Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 14 augustus 1996, nr. 96046226 WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 9, eerste en derde lid, van de Mijnwet 1903 en op artikel 26, eerste lid, onder b, van de Mijnwet continentaal plat;
De Raad van State gehoord (advies van 8 oktober 1996, nr. W10.96.0366);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 23 oktober 1996, nr. 96065789 WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
[Vervallen per 01-01-2003]
[Red: Wijzigt het Mijnreglement 1964.]
ARTIKEL II
[Vervallen per 01-01-2003]
[Red: Wijzigt het Mijnreglement continentaal plat.]
ARTIKEL IV
[Vervallen per 01-01-2003]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.