Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het kader van gewijzigde
bestuurlijke verhoudingen in het onderwijs nieuwe instrumenten voor kwaliteitsbeleid
te introduceren, voorschriften te geven voor sponsoring en de wetgeving voor het voortgezet
onderwijs aan te vullen en te verduidelijken met betrekking tot het Nederlands als
voertaal, het overgangsrecht in het kader van de lump-sum-regeling en de onroerende-zaakbelasting
op schoolgebouwen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
ARTIKEL II
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]
ARTIKEL III
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
ARTIKEL IIIA
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
ARTIKEL IV
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet medezeggenschap onderwijs 1992.]
ARTIKEL IVA
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet van 31 mei 1995, Stb. 318, inzake regeling lump sum en decentralisatie
rechtspositieregeling v.w.o.-a.v.o.-v.b.o..]
ARTIKEL V
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het primiar onderwijs en de Wet op de expertisecentra.]
ARTIKEL VI
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
-
2 Het onderwijs in het schooljaar, bedoeld in het eerste lid, wordt gegeven volgens
het schoolwerkplan dat is opgesteld op grond van de voorschriften die voorafgaand
aan de inwerkingtreding van deze wet golden.
-
3 Indien een bevoegd gezag voor het schooljaar, bedoeld in het eerste lid, op grond
van de wetgeving zoals die gold voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet een
nieuw schoolwerkplan moet opstellen, kan het bevoegd gezag een nieuw schoolwerkplan
vaststellen op grond van de voorschriften zoals die voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze wet golden, met dien verstande dat dit slechts betrekking heeft op het schooljaar
waarin deze wet in werking treedt of besluiten die vaststelling achterwege te laten
en het onderwijs te geven overeenkomstig het schoolwerkplan dat gold voor het schooljaar
voorafgaand aan inwerkingtreding van deze wet, onverminderd artikel VI, onderdeel
E, van de wet van 2 juli 1997, tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs,
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en
beroepsonderwijs in verband met verbetering van de aansluiting van het voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs en het hoger algemeen voortgezet onderwijs op het hoger
onderwijs (Stb. 322).
ARTIKEL VII
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
ARTIKEL IX
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Vervallen.]
ARTIKEL IXA
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
Een school voor voortgezet onderwijs ontvangt van het Rijk geen vergoeding voor belastingen
ter zake van onroerende zaken over de periode 1 januari 1997 tot 1 augustus 1997.
ARTIKEL IXB
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt deze wet.]
ARTIKEL IXC
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt deze wet.]
ARTIKEL IXD
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
ARTIKEL IXE
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
Indien het bij koninklijke boodschap van 14 februari 1997 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van enkele onderwijswetten en technische wijziging
van enkele andere wetten in verband met het totstandbrengen van onder meer een Wet
op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra (Kamerstukken I 1997/89, 25 409, nr. 198), tot wet wordt verheven en eerder dan of
tegelijk met de onderhavige wet in werking treedt, en de teksten van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in het Staatsblad zijn geplaatst, brengt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen de in de onderhavige wet voorkomende aanhalingen en verwijzingen vóór
de plaatsing in het Staatsblad in overeenstemming met de nieuwe nummering van de artikelen,
hoofdstukken, titels, afdelingen en paragrafen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs.
ARTIKEL X
[Regeling vervallen per 01-04-2020]
-
1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus volgend op de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met uitzondering van de artikelen III, onderdeel J, en IVa, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, waarbij artikel III, onderdeel J, terugwerkt tot en met 1 januari 1997.
-
2 Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 juli
1998, treedt, in afwijking van het eerste lid, artikel IXd in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.