Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 22 november 1996, nr. IFZ96/1530M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken:
Gelet op artikel 38, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
De Raad van State gehoord (advies van 3 maart 1997, nr. W06.96.0564);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 2 juli 1997, nr. IFZ97/725U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: