Besluit geslachtsnaamswijziging

Geraadpleegd op 30-10-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 30-06-2024

Besluit van 6 oktober 1997, houdende regels voor geslachtsnaamswijziging

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 26 juni 1997, Directie Wetgeving, nr. 635454/97/6;

Gelet op artikel 7, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 20 augustus 1997, nr. W03.97.003148);

Gezien het nader rapport van de Staatsecretaris van Justitie van 30 september 1997, nr. 654392/97/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Gronden voor wijziging van geslachtsnamen, algemeen

Artikel 1

  • 1 De geslachtsnaam van een persoon wordt op zijn verzoek of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger gewijzigd, indien

    • a. de naam op zichzelf of in verband met het beroep, de maatschappelijke positie of een persoonlijke hoedanigheid van de betrokkene kennelijk onwelvoeglijk of bespottelijk is;

    • b. de naam zo veelvuldig voorkomt dat zij onvoldoende onderscheidend vermogen heeft;

    • c. de naam niet-Nederlands is en toebehoort aan personen die door naturalisatie of door het doen van een kennisgeving de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen, of aan hun afstammelingen in rechte lijn; ten tijde van de naturalisatie of de kennisgeving dient de in artikel 12, tweede lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap genoemde grond tot wijziging te hebben bestaan;

    • d. de verzoeker aantoont dat de naam in de akten van de burgerlijke stand sinds de invoering daarvan (1810–1838) onjuist is gespeld en in de volgens de verzoeker juiste spelling sindsdien is gevoerd;

    • e. de naam Nederlands is en verzoeker aantoont dat hij dan wel een van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn voordien een daarmee overeenstemmende Friese naam had en het verzoek gericht is op de verkrijging van de desbetreffende Friese naam in de huidige Friese spelling of

    • f. de Friese naam is weergegeven in de Nederlandse spelling en het verzoek gericht is op de verkrijging van de desbetreffende Friese naam in de huidige Friese spelling.

  • 2 De wijziging op grond van het eerste lid, onder a, b of c, geschiedt bij voorkeur door omzetting van enkele letters of door toevoeging van een voor- of achtervoegsel; is dat niet mogelijk, dan geschiedt wijziging door het kiezen van een andere geslachtsnaam. De andere geslachtsnaam is die van een ouder of een geslachtsnaam die nog niet in Nederland voorkomt en die Nederlands klinkt. Wijziging geschiedt niet door toevoeging van een naam.

  • 3 Een verzoek op grond van het eerste lid, onder e of f, wordt afgewezen:

    • a. indien de verzoeker de Nederlandse naam, dan wel de Friese naam in de Nederlandse spelling, op zijn verzoek heeft verkregen dan wel met de verkrijging ervan heeft ingestemd;

    • b. indien het verzoek een minderjarige van twaalf jaren of ouder betreft en deze weigert in te stemmen met de verzochte naamswijziging.

Toevoeging van een naam

Artikel 2

  • 1 Aan de geslachtsnaam van een meerderjarige wordt op zijn verzoek een andere geslachtsnaam slechts toegevoegd, indien

    • a. de verzoeker aantoont dat de toe te voegen naam deel uitmaakt van de naam die door zijn voorouders ten tijde van de invoering van de burgerlijke stand (1810–1838) als geslachtsnaam is gevoerd en niet sindsdien in onbruik is geraakt;

    • b. de toe te voegen naam betreft de in haar tak uitgestorven of met uitsterving bedreigde geslachtsnaam van de moeder; de verzoeker moet aantonen dat van de grootvader van vaderszijde van zijn moeder geen mannelijke afstammelingen in de mannelijke lijn meer in leven zijn van wie nog nakomelingenschap is te verwachten.

  • 2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt de toe te voegen naam voor de eigen geslachtsnaam geplaatst.

  • 3 De wijziging geschiedt niet in de volgende gevallen:

    • a. indien de verzoeker van adel is; of

    • b. de drager van de naam waarvan de toevoeging wordt verzocht tot een adellijk geslacht behoort;

    • c. indien de geslachtsnaam van de verzoeker bestaat uit een geslachtsnaam en een reeds op grond van het eerste lid toegevoegde geslachtsnaam.

Wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige

Artikel 3

  • 1 Op eensluidend verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger en van degene wiens geslachtsnaam ten behoeve van de minderjarige wordt verzocht, of, indien de naam van een overleden ouder wordt verzocht, op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger, wordt de geslachtsnaam van een minderjarige van twaalf jaren of ouder gewijzigd:

    • a. in de geslachtsnaam van de ouder wiens naam het kind niet heeft, indien deze ouder na de ontbinding van het huwelijk of de verbreking van de buitenhuwelijkse samenleving met de andere ouder gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek de minderjarige heeft verzorgd en opgevoed;

    • b. in de geslachtsnaam van de levensgezel van de ouder, indien deze persoon anders dan als ouder de minderjarige tezamen met de ouder gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek heeft verzorgd en opgevoed;

    • c. in de geslachtsnaam van een persoon die anders dan als ouder de minderjarige tezamen met een ander als behorende tot het gezin gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek heeft verzorgd en opgevoed.

  • 2 Ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de termijn van verzorging en opvoeding dan ten minste vijf jaren bedraagt.

  • 3 Indien ten aanzien van twee of meer minderjarigen uit hetzelfde gezin verzoeken tot geslachtsnaamswijziging als bedoeld in het eerste lid worden gedaan, opdat de geslachtsnaam van deze kinderen dezelfde zal zijn, en ten minste een van de kinderen de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, geldt ten aanzien van de kinderen die deze leeftijd wel hebben bereikt de in het tweede lid bedoelde verzorgingstermijn.

  • 4 Het verzoek wordt afgewezen, indien:

    • a. de minderjarige al een op grond van dit artikel gewijzigde geslachtsnaam heeft;

    • b. de minderjarige van twaalf jaren of ouder niet instemt met de verzochte geslachtsnaamswijziging;

    • c. een ouder weigert in te stemmen met de verzochte geslachtsnaamswijziging van de minderjarige van twaalf jaren of ouder, tenzij deze minderjarige bij zijn instemming blijft; of

    • d. een ouder weigert in te stemmen met de verzochte geslachtsnaamswijziging van de minderjarige jonger dan twaalf jaren, tenzij:

      • 1°. de ouder aan wie de minderjarige de geslachtsnaam waarvan wijziging wordt verzocht, ontleent, onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen tegen de minderjarige van een van de misdrijven, omschreven in de titels XIII tot en met XV en XVIII tot en met XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht, waarbij onder misdrijf mede wordt begrepen medeplichtigheid aan en poging tot misdrijf; of

      • 2°. verzoekers aantonen dat de ouder aan wie de minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging wordt verzocht, ontleent, en het kind niet meer dan gedurende een vierde deel van de periode voorafgaande aan de termijn van verzorging en opvoeding, bedoeld in het tweede lid, in gezinsverband hebben samengeleefd.

Artikel 3a

  • 1 Op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger wordt de geslachtsnaam van een minderjarig kind gewijzigd:

    • a. in dezelfde geslachtsnaam als die van de overige tot hetzelfde gezin behorende minderjarige kinderen van dezelfde ouders, indien als gevolg van de toepassing van regels van internationaal privaatrecht verschil in geslachtsnaam tussen de kinderen is ontstaan; of

    • b. in de geslachtsnaam naar het recht van een staat waarvan het kind de nationaliteit bezit, indien het kind naast de Nederlandse nationaliteit een andere nationaliteit bezit, een en ander met inachtneming van de artikelen 12, eerste lid, en 17 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en, waar mogelijk, van de gelijkheid van geslachtsnaam van minderjarige kinderen van dezelfde ouders die tot hetzelfde gezin behoren.

  • 3 Ten behoeve van kinderen van dezelfde ouders die tot hetzelfde gezin behoren, kunnen op grond van dit artikel slechts gelijkluidende verzoeken om geslachtsnaamswijziging worden ingewilligd.

Wijziging van de geslachtsnaam van een meerderjarige in die van zijn verzorger, van zijn ouder of in zijn oorspronkelijke geslachtsnaam

Artikel 4

  • 3 De geslachtsnaam kan op grond van dit artikel slechts eenmaal worden gewijzigd.

Artikel 5

  • 2 Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt slechts ingewilligd indien het is ingediend binnen drie jaren nadat de meerderjarigheid is bereikt.

Overige bepalingen

Artikel 6

Een verzoek tot geslachtsnaamswijziging wordt ingewilligd, indien:

  • a. de ouder, aan wie de verzoeker zijn geslachtsnaam ontleent, onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf als bedoeld in de titels XIII tot en met XV en XVIII tot en met XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht tegen de verzoeker, een familielid in de eerste of tweede graad of een levensgezel van hen, waarbij onder misdrijf mede wordt begrepen medeplichtigheid aan en poging tot misdrijf;

  • b. de verzoeker, bij gebreke van een dergelijke onherroepelijke veroordeling, verklaart slachtoffer te zijn van een in het vorige lid bedoeld misdrijf gepleegd door de ouder, aan wie verzoeker zijn geslachtsnaam ontleent, en door overlegging van een verklaring van een deskundige aannemelijk maakt dat het achterwege blijven van een geslachtsnaamswijziging zijn lichamelijke of geestelijke gezondheid in ernstige mate zou schaden.

Artikel 7

Een verzoek tot geslachtsnaamswijziging dat niet op een van de voorgaande artikelen kan worden gebaseerd, kan worden ingewilligd, indien de verzoeker aantoont dat het achterwege blijven van de geslachtsnaamswijziging de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de betrokkene in ernstige mate zou schaden.

Artikel 7a

Voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 wordt de geslachtsnaam gewijzigd op de in artikel 1, tweede lid, bepaalde wijze of in een andere naam, mits door overlegging van een verklaring van een deskundige aannemelijk wordt gemaakt dat het niet krijgen van de gewenste naam de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de verzoeker ernstig zal schaden.

Artikel 8

  • 1 Ter zake van een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige als bedoeld in artikel 3 worden gehoord, althans worden daartoe behoorlijk opgeroepen:

    • a. de ouders van het kind;

    • b. degene aan wie het kind de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent;

    • c. de in artikel 3, eerste lid, onder b en onder c, bedoelde personen; als mede

    • d. de minderjarige van twaalf jaren of ouder.

  • 2 Ter zake van een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een meerderjarige als bedoeld in de artikelen 1 en 4, of toevoeging van een geslachtsnaam worden gehoord, althans daartoe behoorlijk opgeroepen:

    • a. degene aan wie de meerderjarige de geslachtsnaam waarvan wijziging is verzocht of waaraan toevoeging wordt verzocht, rechtstreeks ontleent;

    • b. degene wiens geslachtsnaam wordt verzocht, indien het de wijziging van een geslachtsnaam betreft.

  • 3 Indien de in het eerste lid, onder b, bedoelde persoon is overleden, worden zijn bloedverwanten in de eerste graad op een verzoek als bedoeld in het eerste lid gehoord.

Overgangsbepalingen

Artikel 9

  • 1 De Richtlijnen voor geslachtsnaamswijziging 1989 (Stcr. 1989, 1) worden ingetrokken.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde richtlijnen blijven van toepassing ten aanzien van verzoeken voor geslachtsnaamswijziging die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, zulks indien die toepasselijkheid ertoe leidt dat het verzoek anders dan bij toepassing van dit besluit wordt toegewezen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 oktober 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de achtentwintigste oktober 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager