Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni
1997, CSZ/BenO-979473;
Gelet op de artikelen 24 en 25 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
Gezien de adviezen van de Raad voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg
van september 1995 en van mei 1996;
De Raad van State gehoord (advies van 7 januari 1998, no. W13.97.0384);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
16 maart 1998, GVM/GGZ/981425;
Hebben goedgevonden en verstaan: