Wijzigingsbesluit Bekostigingsbesluit WHW (wijziging van algemene berekeningswijze bekostiging van de universiteiten voor 1998 en van de OU)

[Regeling vervallen per 01-12-2005.]
Geraadpleegd op 30-10-2024.
Geldend van 01-01-2000 t/m 30-11-2005

Besluit van 16 december 1997, houdende wijziging van het Bekostigingsbesluit WHW in verband met onder meer de wijziging van de algemene berekeningswijze voor de bekostiging van de universiteiten voor 1998 en van de Open Universiteit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 9 september 1997, nr. 1997/19096 (4738), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

De Raad van State gehoord (advies van 4 december 1997, nr. WO5.97.0587);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 15 december 1997, nr 1997/36739 (4738), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL III

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

In het begrotingsjaar 1998 wordt de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 2.2 van het Bekostigingsbesluit WHW, wat betreft de component strategisch overwegingen van de bijzondere universiteit te Amsterdam verhoogd met 1,8 miljoen gulden.

ARTIKEL IV

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel I, de onderdelen D, wat betreft artikel 2.10a, eerste lid, F en G, wat betreft artikel 4.2, tweede en derde lid, en artikel II in werking met ingang van 1 januari 1998.

  • 2 Artikel I, onderdeel F, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

  • 3 Artikel I, onderdeel G, wat betreft artikel 4.2, tweede lid, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 1997.

  • 4 Artikel I, onderdeel G, wat betreft artikel 4.2, derde lid, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1997.

  • 5 Artikel I, onderdeel D, wat betreft artikel 2.10a, eerste lid, treedt in werking met ingang van 1 januari 1998 en is voor het eerst van toepassing op de bedragen die worden vastgesteld voor het begrotingsjaar 1999.

  • 8 In afwijking van het zevende lid kan bij koninklijk besluit worden bepaald dat artikel II, onderdelen A, D en G in werking treedt met ingang van 1 januari 2000. Alvorens een voordracht te doen tot dit koninklijk besluit, legt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het ontwerp van dit koninklijk besluit voor aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De voordracht voor dit koninklijk besluit wordt niet gedaan dan nadat dertig dagen na die voorlegging zijn verstreken.

  • 9 Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid, genoemd in het achtste lid, treedt artikel II, onderdelen C en F, in afwijking van het zevende lid in werking met ingang van 1 januari 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 december 1997

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de dertigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager