Ter uitvoering van artikel 2 lid 3 en artikel 6 lid 7 van het Bijdrage-Reglement van
het Nederlands Fonds voor de Film geldt het volgende:
1. Voor de distributie in Nederland van (low budget) lange speelfilms, documentairefilms
en overige fictiefilms met een vertoningsduur van tenminste 60 minuten, alsmede van
animatiefilms, overige fictiefilms en documentairefilms met een kortere vertoningsduur
dan 60 minuten die als voorprogramma worden ingezet bij theatervertoning kan een financiële
bijdrage worden aangevraagd, indien de film tot stand is gekomen met een financiële
bijdrage van het Bestuur van het Fonds.
2.1 Een distributiebijdrage kan uitsluitend worden verleend ter tegemoetkoming in
de kosten die betrekking hebben op:
-
a. de vervaardiging van vertoningskopieën van films (zowel 16 als 35 mm);
-
b. de vervaardiging van een trailer;
-
c. de vervaardiging van vertoningskopieën van trailers;
-
d. het drukken van affiches;
-
e. de aanmaak van persmappen;
-
f. de verveelvoudiging van fotomateriaal;
-
g. advertenties;
-
h. de werkzaamheden van een publiciteitsbureau;
-
i. de organisatie van de persvoorstelling;
-
j. de premièrekosten;
-
k. de overheadkosten tot maximaal 10% van de totale distributiekosten exclusief de overheadkosten.
2.2 Een bijdrage in verband met een distributiegarantie of een andersoortige bijdrage
van de distributeur in de productiekosten van de film wordt niet door het Bestuur
vergoed.
3. Voor de distributie van een film die reeds in de oorspronkelijke vorm, dan wel
als televisieserie via de Nederlandse of op Nederland gerichte televisie is uitgezonden,
wordt geen financiële bijdrage verstrekt. In afwijking hiervan kan het Bestuur een
financiële bijdrage verstrekken ten behoeve van de distributie van een jeugdfilm.
4.1 Een aanvraag voor een financiële bijdrage ten behoeve van de distributie van een
film dient te worden ingediend door de distributeur.
4.2 Ingeval de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon, dient de natuurlijke
persoon die deze rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigt en namens deze leiding
geeft aan de distributie van de film, aantoonbare ervaring te hebben als distributeur.
5. Aanvragen, ingediend later dan 14 dagen voor de eerste openbare vertoning van de
film in bioscoop en/of filmtheater, worden niet in behandeling genomen.
6. De financiële bijdrage wordt verstrekt aan de distributeur.
7. Het verstrekken van een financiële bijdrage voor de distributie van een film bindt
het Bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere bijdrage.
8. De hoogte van een financiële bijdrage voor de distributie van een film wordt door
het Bestuur per geval bepaald.
9. De financiële bijdrage voor de distributie bedraagt maximaal 50 % van de distributiekosten
tot ten hoogste f 50.000 per film.
10. Het totaal van de begrote distributiekosten van de film, waarvoor de financiële
bijdrage wordt aangevraagd, mag ten hoogste f 200.000 bedragen. Een aanvraag voor
een financiële bijdrage ten behoeve van een hoger distributiebudget wordt door het
Bestuur om deze reden afgewezen.
11. Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de distributie van een film
dient de distributeur in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:
-
a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur
gehanteerde model;
-
b. een begroting, waarin de distributiekosten worden gespecificeerd;
-
c. een gespecificeerd financieringsplan ter dekking van deze begroting;
-
d. een distributieplan voor de film;
-
e. de overeenkomst tussen de distributeur en de producent van de film, waaruit blijkt
dat de distributeur, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende
is op de vertoningsrechten op de film voor Nederland (theatrical en eventueel non
theatrical).
-
f. de stukken waaruit een eigen investering van de distributeur en/of een investering
door derden in de distributiekosten voor de film blijkt. Deze investering dient tenminste
50% van de begrote kosten te bedragen. Bijdragen verstrekt door publieke fondsen of
instellingen in of buiten Nederland, vergelijkbaar met het Nederlands Fonds voor de
Film, worden niet beschouwd als eigen investering c.q. derdeninvestering.
12. Indien voor de distributie van een film op grond van dit uitvoeringsreglement
een financiële bijdrage is verleend, dient de distributie daarvan aan te vangen binnen
zes maanden na bekendmaking van de verlening van de bijdrage.
13.1 Dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan treedt in werking op de tweede
dag na die waarop dit uitvoeringsreglement of de wijziging in de Staatscourant is
gepubliceerd.
13.2 Vanaf het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsreglement of een wijziging
hiervan, worden besluiten op aanvragen voor financiële bijdragen inzake de bijdragencategorie
Distributie alsmede andere door het Bestuur van het Fonds te nemen besluiten aangaande
deze bijdragencategorie overeenkomstig dit uitvoeringsreglement afgehandeld.
14. De thans geldende Voorwaarden voor het aanvragen van een financiële bijdrage in
de distributiekosten van een film worden ingetrokken met ingang van het moment van
inwerkingtreding van dit reglement.