Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van degenen
die een medische keuring ondergaan in verband met een burgerrechtelijke arbeidsverhouding
die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, een burgerrechtelijke pensioen- of levensverzekering
of een verzekering wegens arbeidsongeschiktheid naar burgerlijk recht, te versterken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a. keuring: vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van
medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van:
-
b. keurling: een persoon die een keuring ondergaat;
-
c. keuringvrager: de (aanstaande) werkgever of (aanstaande) verzekeraar die een keuring
van een (aspirant-) werknemer of (aspirant-) verzekerde vergt;
-
d. keurend arts: de geneeskundige die de keuring verricht en de keuringvrager zijn gevolgtrekking
mededeelt dan wel de geneeskundig adviseur van zijn bevindingen op de hoogte stelt;
-
e. geneeskundig adviseur: de persoon die aan de keuringvrager in diens opdracht op basis
van de keuring van de keurend arts de mededeling, bedoeld in het derde lid van artikel 10, doet;
-
f. vragengrens: het over drie jaren gerekend totaal te verzekeren bedrag waar beneden
de in artikel 5 genoemde vragen niet mogen worden gesteld en het in artikel 6 genoemde onderzoek niet mag worden verricht.
-
1 Keuringen in verband met het aangaan en wijzigen van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding
die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare
dienst worden slechts verricht indien aan de vervulling van de functie, waarop de
arbeidsverhouding of aanstelling in openbare dienst betrekking heeft, bijzondere eisen
op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld. Onder medische geschiktheid
voor de functie wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en veiligheid van
de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid.
-
2 Een keuring in verband met het aangaan van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding
die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare
dienst wordt eerst verricht nadat alle overige beoordelingen van de geschiktheid van
de aspirant-werknemer of aspirant-ambtenaar hebben plaats gevonden en de werkgever
op grond daarvan voornemens is de keurling aan te stellen. Indien tot de beoordelingen
bedoeld in de eerste volzin een onderzoek naar de antecedenten van de aspirant-werknemer
of aspirant-ambtenaar behoort dan wel een veiligheidsonderzoek als bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken moet worden ingesteld, kan op verzoek van de keurling de keuring in verband met het
aangaan van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare
dienst voorafgaand aan zodanig onderzoek worden verricht. De keuring in verband met
het aangaan van een aanstelling als militair ambtenaar of politie-ambtenaar kan steeds
worden verricht voorafgaande aan een met betrekking tot hem in te stellen antecedentenonderzoek
of veiligheidsonderzoek. Het is aan een ander dan een keurend arts niet toegestaan
vragen te stellen noch anderszins inlichtingen in te winnen over de gezondheidstoestand
van de keurling of over diens ziekteverzuim in het verleden.
-
3 Geen keuring vindt plaats voor deelneming aan een pensioenregeling ten aanzien waarvan
artikel 5 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling toepassing heeft gevonden of de pensioenregeling waaraan deelneming verplicht is
op grond van de Wet op het notarisambt dan wel voor de deelneming aan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet. Indien de pensioenvoorziening keuzemogelijkheden biedt voor een individuele deelnemer
kan, in afwijking van de eerste volzin, indien het een deelnemer betreft met een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd die een wijziging wenst ten aanzien van een eerder gemaakte keuze,
wel een keuring plaatsvinden.
-
4 Voor zover niet ondergebracht bij een pensioenvoorziening dan wel pensioenregeling,
als bedoeld in het derde lid, vindt geen keuring plaats voor deelneming aan een aanvullende
arbeidsongeschiktheidsverzekering die aan de burgerrechtelijke arbeidsverhouding die
bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare
dienst is verbonden.
-
6 Geen uitsluiting of vermindering van rechten op grond van ziekten, aandoeningen of
gebreken wordt bedongen door de verzekeraar bij de deelneming aan een voorziening
dan wel regeling als bedoeld in het derde lid en bij het aangaan of wijzigen van een
verzekering als bedoeld in het vierde en vijfde lid, voorzover ingevolge deze leden
een keuringsverbod geldt.
-
1 Bij een keuring in verband met het aangaan of wijzigen van een verzekering mogen geen
vragen worden gesteld over in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, genoemde ziekten, voor zover die op erfelijkheid betrekking hebben, bij de bloedverwanten
van de aspirant-verzekerde en, tenzij de ziekte manifest is, bij de aspirant-verzekerde
zelf en over onderzoek bij de aspirant-verzekerde en bij diens bloedverwanten gericht
op de erfelijke aanleg voor ziekte en de resultaten van dergelijk onderzoek, indien
de te sluiten verzekering de vragengrens niet overschrijdt. Bij de behandeling van
de aanvrage voor het aangaan of wijzigen van een verzekering en bij een keuring in
dat verband mogen geen uit andere hoofde reeds bij de keuringvrager, de keurend arts
of geneeskundig adviseur aanwezige erfelijke gegevens over de aspirantverzekerde en
diens bloedverwanten worden gebruikt.
-
2 Voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, voor zover niet vallende onder artikel 4, vierde lid, bedraagt de vragengrens € 36 249,–
[Red: per 1 januari 2022: € 42.745,–]
voor het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid en € 24 267,–
[Red: per 1 januari 2022: € 28.616,–]
voor de daaropvolgende jaren van arbeidsongeschiktheid. Voor levensverzekeringen bedraagt
de vragengrens € 250 000
[Red: per 1 januari 2022: € 294.803,–]
. Bedoelde bedragen worden elke drie jaar bij ministeriële regeling aangepast aan
de consumentenprijsindex.
In afwijking van artikel 3 mag bij het aangaan of wijzigen van een verzekering als bedoeld in artikel 5, een medisch onderzoek naar Aids of seropositiviteit voor Aids worden verricht:
-
a. indien de te sluiten verzekering de vragengrens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, overschrijdt, of
-
b. indien de te sluiten verzekering de vragengrens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, niet overschrijdt, maar het antwoord van de keurling op de in het licht van de artikelen 2 en 3, eerste lid, gerechtvaardigde vragen daartoe aanleiding geeft.
In afwijking van artikel 3 kan, indien dit vanwege een dringend algemeen belang noodzakelijk is, Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten aanzien van een zich nieuw voordoende ziekte
die valt onder artikel 3, tweede lid, onderdeel a, bij ministeriële regeling bepalen dat artikel 6 van overeenkomstige toepassing is,
totdat over deze ziekte afspraken als bedoeld in artikel 9 zijn gemaakt. Het ontwerp van een ministeriële regeling als bedoeld in de eerste
volzin wordt ten minste vier weken voordat de regeling wordt vastgesteld, toegezonden
aan de beide kamers der Staten-Generaal.
-
1 De keuringvrager legt met inachtneming van de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 het doel van de keuring, de vragen welke ten aanzien van de gezondheid zullen worden
gesteld, en de medische onderzoeken welke mogen worden verricht, schriftelijk vast.
-
2 Tijdig voor de aanvang van de keuring wordt aan de keurling op begrijpelijke wijze
schriftelijk informatie gegeven over doel, vragen en onderzoeken, als bedoeld in het
eerste lid, en over diens rechten bij keuringen.
Representatieve organisaties van de werkgevers, respectievelijk de verzekeraars, representatieve
organisaties van werknemers, respectievelijk de consumenten en patiënten en de representatieve
organisatie van de artsen kunnen afspraken maken over de omschrijving van het doel
van de keuring, als bedoeld in het eerste lid van artikel 2, het verrichten van keuringen als bedoeld in het eerste lid van artikel 4, en over de vragen en medische onderzoeken, als bedoeld in de artikelen 3, 5, 6, 7 en 8.
De keurling heeft het recht medewerking te weigeren aan een keuring of een onderdeel
daarvan indien ten aanzien daarvan niet voldaan is aan de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8.
-
1 Indien aan de keuring een negatieve gevolgtrekking dan wel een positieve gevolgtrekking
onder bepaalde beperkingen wordt verbonden, heeft de keurling het recht op herkeuring.
De keurling maakt zijn wens daartoe met redenen omkleed kenbaar binnen een week nadat
de genoemde gevolgtrekking aan hem is medegedeeld. De keuringvrager treft een regeling
voor herkeuring door een onafhankelijk geneeskundige.
-
1 De in artikel 9 bedoelde organisaties kunnen een onafhankelijke klachtencommissie instellen, voor
zover de klachtenbehandeling geen betrekking heeft op een keuring als bedoeld in artikel 4, eerste lid.
-
1 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het verrichten
van keuringen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en de vragen welke ten aanzien van de gezondheid zullen worden gesteld, bedoeld
in artikel 8.
-
2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de instelling,
de werkwijze en de openbaarmaking van het oordeel van een onafhankelijke klachtencommissie
voor klachten over keuringen als bedoeld in artikel 4, eerste lid. Bij de vaststelling van die regels:
-
a. kan de medewerking van de Sociaal-Economische Raad worden ingeroepen; en
-
b. kunnen voor de klachtencommissie in afwijking van artikel 37 van de Wet op de Sociaal-Economische Raad ook personen van niet in de Sociaal-Economische Raad vertegenwoordigde organisaties
worden aangezocht.
Artikel 15
[Vervallen per 01-10-2012]
-
2 In het koninklijk besluit bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald dat ten aanzien
van de keuringen, bedoeld in artikel 5, de artikelen 5, 9, 11, 12 en 13 op een later
tijdstip in werking treden, doch niet later dan drie jaren na het in het eerste lid
bedoelde tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de medische keuringen.