Mijne dames/heren,
In het overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg Politie-ambtenarenzaken
van 16 oktober jongstleden is gesproken over de brief die mijn ministerie op 19 augustus
jongstleden aan het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP) heeft
gezonden. In deze brief is ingestemd met een aantal aanpassingen in de eindtermen
van de vuurwapenopleiding in het kader van de Primaire Opleiding Medewerker Basispolitiezorg
(POMB).
Hierbij wil ik u informeren over de conclusies van het overleg en de consequenties
die dat heeft voor de uitvoering bij uw korps van de Regeling training en toetsing
vuurwapengebruik politie.
Ik heb geconstateerd dat met de brief aan het LSOP voorbij is gegaan aan het reguliere
overleg dat over zo’n voorgenomen wijziging met de vakorganisaties wordt gevoerd.
Evenmin is rekening gehouden met het feit dat een aanpassing van dit deel van de eindtermen
van de primaire opleiding consequenties heeft voor de uitvoering van de Regeling training
en toetsing vuurwapengebruik politie. Ten slotte kan een dergelijke aanpassing alleen
rechtsgeldig tot stand komen door wijziging van de ministeriële regeling waarmee de
eindtermen POMB zijn vastgesteld.
Op grond van het voorgaande heb ik in de eerste plaats vastgesteld dat de brief aan
het LSOP herroepen zal worden. Daarnaast heb ik geconcludeerd dat de eindtermen van
de vuurwapenopleiding nog steeds van kracht zijn zoals deze van kracht waren voor
de verzending van de brief aan het LSOP.
Het is mij bekend dat als gevolg van de brief aan het LSOP in een aantal korpsen onduidelijkheid
is ontstaan over de vraag welke toets moet worden gehanteerd bij de uitvoering van
de Regeling training en toetsing vuurwapengebruik politie. Voor alle betrokkenen is
het van belang dat deze onduidelijkheid op zo kort mogelijke termijn wordt beëindigd.
In dat verband bevestig ik hierbij dat de toets gebruikt moet (blijven) worden die
van kracht was ten tijde van de invoering van de Regeling training en toetsing vuurwapengebruik
politie op 1 januari 1996. Voor de goede orde heb ik een exemplaar van deze geldende
toets gevoegd bij deze circulaire.
Als gevolg van de onduidelijkheid is het mogelijk dat een beperkt aantal medewerkers
van uw korps niet de correcte toets heeft afgelegd en op grond daarvan op dit moment
formeel niet voldoet aan de eisen gesteld in de Regeling training en toetsing vuurwapengebruik
politie. Indien hiervan in uw korps sprake is, ben ik van oordeel dat de betrokken
medewerkers de toets opnieuw dienen af te leggen op zo kort mogelijke termijn doch
uiterlijk bij de eerstvolgende voor betrokkene geplande reguliere vuurwapentraining.
Dit betekent dat betrokkene uiterlijk drie maanden na dagtekening van deze circulaire
de (oorspronkelijke) toets moet hebben afgelegd.
Ik verzoek u deze circulaire onder de aandacht te brengen van de betrokken medewerkers
van uw korps.