Regeling tijdelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 30-10-2024.
Geldend van 22-11-1997 t/m 30-12-2004

Regeling tijdelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

In overeenstemming met de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij,

Gelet op artikel IX van de Wet van 27 februari 1997, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie),

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • de minister:

    de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen;

  • de wet:

  • Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Er is een tijdelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden, hierna te noemen de commissie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Tot de leden van de commissie worden benoemd:

    • c mw M.J.H. den Ouden-Dekkers (tevens voorzitter),

    • c ir. W.C.M. van Lieshout,

    • c drs. H.J. ter Heege.

  • 2 Tot plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd:

    • c mw E. ter Veld (tevens plaatsvervangend voorzitter),

    • c mw mr. A. van Mastrigt,

    • c mr. J.W. Kroon.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de Stichting Geschillencommissies Onderwijs.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie bepaalt haar eigen werkwijze, met dien verstande dat het daaromtrent bepaalde voor de commissie van geschillen, bedoeld in artikel 9.39 van de wet, van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De commissie neemt kennis van geschillen betreffende de invoering van titel 2 van hoofdstuk 9 van de wet. Daaronder vallen gedurende de invoeringsperiode in ieder geval de geschillen, omschreven in de artikelen 9.30, zesde lid, 9.30a, vierde lid, en 9.40, eerste lid, van de wet.

  • 2 Indien het reglement van een medezeggenschapsorgaan daarin voorziet, kan de commissie op verzoek van het college van bestuur, dan wel het desbetreffende medezeggenschapsorgaan, kennis nemen van andere medezeggenschapsgeschillen dan bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De bescheiden worden zo spoedig mogelijk na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie overgedragen aan de commissie, bedoeld in artikel 9.39 van de wet.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie brengt na beëindiging van haar werkzaamheden verslag uit aan de minister.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De kosten van de commissie komen, inclusief het secretariaat, voorzover goedgekeurd, voor rekening van de minister.

  • 2 Het Reisbesluit 1971 en het Vacatiegeldenbesluit 1988 zijn van toepassing.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen waarin dit besluit zal worden geplaatst.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden.

  • 3 Deze regeling zal in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

  • 4 Een afschrift van deze regeling wordt gezonden aan:

    • de leden van de commissie

    • de president van de Algemene Rekenkamer

    • de colleges van bestuur van de universiteiten

    • het Interstedelijk Studenten Overleg en de Landelijke Studenten Vakbond

    • De Vereniging van Universiteiten, VSNU

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

dr. ir. J.M.M. Ritzen