Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 november 1998, Directie Algemeen- en Sociaal-Economische Aangelegenheden, nr. ASEA/LIV/98/36774;
Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen;
De Raad van State gehoord (advies van 10 december 1998, no. W12.98.0553);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 1998, directie Algemeen- en Sociaal-Economische Aangelegenheden, nr. ASEA/LIV/98/40394;
Hebben goedgevonden en verstaan: