Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot integraal bestuur en beheer van de openbare universiteiten en tot een kwalitatieve versterking van de organisatie van onderwijs en onderzoek, in welk verband het tevens wenselijk is te komen tot het instellen van een raad van toezicht binnen de universiteit;
dat het voorts wenselijk is het systeem van medebestuur te heroverwegen en te komen tot op de eigen positie van studenten en personeel toegesneden vormen van medezeggenschap;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
ARTIKEL II
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
ARTIKEL III
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de Wet op de ondernemingsraden.]
ARTIKEL IV
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de wet van 4 juli 1996 (Stb. 434).]
ARTIKEL V
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de wet van 28 maart 1996 (Stb. 226).]
ARTIKEL VI
[Vervallen per 03-08-2005]
[Red: Wijzigt de Wet op de studiefinanciering.]
ARTIKEL VII
[Vervallen per 03-08-2005]
1 De raad van toezicht van een openbare universiteit als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dan wel, voor zover het betreft de openbare universiteit te Wageningen door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, benoemd binnen 4 maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
2 Het college van bestuur van een universiteit als bedoeld in het eerste lid, neemt het besluit, bedoeld in artikel 9.30, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de eerste maal binnen 6 maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, op welk besluit de artikelen 9.30, vijfde lid, en 9.33 onderdeel f van die wet niet van toepassing zijn. Het in de eerste volzin bedoelde besluit behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht, bedoeld in het eerste lid. In afwijking van artikel 9.30, tweede lid, van de in de eerste volzin bedoelde wet neemt het college van bestuur binnen 2 jaar na het in de eerste volzin bedoelde besluit opnieuw een besluit als bedoeld in artikel 9.30, eerste lid.
3 Het college van bestuur draagt er zorg voor dat hoofdstuk 9, titels 1 en 2, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek uiterlijk een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op de desbetreffende universiteit toepassing vindt.
4 Tot het tijdstip waarop hoofdstuk 9, titels 1 en 2, van de in het derde lid bedoelde wet op een universiteit toepassing vindt, is hoofdstuk 9, titel 1, van die wet op de universiteit van toepassing, zoals laatstbedoelde titel luidde op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet. Het college van bestuur kan besluiten dat een of meer onderdelen van de in het derde lid bedoelde titels eerder toepassing vinden dan het in het derde lid bedoelde tijdstip, waarop deze titels uiterlijk toepassing zullen vinden.
ARTIKEL VIII
[Vervallen per 03-08-2005]
2 Het college van bestuur van een universiteit als bedoeld in artikel VII, eerste lid, stelt het voorlopig reglement vast. Het in de eerste volzin bedoelde reglement behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht van die universiteit.
ARTIKEL IX
[Vervallen per 03-08-2005]
5 De tijdelijke commissie voor geschillen beëindigt haar werkzaamheden met ingang van het tijdstip waarop de commissie voor geschillen, bedoeld in artikel 9.39 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de eerste keer is samengesteld. De tijdelijke commissie voor geschillen handelt de geschillen af waarvan zij voorafgaand aan het in de eerste volzin bedoelde tijdstip kennis heeft genomen.
ARTIKEL XI
[Vervallen per 03-08-2005]
De tekst van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad wordt deze door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen overgebracht in de geldende spelling.
ARTIKEL XII
[Vervallen per 03-08-2005]
1 Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van de in het tweede, derde en vierde lid genoemde bepalingen.