Wet van 17 december 1998, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan
1999)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het belastingplan
1999 wenselijk is maatregelen te treffen in het kader van het inkomensbeleid, een
bijdrage te leveren aan een verdere vergroening van het fiscale stelsel en in samenhang
daarmee het prijsindexcijfer van de Wet op de studiefinanciering te wijzigen, om maatregelen te nemen in het kader van auto en vervoer, met name ter
bevordering van milieuvriendelijke vervoersmodaliteiten, en voorts om enige andere
belastingmaatregelen te treffen waaronder aanpassingen van de Wet op de inkomstenbelasting
1964 in verband met het voorkomen van ongewenste renteaftrek vooruitlopend op de herziening
van het belastingstelsel in het kader van de 21e eeuw;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: