Instelling interdisciplinaire stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme en -geweld
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Overwegende
dat de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld slechts dan succesvol kan zijn
als alle betrokken instanties daarin hun verantwoordelijkheid nemen en de hen ten
dienst staande bevoegdheden ten volle benutten;
dat bij de aanpak aldus een belangrijke rol is weggelegd voor onderling overleg en
afgestemde inzet van bevoegdheden;
dat gezien het grote aantal betrokkenen en de omvang en complexiteit van de problematiek
enige kaderstelling gewenst is;
dat het daartoe wenselijk is een landelijk overleg in het leven te roepen dat zal
bevorderen dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk zijn en in onderlinge
afstemming worden ingezet;
dat het op de weg ligt van de Minister van Binnenlandse Zaken, als coördinerend minister,
om mede namens de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van volksgezondheid,
Welzijn en Sport, hiertoe de nodige initiatieven te ontplooien;
gelet op de brief van 15 april 1997 (Kamerstukken 1996–1997, 25 232, nr. 3) aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over intensivering van de bestrijding
van voetbalvandalisme en geweld;