Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering te privatiseren en in verband hiermee de Wet van 13 december 1972 tot bevriezing van het kinderbijslagbedrag voor het eerste kind, alsmede oprichting van het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering, in te trekken en enige aanvullende voorzieningen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Definities
[Vervallen per 11-04-2018]
In deze wet wordt verstaan onder:
Artikel 2. Aanwijzing van een stichting
[Vervallen per 11-04-2018]
2 De middelen, bedoeld in het eerste lid, bestaan uit de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, alsmede uit de door beleggingen van middelen verkregen resultaten.
Artikel 3. Vermogensoverdracht
[Vervallen per 11-04-2018]
2 Het bestuur van het fonds doet van de in het eerste lid bedoelde vermogensbestanddelen door een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 1, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een verklaring opstellen, die door de stichting wordt neergelegd ten kantore van de Kamer van Koophandel.
3 Ingeval op grond van het eerste lid registergoederen overgaan zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek plaatsvinden. De daartoe benodigde opgaven worden door de zorg van het bestuur van het fonds aan de bewaarders van de desbetreffende registers gedaan.
Artikel 4. Archiefoverdracht
[Vervallen per 11-04-2018]
Archiefbescheiden van het fonds gaan met ingang van de datum waarop het besluit tot aanwijzing van de stichting in werking treedt over naar de stichting, voorzover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.
Artikel 5. Toezicht
[Vervallen per 11-04-2018]
5 Indien het bestuur van de stichting in gebreke blijft binnen de gestelde termijn gevolg te geven aan een aanwijzing als bedoeld in het derde lid, stelt de Nederlandsche Bank, voorzover de aanwijzing geen betrekking heeft op de wijze waarop de stichting het beheer over haar middelen voert, Onze Minister hiervan in kennis.
6 Kennisgeving aan Onze Minister als bedoeld in het vijfde lid, vindt niet plaats alvorens de termijn voor het instellen van beroep tegen de aanwijzing, bedoeld in het derde lid, is verstreken, dan wel nadat op het ingestelde beroep definitief is beslist.
Artikel 6. Ondertoezichtstelling
[Vervallen per 11-04-2018]
1 Indien het bestuur van de stichting in gebreke blijft gevolg te geven aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 5, derde lid, kan de Nederlandsche Bank, voorzover de aanwijzing betrekking heeft op de wijze waarop de stichting haar middelen beheert, aan het bestuur van de stichting aanzeggen dat vanaf een bepaald tijdstip de organen van de stichting, dan wel de voor de stichting werkzame organen, die bevoegd zijn tot het beheren van de middelen van de stichting, hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door een of meer door de Nederlandsche Bank daartoe aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen.
2 Indien naar het oordeel van de Nederlandsche Bank onverwijld ingrijpen noodzakelijk is kan zij zonder voorafgaande aanwijzing als bedoeld in artikel 5, derde lid, onmiddellijk tot de aanzegging, bedoeld in het eerste lid, overgaan nadat zij het bestuur van de stichting in de gelegenheid heeft gesteld haar mening over de onmiddellijke uitvoering te geven.
Artikel 7. Verslaglegging en informatieverplichting
[Vervallen per 11-04-2018]
1 Het bestuur van de stichting legt aan de Nederlandsche Bank jaarlijks voor 1 juli een door een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 1, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gecontroleerd verslag van het voorgaande boekjaar over, waarin een volledig beeld van de financiële toestand van de stichting wordt gegeven en waaruit ten genoegen van de Nederlandsche Bank blijkt dat aan deze wet wordt voldaan. Het boekjaar van de stichting loopt gelijk met het kalenderjaar.
3 Het bestuur van de stichting verstrekt de Nederlandsche Bank een afschrift van haar statuten, stelt de Nederlandsche Bank in kennis van een voornemen tot wijziging van de statuten en verstrekt de Nederlandsche Bank onverwijld een authentiek gewaarmerkt afschrift van de notariële akte waarin een statutenwijziging is neergelegd.
4 Indien het bestuur van de stichting ter nadere uitwerking van de doelstelling een reglement opstelt zendt het dit reglement, alsmede iedere wijziging hiervan, onverwijld ter kennisneming aan de Nederlandsche Bank.
Artikel 8. Informatie- en medewerkingsplicht
[Vervallen per 11-04-2018]
1 Inlichtingen uit de basisregistratie personen en inlichtingen en uittreksels uit de registers van de burgerlijke stand, die met het oog op uitvoering van de doelstelling worden gevraagd, zijn vrij van leges.
2 Indien de stichting voorziet in aanvullende pensioenvoorzieningen van werkloze werknemers, verlenen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de pensioenuitvoerders waaraan bijdragen worden uitgekeerd, tegen een redelijke kostenvergoeding hun medewerking aan de uitvoering hiervan. Onder werkloze werknemer wordt verstaan de werknemer die werkloos is als bedoeld in artikel 16 van de Werkloosheidswet en als gevolg daarvan een door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vastgesteld recht op een uitkering op grond van die wet heeft.
Artikel 9. Kosten
[Vervallen per 11-04-2018]
De kosten verbonden aan:
a. de administratieve werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van de doelstelling;
b. het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 8, tweede lid;
c. het toezicht door de Nederlandsche Bank, bedoeld in artikel 5, eerste lid;
d. de door de Nederlandsche Bank te verrichten activiteiten of te nemen maatregelen die voortvloeien uit het toezicht;
komen ten laste van de stichting.
Artikel 10. Burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer
[Vervallen per 11-04-2018]
1 Het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer kan door de stichting in een door haar beheerde persoonsregistratie worden opgenomen en bij het verstrekken van gegevens daaruit worden gebruikt.
Artikel 11. Geheimhouding
[Vervallen per 11-04-2018]
In de statuten van de stichting wordt opgenomen dat een ieder die direct of indirect betrokken is bij de uitvoering van deze wet door de stichting en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, verplicht is tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Artikel 12. Geschillen
[Vervallen per 11-04-2018]
Van burgerlijke rechtsvorderingen terzake van geschillen inzake het voorzien in aanvullende pensioenvoorzieningen door de stichting neemt de kantonrechter kennis.
[Vervallen per 11-04-2018]
[Red: Wijzigt de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.]
Artikel 14. Overgangsbepaling
[Vervallen per 11-04-2018]
Door personen tot de dag van inwerkingtreding van het besluit tot aanwijzing van de stichting opgebouwde aanspraken, gebaseerd op artikel 4a van de FVP-wet, worden met ingang van de dag van inwerkingtreding van het besluit tot aanwijzing van de stichting, overgenomen door de stichting.
Artikel 15. Intrekking FVP-wet en opheffen fonds
[Vervallen per 11-04-2018]
2 Het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering is ontbonden met dien verstande dat, onverminderd artikel 3, tweede lid, het bestuur van het fonds nadien de jaarrekening en het jaarverslag van het fonds vast stelt tot aan de dag van inwerkingtreding van het besluit tot aanwijzing van de stichting.
3 Zolang bezwaar- of beroepstermijnen van het betreffende besluit nog niet zijn verstreken, blijft, in afwijking van het eerste lid, de rechtsgang van de FVP-wet van toepassing op besluiten:
Artikel 16. Inwerkingtreding
[Vervallen per 11-04-2018]
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 17. Citeertitel
[Vervallen per 11-04-2018]
Deze wet wordt aangehaald als: Wet privatisering FVP.