig uit
Belarus en genoten door een onderneming die inwoner is van Nederland en haar werkelijke
leiding in Nederland heeft (artikel 8, eerste lid);
-
b. vermindering tot 15 percent van de Belarussische belasting op dividenden, betaald
door een lichaam dat inwoner van Belarus is aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is (artikel 10, tweede lid, onderdeel b);
-
c. vermindering tot 5 percent van de Belarussische belasting op dividenden, betaald
door een lichaam dat inwoner van Belarus is aan een lichaam (niet zijnde een maatschap
of een vennootschap onder firma) dat inwoner van Nederland is, indien dat lichaam
de uiteindelijk gerechtigde daarvan is en het onmiddellijk ten minste 25 percent bezit
van het kapitaal van het Belarussische lichaam dat de dividenden betaalt (artikel
10, tweede lid, onderdeel a);
-
d. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op dividenden, betaald door
een lichaam dat inwoner van Belarus is aan lichaam (niet zijnde een maatschap of een
vennootschap onder firma) dat inwoner van Nederland is, indien dat lichaam de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is en:
-
i) het onmiddellijk ten minste 50 percent bezit van het kapitaal van het Belarussische
lichaam dat de dividenden betaalt en indien in het kapitaal van het Belarussische
lichaam dat de dividenden betaalt ten minste 250.000 ECU geïnvesteerd is, of
-
ii) het onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het Belarussische
lichaam dat de dividenden betaalt en wiens investering in het kapitaal van het Belarussische
lichaam dat de dividenden betaalt direct of indirect is gegarandeerd of verzekerd
door de Regering van Nederland (artikel 10, derde lid);
-
e. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op uit Belarus afkomstige interest,
indien de schuldenaar of de genieter van de interest de Verdragsluitende Staat zelf,
een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of de Centrale
Bank van de Verdragsluitende Staat is (artikel 11, derde lid, onderdeel a);
-
f. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op uit Belarus afkomstige interest,
indien deze wordt betaald ter zake van een lening die is goedgekeurd door de Regering
van Belarus (artikel 11, derde lid, onderdeel b);
-
g. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op uit Belarus afkomstige interest,
indien deze wordt betaald ter zake van een lening ver-strekt, gegarandeerd of verzekerd
door de Regering of de Centrale Bank van Nederland of door enig agentschap dat of
enige instantie (waaronder begrepen een financiële instelling) die eigendom is van
of wordt beheerst door de Regering van Nederland (artikel 11, derde lid, onderdeel
c);
-
h. algehele vrijstelling van de Belarussische belasting op uit Belarus afkomstige interest,
indien deze wordt betaald ter zake van een lening ver-strekt of gegarandeerd door
een financiële instelling met de doelstelling de ontwikkeling in Belarus te promoten,
of deze wordt betaald ter zake van een lening of krediet ter financiering van de verwerving
van industriële, commerciële, handels-, medische of wetenschappelijke uitrustingen
(artikel 11, derde lid, onderdeel d);
-
i. vermindering tot 5 percent van de Belarussische belasting op de niet onder de onderdelen
e, f, g en h vallende interest, afkomstig uit Belarus en betaald aan een inwoner van
Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 11, tweede lid);
-
j. vermindering tot 10 percent van de Belarussische belasting op royalty’s ontvangen
als vergoedingen voor het gebruik van, of het recht van gebruik van, een auteursrecht
op een werk op het gebied van letterkunde kunst of wetenschap, daaronder begrepen
bioscoopfilms en films of beeld- en geluidsbanden voor radio- of televisie-uitzendingen,
afkomstig uit Belarus en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede lid, onderdeel a);
-
k. vermindering tot 5 percent van de Belarussische belasting op royalty’s ontvangen
als vergoeding voor het gebruik van, of het recht van gebruik van, nijverheids- en
handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting (daaronder begrepen voertuigen voor
de weg en vrachtwagens), afkomstig uit Belarus en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede lid, onderdeel b);
-
l. vermindering tot 3 percent van de Belarussische belasting op royalty’s ontvangen
als vergoeding voor het gebruik van, of het recht van gebruik van, een octrooi, een
fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een
geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid,
handel en wetenschap, afkomstig uit Belarus en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede lid, onderdeel c).
De in de onderdelen b, c, i, j, k en l van dit artikel vermelde verminderingen worden
berekend over het brutobedrag van de dividenden, interest en royalty’s.
De in onderdelen b, c, i, j, k en l van dit artikel vermelde verminderingen zijn niet
van toepassing indien de genieter van de dividenden, de interest of de royalty’s in
Belarus een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting
of in Belarus zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt,
en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering
uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of het recht of de zaak uit hoofde waarvan
de royalty’s worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of
tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort (artikel 10, zevende lid,
respectievelijk artikel 11, zesde lid, en artikel 12, vierde lid).