Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 31 oktober 1996, Stafafdeling Constitutionele Zaken, Wetgeving en Internationale Aangelegenheden, nr. CWI96/U1227;
Gelet op artikel 14 van de Kaderwet adviescolleges;
De Raad van State gehoord (advies van 15 november 1996, no. W04.96.0518);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 20 november 1996, Stafafdeling Constitutionele Zaken, Wetgeving en Internationale Aangelegenheden, nr. CWI96/1325;
Hebben goedgevonden en verstaan: