Wijzigingswet Wet op de onderwijsverzorging ivm verlenging werkingsduur van die wet

Geraadpleegd op 07-12-2024.
Geldend van 01-08-1996 t/m heden

Wet van 26 juni 1996, houdende wijziging van onder meer de Wet op de onderwijsverzorging in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de werkingsduur van de Wet op de onderwijsverzorging te verlengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL III

  • 1 Op bezwaar en beroep met betrekking tot de toepassing van de op 31 december 1996 geldende bij of krachtens de Wet op de onderwijsverzorging gegeven voorschriften die betrekking hebben op de instelling, bedoeld in hoofdstuk III, titel I, van die wet, aangevangen voor 1 januari 1997, of aangevangen na die datum doch binnen de termijn, danwel aangevangen na die datum en na afloop van de termijn voor zover daarbij artikel 6:11 Algemene wet bestuursrecht van toepassing is verklaard, blijven de op 31 december 1996 geldende voorschriften van toepassing.

  • 2 Met betrekking tot de op 31 december 1996 door het Rijk nog niet vastgestelde of uitgekeerde bedragen blijven van toepassing de op 31 december 1996 geldende bij of krachtens de Wet op de onderwijsverzorging gegeven voorschriften die betrekking hebben op de instelling, bedoeld in hoofdstuk III, titel I, van die wet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 juni 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de elfde juli 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager