Besluit van 27 november 1996 ter uitvoering van artikel 755, tweede lid, van Boek
8 van het Burgerlijk Wetboek
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 6 februari 1996, Directie Wetgeving,
nr. 537925/96/7;
Gelet op artikel 755, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 21 maart 1996, nr. W03.96.0056);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 november 1996, Directie
Wetgeving, nr. 589125/96/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: