De Minister van Binnenlandse Zaken,
Gelet op het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt onder Besluit verstaan het Besluit betaling emolumenten burgerlijk
rijkspersoneel.
Artikel 2
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
kost, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 341,00
per maand.
Artikel 3
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 367,00
per maand.
Artikel 4
Het verschuldigde bedrag voor kost voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tweede
lid, van het Besluit wordt gesteld op f 249,00 per maand.
Artikel 5
Het verschuldigde bedrag voor inwoning voor de belanghebbende, bedoeld in artikel
2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 241,00 per maand.
Artikel 6
Bij geoorloofde afwezigheid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 2, derde lid, van
het Besluit gesteld op f 8,00 per dag.
Artikel 7
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
verwarming van de woning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b, van het Besluit,
wordt gesteld op f 99,00.
Artikel 8
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
energie voor kookdoeleinden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub c, van het Besluit
wordt gesteld op f 37,00.
Artikel 9
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
elektrische energie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub d, van het Besluit, wordt
gesteld op f 31,00.
Artikel 10
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van
leidingwater, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub e, van het Besluit, wordt gesteld
op
f 27,00.
Artikel 11
Het verschuldigde bedrag voor het privé-gebruik van een dienstauto bedoeld in artikel
3a, eerste lid, bedraagt 36 cent per afgelegde kilometer.
Artikel 12
De regeling van 17 december 1996, nr. AD96/U1080 (Stcrt. 248), wordt ingetrokken.
Artikel 13
Deze regeling, die zal worden gepubliceerd in de Staatscourant, treedt in werking
met ingang van 1 juli 1997.