U bent nu hier: Wettenbank
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 11-06-2005.]Geraadpleegd op 21-09-2023. Geldend van 20-12-1998 t/m 10-06-2005
Subsidieregeling nieuwe energie-efficiënte combinaties met w/k-systemen 1998
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
In deze regeling wordt verstaan onder:
een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op energiebesparing, bestaande uit het aanschaffen, installeren en ingebruiknemen van apparaten, systemen of technieken die, toegepast in combinatie met reeds in Nederland bekende w/k-systemen, leiden tot een voor Nederland of de gebruikersgroep vernieuwend, energie-efficiënt w/k-systeem, en dat een technisch of economisch risico meebrengt;
systeem, strekkende tot de gecombineerde opwekking van warmte en kracht;
een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, ten minste bestaande uit twee deelnemers;
een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
1. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
volledig aansprakelijk vennoot is van of
overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en
2. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen.
1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan:
a. degene die in Nederland voor eigen rekening en risico een demonstratieproject uitvoert of
b. een samenwerkingsverband waarin de deelnemers voor gezamenlijke rekening en risico een zodanig project uitvoeren.
2 Indien de aanvragers deelnemers in een samenwerkingsverband zijn wordt de subsidie verstrekt aan de deelnemers gezamenlijk en betaald aan de deelnemer die als indiener van de aanvraag om subsidie in de zin van deze regeling is opgetreden.
3 Geen subsidie wordt verstrekt, indien voor het demonstratieproject reeds subsidie is verstrekt op grond van de Kaderwet EZ-subsidies.
1 De subsidie bedraagt 30 procent van de projectkosten, met dien verstande dat de subsidie 40 procent van de projectkosten bedraagt indien de aanvrager of, indien sprake is van een samenwerkingsverband, elk van de deelnemers in een samenwerkingsverband een ’kleine of middelgrote onderneming’ is in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen van de Commis-sie van de Europese Gemeenschappen (PbEG 1996, C 213) doch ten hoogste f 1.000.000,00.
Een wijziging van bovenbedoelde kaderregeling treedt voor de toepassing van deze regeling in werking met ingang van de dag waarop de betrokken wijziging in werking treedt.
2 Indien ter zake van de projectkosten of een deel daarvan reeds uit anderen hoofde vanwege een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het bedrag ingevolge het eerste lid.
1 Als projectkosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:
a. de volgende rechtstreeks aan het demonstratieproject toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de aanvrager of een deelnemer in het samenwerkingsverband gemaakte en betaalde kosten:
1. kosten van aanschaf van de apparaten, systemen of technieken;
2. loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het bruto jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolommen 3, 4 en 13 van de loonstaat van het betrokken directe personeel, exclusief volledig winstafhankelijke uitkeringen, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1600 productieve uren per persoon per jaar;
3. kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen, exclusief winstopslagen bij transacties binnen een groep;
4. andere dan de onder 1 tot en met 3 bedoelde, aan derden verschuldigde kosten, exclusief winstopslagen bij transacties binnen een groep;
b. een opslag voor algemene kosten, groot 40 procent van de onder a, aanhef en onder 2∞, bedoelde loonkosten.
2 Indien de apparaten, systemen of technieken worden aangeschaft door middel van een lease-overeenkomst is het vereiste dat de kosten moeten zijn betaald niet van toepassing en wordt als kosten van aanschaf in aanmerking genomen de contante waarde van de in totaal verschuldigde lease-termijnen, verdisconteerd op jaarbasis tegen 7 procent.
3 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidie-ontvanger die de kosten heeft gemaakt omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.
1 Er is een Adviescollege nieuwe energie-efficiënte w/k-systemen, dat tot taak heeft de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent aanvragen om subsidie op grond van deze regeling.
2 Het adviescollege bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en ten hoogste vier andere leden. De leden zijn deskundig op het terrein waarop het adviescollege een taak heeft en zijn geen ambtenaren, werkzaam bij het Ministerie van Economische Zaken.
3 De voorzitter en de leden worden door de minister voor een termijn van een jaar benoemd. Zij zijn te allen tijde opnieuw benoembaar.
4 Het adviescollege stelt zijn eigen werkwijze vast.
5 De minister kan waarnemers aanwijzen, die het recht hebben de vergaderingen van het adviescollege bij te wonen.
6 In het secretariaat van het adviescollege wordt door de minister voorzien.
7 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het adviescollege geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het adviescollege opgeborgen in het archief van dat ministerie.
8 Het college verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
9 Het college stelt na beëindiging van zijn werkzaamheden een verslag op van zijn werkzaamheden, waarin het tevens aandacht besteedt aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn taakvervulling. Het verslag wordt aan de minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.
1 Aanvragen om subsidie op grond van deze regeling moeten zijn ontvangen in de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 maart 1998.
2 Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op in de in het eerste lid genoemde periode ontvangen aanvragen bedraagt voor 1998 f 8.000.000,00.
1 Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.
2 De aanvraag gaat vergezeld van een projectplan en een begroting voor het project alsmede van andere bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.
3 Indien de aanvraag een demonstratieproject betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dient één der deelnemers in het samenwerkingsverband de aanvraag mede namens de andere deelnemers in te dienen.
1 De minister wint omtrent een aanvraag advies in van het Adviescollege nieuwe energie-efficiënte w/k-systemen.
2 Het adviescollege geeft aan de minister in ieder geval een negatief advies:
a. indien de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;
b. indien het de projectkosten op minder dan f 50.000,00 raamt;
c. indien het demonstratieproject niet een zodanige energiekostenbesparing oplevert in verhouding tot de geraamde projectkosten, dat het in zichzelf rendabel is te achten;
d. indien het demonstratieproject voor anderen geen toepassingsmogelijk-heden biedt;
e. indien onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische en economische haalbaarheid van het vernieuwende w/k-systeem.
3 Het adviescollege rangschikt de aanvragen waaromtrent het positief adviseert zodanig, dat een demonstratieproject hoger gerangschikt wordt naar mate het meer perspectief biedt op een grotere energiebesparing in Nederland.
De minister geeft een beschikking binnen vier maanden na afloop van de in artikel 6, eerste lid, genoemde periode. Indien de beschikking niet binnen vier maanden kan worden gegeven, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.
De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien het Adviescollege nieuwe energie-efficiënte w/k-systemen een negatief advies heeft uitgebracht.
1 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van rangschikking van de aanvragen door het Adviescollege nieuwe energie-efficiënte w/k-systemen.
2 De minister kan afwijken van het eerste lid en van artikel 10 indien het advies van het adviescollege in strijd is met deze regeling dan wel niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.
1 Op de subsidie-ontvanger rusten de in de artikelen 13, 14 en 15 opgenomen verplichtingen.
2 In geval van een demonstratieproject dat uitgevoerd wordt door een samenwerkingsverband gelden de in de artikelen 13 en 15 opgenomen verplichtingen ook voor de deelnemers in het samenwerkingsverband, die niet als aanvrager van de subsidie in de zin van deze regeling zijn opgetreden.
De subsidie-ontvanger voert het project uit overeenkomstig het projectplan waarop de subsidieverlening betrekking heeft en voor het bij de verlening bepaalde tijdstip, behoudens voorafgaande schriftelijke ontheffing van de minister voor het vertragen, het essentieel wijzigen of het stopzetten van het project. De minister kan aan een ontheffing voorschriften verbinden.
1 De subsidie-ontvanger dient zijn aanvraag tot subsidievaststelling in binnen zes maanden na het tijdstip waarop het demonstratieproject ingevolge artikel 13 moet zijn uitgevoerd.
2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.
3 De aanvraag gaat vergezeld van een eindverslag omtrent de uitvoering en de resultaten van het project, alsmede van andere bescheiden die in het formulier zijn vermeld.
1 De subsidie-ontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle projectkosten kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 4, eerste lid, onderscheiden kostensoorten, met dien verstande dat ter zake van de loonkosten een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per werknemer aanwezig dient te zijn.
2 De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan de minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surséance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.
De minister kan bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen met betrekking tot:
a. het verlenen van medewerking aan een door de minister of een door de minister aangewezen derde op te zetten en uit te voeren meet- of demonstratieprogramma met betrekking tot het vernieuwende w/k-systeem,
b. het zonder vergoeding geven van zijn instemming met het door de staat of een door de minister aangewezen derde geven van bekendheid aan uit het demonstratieproject en het meet- of demonstratieprogramma als bedoeld onder a voortgekomen gegevens en
c. het zonder vergoeding aan de minister of een door de minister aangewezen derde verstrekken van alle door de minister gewenste, met het demonstratieproject en het vernieuwende w/k-systeem verband houdende informatie.
1 Op een subsidie ter zake waarvan een beschikking tot subsidieverlening geldt kan op aanvraag van de subsidie-ontvanger door de minister ten hoogste driemaal een voorschot worden verstrekt, telkens wanneer ten minste 25 procent van de geraamde projectkosten zijn gemaakt en betaald.
2 Een voorschot wordt berekend naar rato van de gemaakte en betaalde kosten, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80 procent van het bij de subsidieverlening vermelde maximale subsidiebedrag.
3 Bij de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de opslag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, geacht gemaakt en betaald te zijn voor zover de kosten waarover hij wordt berekend zijn gemaakt en betaald.
4 Een voorschot wordt slechts ver-strekt, indien het bedrag aan voorschot ten minste f 10.000,00 bedraagt.
1 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.
2 De aanvraag gaat vergezeld van de bescheiden die in het formulier zijn vermeld.
3 Indien de aanvraag een demonstratieproject betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dient de deelnemer in het samenwerkingsverband die als indiener van de aanvraag om subsidie in de zin van deze regeling is opgetreden, de aanvraag mede namens de andere deelnemers in en gaat de aanvraag, indien het een eerste voorschot betreft, vergezeld van een verklaring van de indiener van de aanvraag waarin hij zich aansprakelijk stelt voor terugbe-taling van de subsidie, voor zover de subsidie-ontvangers daartoe verplicht zijn, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.
De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien een subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.
De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt de minister de subsidie- ontvanger daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.
Besluiten op grond van deze regeling worden genomen onder het voorbehoud dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen de vereiste goedkeuring verleent voor de uitvoering van de onderhavige regeling.
De Subsidieregeling nieuwe energie-efficiënte combinaties met w/k-systemen wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Kaderwet EZ-subsidies in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling nieuwe energie-efficiënte combinaties met w/k-systemen 1998.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd1.
’s-Gravenhage, 8 december 1997
Minister
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling nieuwe energie-efficiënte combinaties met w/k-systemen 1998", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.