Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juli 1997, nr.
DGG/J-97005652, Directoraat-Generaal Goederenvervoer;
Gelet op de voorschriften V/8 en V/8-1 van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974 (Trb. 1976, 157), en op artikel 21 van de Scheepvaartverkeerswet;
De Raad van State gehoord (advies van 27 augustus 1997, nr. W09.0474);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 september
1997, nr. DGG/J-97008184, Directoraat-Generaal Goederenvervoer;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Definitiebepaling
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder routeringssysteem:
een systeem bestaande uit een of meer routes of routeringsmaatregelen, gericht op
het verminderen van gevaar voor scheepsongevallen, met inbegrip van verkeersscheidingsstelsels,
vaarwegen voor tweerichtingsverkeer, aanbevolen koerslijnen, gebieden die dienen te
worden gemeden, zones voor kustverkeer, rotondes, voorzorgsgebieden en diepwaterroutes.
Artikel 2. Vaststelling en gebruik van systemen
-
1 Bij ministeriële regeling kunnen voor in die regeling vermelde categorieën schepen
voor de Nederlandse kust buiten de Nederlandse territoriale zee, overeenkomstig richtlijnen
en criteria van de Internationale Maritieme Organisatie, routeringssystemen en meldingssystemen
worden vastgesteld.
Artikel 3. Strafbaarstelling
Overtreding van de bij of krachtens artikel 2, tweede lid, gestelde regels is een strafbaar feit.
Artikel 4. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 2, tweede lid, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit routerings- en meldingssystemen voor schepen
in volle zee voor de Nederlandse kust.