Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van documentairefilm

[Regeling vervallen per 16-06-2011.]
Geraadpleegd op 30-10-2024.
Geldend van 03-07-1998 t/m 15-06-2011

Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van documentairefilm

Het bestuur van Stichting Nederlands Fonds voor de Film heeft besloten tot wijziging van de navolgende uitvoeringsreglementen. Deze reglementen luiden thans als volgt.

Ter uitvoering van artikel 2 lid 3 en artikel 6 lid 7 van het Bijdrage-Reglement van het Nederlands Fonds voor de Film geldt het volgende:

1. Algemeen

[Regeling vervallen per 16-06-2011]

1.1 Een documentairefilm in de zin van dit reglement is een non-fictiefilm, die een aspect van de werkelijkheid belicht en waarbij de eigen visie van de maker wordt vormgegeven met creatieve gebruikmaking van filmische middelen in een persoonlijke stijl.

Uitgezonderd zijn films die uitsluitend tot doel hebben informatie te verstrekken aan een specifiek publiek of films gemaakt ten behoeve van een televisie nieuws- of actualiteitenprogramma.

1.2.1 Een aanvraag voor een financiële bijdrage ten behoeve van de ontwikkeling, de realisering en/of de afwerking van een documentairefilm dient te worden ingediend door een producent.

1.2.2 Ingeval de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon, dient de natuurlijke persoon die deze rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigt en namens deze leiding geeft aan de ontwikkeling, realisering of afwerking van de documentairefilm, aantoonbare ervaring te hebben als producent.

1.3 De financiële bijdrage wordt verstrekt aan de producent.

1.4 Dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan treedt in werking op de tweede dag na die waarop dit uitvoeringsreglement of de wijziging in de Staatscourant is gepubliceerd.

1.5 Vanaf het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan, worden besluiten op aanvragen voor financiële bijdragen inzake films in de bijdragencategorie Documentairefilm alsmede andere door het Bestuur van het Fonds te nemen besluiten aangaande films in deze bijdragencategorie overeenkomstig dit uitvoeringsreglement afgehandeld.

1.6 De thans geldende Voorwaarden voor het aanvragen van een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van een documentairefilm worden ingetrokken met ingang van het moment van inwerkingtreding van dit reglement.

2. Ontwikkeling Documentairefilm

[Regeling vervallen per 16-06-2011]

2.1 De hoogte van een financiële bijdrage voor de ontwikkeling van een documentairefilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.

2.2 De maximale bijdrage aan de ontwikkeling van een documentairefilm met een vertoningsduur van 60 minuten of meer bedraagt f 30.000.

De maximale bijdrage aan de ontwikkeling van een documentairefilm met een vertoningsduur tot 60 minuten bedraagt f 15.000.

2.3 Het verstrekken van een financiële bijdrage voor de ontwikkeling van een documentairefilm bindt het Bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere bijdrage.

2.4.1 Ten hoogste 10% van de financiële bijdrage mag worden gebruikt ter tegemoetkoming in de producers fee en de overheadkosten van de producent.

2.4.2 Indien de te ontwikkelen documentairefilm gebaseerd is op een bestaand werk, kan de financiële bijdrage mede worden aangewend ter dekking van de kosten, verbonden aan (de verwerving van) een optie op de verfilmingsrechten van dat werk met een looptijd van tenminste een jaar.

2.5 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de ontwikkeling van een documentairefilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

  • b. een exemplaar van de synopsis en een toelichting van de maker(s) op het filmproject in de Nederlandse taal;

  • c. een begroting, waarin de met de ontwikkeling samenhangende kosten zijn gespecificeerd, alsmede de financiering hiervan;

  • d. een indicatie van de kosten van de realisering;

  • e. een overeenkomst danwel een intentieverklaring van de auteur(s) van het scenario en – voor zover van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent bij oplevering van het scenario, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende zal zijn op de verfilmingsrechten daarop of tenminste over een – hernieuwbare – optie op deze verfilmingsrechten beschikt;

  • f. de stukken, waaruit een eigen investering van de producent en/of een investering door derden in de kosten, verbonden aan de ontwikkeling van de documentairefilm, blijkt. Deze investering dient tenminste 20% van de begrote kosten te bedragen.

  • g. indien de documentairefilm gebaseerd zal worden op de unieke inbreng van een persoon of personen, dient tevens de overeenkomst van de producent met deze persoon (personen) of de schriftelijke verklaring van instemming van deze persoon (personen) te worden overgelegd.

2.6.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de ontwikkeling van een documentairefilm worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. de overige financiering van de ontwikkeling van het project dient -voor zover van toepassing- ten genoege van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

  • b. de ontvanger van een financiële bijdrage dient een exemplaar van het scenario, waarvoor de bijdrage wordt verleend, aan het Bestuur te leveren binnen de termijn, die het Bestuur bepaalt in de beslissing op de aanvraag;

  • c. het scenario dient in de Nederlandse taal aan het Bestuur te worden opgeleverd binnen de sub b van dit artikellid genoemde termijn;

  • d. bij oplevering van het scenario dient de ontvanger van een financiële bijdrage aan te tonen, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende op de verfilmingsrechten op het scenario en – voor zover van toepassing – op het bestaande werk te zijn of tenminste over een – hernieuwbare – optie op deze verfilmingsrechten te beschikken.

2.6.2 Indien de ontvanger van een financiële bijdrage de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van een financiële bijdrage te wijzigen.

3. Realisering/afwerking Documentairefilm

[Regeling vervallen per 16-06-2011]

3.1 De hoogte van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een documentairefilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.

3.2.1 De maximale bijdrage aan de realisering en afwerking van een documentairefilm op 35 mm-formaat met een vertoningsduur van 60 minuten of meer bedraagt f 350.000.

De maximale bijdrage aan de realisering en afwerking van een documentairefilm op 35 mm-formaat met een vertoningsduur tot 60 minuten bedraagt f 150.000.

3.2.2 Met betrekking tot internationale coproducties betrekt het Bestuur bij het bepalen van de bijdrage de omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten van ontwikkeling en realisering, alsmede van de aard van de Nederlandse inbreng in het project.

3.3 Eerder door het Bestuur verleende bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve van dezelfde documentairefilm, uitgezonderd bijdragen die zijn verstrekt voor de ontwikkeling van deze documentairefilm, worden geacht deel uit te maken van de totale realiserings- of afwerkingsbijdrage voor dit filmproject.

3.4 Om in aanmerking te komen voor een afwerkingsbijdrage mag de betreffende film niet geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het Bestuur een beslissing op de aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning voor uitsluitend promotionele doeleinden van fragmenten van de film met een totale duur van ondergeschikte betekenis.

3.5.1 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een documentairefilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a. een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

  • b. een begroting volgens het door het Bestuur gehanteerde begrotingsmodel;

  • c. een gespecificeerd financieringsplan ter dekking van deze begroting;

  • d. een exemplaar van het scenario en/of een beschrijving van de opzet van de documentairefilm in de Nederlandse taal;

  • e. de overeenkomst tussen de producent en de auteur(s) van het scenario en – voor zover van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende is op de verfilmingsrechten daarop;

  • f. indien de realisering van de documentairefilm afhankelijk is van de unieke inbreng van een persoon of personen, dient tevens de overeenkomst van de producent met deze persoon (personen) of de schriftelijke verklaring van instemming van deze persoon (personen) te worden overgelegd.

  • g. ingeval van een internationale coproductie dienen voorts te worden overgelegd:

    • de coproductie-overeenkomst(en);

    • een curriculum vitae van de coproducent(en).

3.5.2 Indien de aanvraag alleen de afwerking van een documentairefilm betreft, dient naast een begroting van de totale kosten van de ontwikkeling en de realisering van de film, een gespecificeerd overzicht van de afwerkingskosten te worden bijgevoegd. Tevens dient te worden aangetoond op welke wijze de kosten van de ontwikkeling en de realisering van de film gefinancierd zijn.

3.5.3 Ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag voor uitsluitend een afwerkingsbijdrage dient een werkkopie met geluid van de documentairefilm voor vertoning beschikbaar te zijn.

3.6 Bij de aanvraag dient de producent tenminste reële vooruitzichten op theaterdistributie van de film in Nederland en bij voorkeur ook een uitzendintentie van een Nederlandse zendgemachtigde aan te tonen.

3.7.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een documentairefilm worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. de overige financiering van het project dient ten genoege van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

  • b. de overeenkomst tussen de ontvanger van een financiële bijdrage en de regisseur van het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;

  • c. ingeval van een internationale coproductie dienen voorts binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn de schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de financiering door de coproducent(en) te worden overgelegd.

3.7.2 Indien de ontvanger van een financiële bijdrage de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van een financiële bijdrage te wijzigen.